Brieven aan Carolien, over delen en hokjes

Hallo Carolien,

Soms zijn dingen lang geleden genoeg gebeurd om er met gemak over te kunnen praten. Andere dingen zijn nooit lang geleden genoeg en zullen altijd ergens in een kamertje in onszelf blijven met de deur op slot. Ik voelde me dan ook niet dapper toen ik schreef wat ik schreef. Vond het wel een beetje spannend om te publiceren. Maar hoe vaker ik het overlas hoe verder het bij mij vandaan leek te staan. Als ik het nu lees lijkt het bijna alsof het niet over mij gaat. Maar over een ander willekeurig persoon. Kennelijk kunnen woorden dat, afstand maken, afstand overbruggen misschien ook wel, woorden zijn goed in dingen met afstand.

Een vriendin vroeg zich eens af hoe het kon dat ik nog nooit depressief of overspannen geraakt was. Nadat wij een paar avondjes hadden zitten Fanclubben. (ken je dat? vast wel! Zo nee lees het Handboek spiegelogie van Willem de Ridder). Kennelijk werden de hobbels die wij in ons leven gehad hebben gewogen en even zwaar bevonden. Alleen leek ik het er zonder kleerscheuren vanaf gebracht te hebben, en waren haar kleren gerafeld en gescheurd alsof zij de gene was die thuisloos was geweest. Naar haar idee had ik een effectieve manier gevonden om hobbels en obstakels het hoofd te bieden. En misschien is dat ook wel zo, maar ik heb geen idee wat het geheim is. Ik doe maar wat.

Wel praat en schrijf ik vrij makkelijk over vrij veel onderwerpen. Natuurlijk niet tot in detail, natuurlijk heb ik ook dingen die ik in een doosje stop die ik weer in een laatje stop in een kamertje waar ik vervolgens de deur van dichtdoe. Ik herken dat in jou. Dat weinig taboes hebben. Schrijven over wat er echt toe doet. En dat vind ik fijn.

Maar nu even iets anders. Ik ben langzaam mijn weg naar het gaywereldje waar ik me zo lang in thuis heb gevoeld weer een beetje aan het terug vinden. Weer eens een bezoekje aan een lang vergeten kroeg. Zelfs een bezoekje gebracht aan een damesbar (normaal gesproken vermijd ik dat, omdat de sfeer vaak zo uhhh hoe zal ik het noemen, opgeschoten? is). Ik ben zelfs biseksueel wezen picknicken. (vermeed ik normaal gesproken ook altijd, want waarom moet je als biseksueel ineens aparte bi dingen gaan doen? Waarom zou je een subgroep in een subgroep willen zijn? het voelt zo kijk mij eens lekker anders zijn, zelfs de gayscene is voor mij niet genoeg). Het valt mij op dat in die scene transseksuelen een steeds grotere plek innemen. En daarmee ook de mensen die ineens niet homo/lesbisch, bi of hetero zijn, nee nu zijn mensen in eens panseksueel. Ik bekijk het van de zijlijn maar snap al die extra hokjes eigenlijk niet zo. Waar komt toch de behoefte van mensen vandaan om maar te blijven labelen? En al die labels steeds verder te specificeren in sublabels onder het sublabel? Waar is nog ruimte voor spontaniteit, voor kijken wat is, als je gewoon in het nu bent? Mensen voelen zich vrijer door al die hokjes en alles te definiëren tot er niets meer te definiëren valt. Maar mij persoonlijk lijkt het nogal claustrofobisch.

x

Laura

Auteur: Miss Laura Artemis

Hallo! Ik ben Miss Artemis, beter bekend als Laura. Een meisje van 31 uit Rotterdam. Een heksje, die gek is op poppetjes tekenen, vooral als ze Kawaii zijn. Ook hou ik van snailmail (je weet wel echte post met postzegels enzo), heb ik een beginnende verzameling washi tape en ben ik gek op sprookjes en mythologie natuurlijk. (Vandaar Miss Artemis). Evenals Artemis heb ik wel iets met kinderen, ik werk in de kinderopvang. Van jagen heb ik dan weer minder kaas gegeten, maar wat wil je, als vegetariër. Welkom in mijn stadse sprookje, loop met me mee, en laat je verwonderen.

2 gedachten over “Brieven aan Carolien, over delen en hokjes”

  1. Hi Laura, dank voor je brief van vanmorgen.
    Hopla, meteen maar de diepte in.

    Waarom ik niet kan/kon of in wil/de gaan op mijn eigen zwervend bestaan waaraan ik in mijn vorige brief refereerde en mijn bijna dwangmatige neiging daartoe die ik nog steeds heb, (ik noem mezelf niet voor niks een Urban Wanderer en gecontroleerde nomade), is omdat er anderen en hun privacy bij betrokken zijn. Misschien komt er ooit nog een tijd dat ik vind dat ik daarover wel kan en wil schrijven, ongeacht wat anderen daar van vinden, en dan ben jij de eerste die het weet. Ik geloof dat ik nu werkelijk over bijna alles kan schrijven, gelukkig, want het is zo’n beetje mijn steun en toeverlaat en reddende engel geweest de afgelopen jaren.
    Wel heel raar om, daar waar dat vruggah (in diezelfdelaatste paar jaren dus) maar heel sporadisch voorkwam dat ik iets niet opschreef,. Dat met name het laatste jaar in rap tempo is toegenomen, en ik moet zeggen dat werkt tegelijk zowel verstikkend als demotiverend om te schrijven. Iemand stelde al eens voor om het dan onder een pseudoniem te gaan doen, maar dat spreekt me niet zo aan, geen zin om me in bochten t emoeten wringen om niet herkenbaar over te komen – mijn schrijfstijl is toch wel heel eigen vind je ook niet? En met een angst te leven dat toch…etcetera.

    Het minst beladen is het nog om te schrijven over hoe het is om van zeer nabij een geliefd familielid het gevecht te zien aangaan met Alzheimer, maar ook daar heb ik nog geen goede manier voor gevonden, dit omdat de hartverscheurendheid de bescherming van de privacy totaal rechtvaardigd.

    Wat labelen betreft, ik denk dat mensen echt, hoe individueel ze ook zijn of willen zijn, het diep van binnen ook nodig hebben om ergens bij te horen. Op het gevaar af heel veel mensen tegen de haren in te strijken, we zijn toch gewoon óók dieren, die ooit joegen en in grotten woonden, en van oudsher ook nog kuddedieren, dus volgens mij is het gewoon een kwestie van veiligheid. En hoe onveiliger de wereld wordt, hoe meer behoefte aan herkenning, erkenning en gezien worden in wie je bent of hoe je dat voelt/ervaart. Misschien psychologie van de koude grond, maar volgens mij zit dat zo. En het is een godvergeten en misschien wel godverlaten wereld op dit moment, met enorm veel signalen van: Het is absoluut onveilig om hier rond te lopen op deze aardkloot en jezelf te zijn, dus ik snap al die hokjes labels en sublabel behoeftes wel, al kan ik er zelf, in ieder geval op dit moment, ook heel erg weinig mee.

    Vroeger trouwens ook niet. Had ik dat al verteld? vergeetachtigheid speelt mij parten – Dat ik rond mijn twintigste in een vrouwen woongroep woonde, en om toch maar even stevig in te zetten op dat labelen, 5 met het lesbische en ik met het bi label. O nee, het was in de woongroep alvorens we opsplitsten in mannen en vrouwen, toen we nog gemengd woonden, zowel wat man/vrouw, als he, ho of bi betreft. Toen kreeg ik een prachtig cadeau van mijn, ik geloof toen inmiddels zichzelf lesbisch verklaarde, beste vriendin, een ongelofelijk leuk sinterklaas cadeau.
    Het behelsde een speurtocht door het huis om het überhaupt te pakken en in elkaar gezet te krijgen, en toen er dan een soort latten constructie in de huiskamer gereed stond, moest ik daarin gaan zitten alvorens de rest van het gedicht te mogen lezen. En het eindigde met “Nu heb ik je eindelijk in een hokje. Want dat was het, van één bij één bij één meter. en, zo ging ze verder: dat zal wel de eerste en de laatste keer van je leven zijn dat je daar in past. En daarom hou ik ook zo van je.

    Je begrijpt misschien wel dat ik dat toen al volledig kon waarderen en me erg gezien voelde. En thuis for that matter, want wat was dat in mijn herinnering een fijne tijd. Ook nadat we opsplitsen in een mannen en een vrouwen woongroep in hetzelfde pand. Ik kon rustig verliefd zijn op mijn buurman en ongelofelijk genieten van de rust (believe it or not) en de gezelligheid om met alleen vrouwen samen te wonen. Wat ging er enorm veel vanzelf vanaf toen.

    En over claustrofobisch gesproken, zo’n hokje voor de vorm, met alleen een latten frame, waar je naar believen in en uit kan stappen, dat is best bevrijdend hoor 😉

    Ik heb net, afgeleid als ik werd door een berichtje wat binnenkwam, even mijn eerste tweet evvah opgezocht, die zag er zo grappig uit, maar die zie je dan wel weer bij mij staan want dat kan ik hier niet embedden.

    Hij is toe the point met waarmee ik deze brief begon en wat ik vanwege de irrelevantie even heb uitgeveegd #cryptisch mens dat ik ben. Maar dat snap je wel als je straks of later deze week weer bij mij komt kijken.

    Liefs Carolien

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *