De lelijkheid van Carnisselande

Als ik met Draak (niet te verwarren met Draakje) een nogal lange autorit maak vind ik eindelijk een medestander in mijn kritiek op de architectuur van Carnisselande. Sinds ik daar heb stage gelopen ben ik nog nooit in een wijk geweest die lelijker was. Carnisselande heeft weinig tot geen sfeer. De gebouwen lijken er lukraak neer gezet te zijn en hebben geen samenhang. Alsof er tegen 10 verschillende architecten gezegd is, weet je wat, jij krijgt dat stukje zet er maar iets neer, maakt niet uit hoe het eruit komt te zien en ook in kleur en materiaal keuze ben je geheel vrij.

Een andere verklaring kan ik echt niet bedenken voor wat daar gebeurt is. Ik was jongerenwerker (in opleiding) en moest nogal vaak de straat op om jongeren te spotten. Je kent het wel, analyseren of ze buiten rond hangen, en met wie, en waar, en op welke tijdstippen. Er hingen vrij weinig jongeren rond op de tijdstippen dat ik mee mocht (want meisjes mochten alleen overdag de straat op) dus was ik overgeleverd aan de lelijke gebouwen. Gesprekken gingen vaak zo. “Moet je dat nou zien, wie verzint zoiets, die kleurencombinaties, slaat echt helemaal nergens op.” “OMG! ze noemen het Carnisse Avenue, wat denken ze wel niet? Zo ziet een Avenue er toch helemaal niet uit? Wat dachten ze, we geven het een hippe naam? Dan komt de rest vanzelf?” “En dan die “groenrotonde”, denken die mensen niet na? Als het de bedoeling is dat die rotonde begroeit, zouden ze er dan niet iets neerzetten dat sneller groeit? Op deze manier duurt het nog zeker tien jaar voordat we de bedoeling kunnen zien” “Oh gruwel, heb je dat gezien? Een rijtje vuurtorens!, kom op dat kan echt niet, ze zitten niet op Ameland, ik zie het al voor me, waar woon jij? Nou derde vuurtoren van rechts, wie verzint dit in vredesnaam!” “Laura, LAURA, als je je er zo aan ergert, waarom doe je er dan niets aan? “Maar kom op, serieus, niemand vind dit toch mooi?”

Mijn collega’s waren het er over eens. Ik had iets met architectuur moeten gaan doen. Want niemand ergerde zich kennelijk aan de lelijkheid en onfunctionaliteit van gebouwen zoals ik dat deed. Totdat ik dus bij Draak in de auto zat, en er eindelijk eens iemand was die het met me eens was. En bovendien nog eens hele leuke suggesties had voor verbetering.

afbeelding door: Draak

Kaartje

Aan kerstkaarten doe ik al jaren niet meer, maar af en toe wil ik nog weleens gewoon zomaar een kaartje sturen omdat het leuk is, of omdat ik denk dat iemand wel even een hart onder de riem kan gebruiken. Dat word gewaardeerd, dat weet ik, omdat mensen af en toe vertellen dat ze oude kaarten van mij terug gevonden hebben en genoten van het terug lezen. Of ze vertellen dat hun moeders zo genieten van mijn kaarten. Ja, echt waar, ik verzin het niet.

Gisteren hoorde ik echter een verhaal dat alle andere verhalen te niet doet. Shopvriendin had ruzie met haar vriendje, niet zomaar ruzie, nee echt heel erg, zo’n ruzie waarbij er met deuren word gesmeten. Tijdens dat met deuren smijten viel er een kaartje uit de kast, niet zomaar een kaartje maar mijn kaartje. Haar vriendje las het kaartje en er gebeurde iets wonderlijks. Na het lezen van het kaartje vond hij haar ineens toch wel lief en was hij niet boos meer.

Ik denk dat ik nog maar snel even wat kaartjes ga versturen. Je weet nooit wat voor een relatie crisis er mee opgelost word tenslotte.