Draken brieven deel 2

Ha die Draak,                                                                                                                    Dag 3

Ik had je nog helemaal niet verteld dat ik speciaal voor deze onderneming nieuwe schoenen heb gekocht. Een aanschaf waar ik erg blij mee ben, want ik ben nu al drie dagen non stop aan het lopen.

En dat brood met die kaas  is allemaal leuk en aardig, maar het komt mijn neus een beetje uit. Ik heb geslapen is portieken en stadsparken. Hoe ik ook loop, de bewoonde wereld blijft maar om me heen. Nu weet ik vrij weinig van draken, maar ergens lijkt het me niet logisch dat je je in de bewoonde wereld ophoud. Ik bedoel, dat zou toch veel te veel opvallen? Iedereen zou je direct als draak herkennen, dan heb je toch geen leven meer? Ik denk dus dat je ergens in the middel of nowhere woont. Helemaal zeker weten doe ik dit echter niet.

Ik heb het voordat ik vertrok voor de zekerheid dus maar aan mijn vrienden op Facebook gevraagd. Maar de antwoorden liepen nogal uiteen. Zo zou je in een Kasteel wonen in ter Apel. Ik heb geen idee waarom je daar zou willen wonen. Maar het is mogelijk. Weer anderen beweren dat je in de bergen woont en schatten consumeert, of maagden, daar zijn de meningen over verdeeld. Ook zijn er mensen die beweren dat je in Skyrim woont. Maar in Skyrim worden alle draken vermoord. Als ik een draak was zou ik dus zeker verhuizen.

Wat mij betreft woon je net zo lief in een flatje in zo’n Chinese spookstad, waar winkels wel gevuld zijn, maar waar niemand woont. Heel modern en van alle gemakken voorzien, maar te duur voor de lokale bevolking. Ideaal voor een draak als jij lijkt me.

Liefs,

Een meisje

Draken brieven deel 1

Een tijdje geleden daagde Roelien mij uit om een drakenverhaal te schrijven. Ik ben er aan begonnen. Heb het voorgelezen aan een testpubliek, die het overigens erg leuk vonden. En toen deed ik er niets meer mee. Daarom heb ik besloten ze op mijn blog te publiceren. Als stok achter de deur om ermee verder te gaan.

Vandaag dat 1 en dag 2

Draak,                                                                                                                              dag 1

Ik heb het plan opgevat om je te vinden.
Want ergens geloof ik dat je bestaat.
Op mijn reis naar je toe zal ik je schrijven.
Eigenlijk zijn het meer dagboek notities, maar ik doe net alsof ik ze naar jou schrijf, omdat dagboeknotities zo nutteloos aanvoelen. Ik zou je ook wel echt willen schrijven, maar ik heb geen idee waar ik de brieven naar toe zou moeten sturen.
Ik ben in ieder geval naar je onderweg. Wacht je op me?

Een avontuurlijk meisje

Hallo Draak,                                                                                                                    dag 2

Mijn spullen zijn gepakt. Wat brood, wat kaas, wat wijn, want helden in verhalen leven op brood, kaas en wijn. Kijk maar naar Remi, uit alleen in de wereld. Wat een hompen brood en kaas gingen er daar doorheen. Ik heb nog nooit iemand zoveel brood en kaas zien eten als Remi. Om onverklaarbare redenen moeten dat brood en die kaas los van elkaar gegeten worden. Als dat is wat helden doen, zal ik mijn lot niet tarten, en kaas en brood los van elkaar eten.

Een heldhaftig meisje

Nieuwsgierig naar hoe het verder gaat? Volgende week plaats ik deel 3.

Stilleven schrijven

Terwijl ik gisteren nog schreef over hoe ik schrijfopdrachten zou gaan zoeken, online, loop ik er vandaag min of meer toevallig tegenaan. Het begon allemaal door een tweet over welke twitter persoonlijkheden jij om advies zou vragen en over welke onderwerpen/gebieden.

Ik maakte een min of meer grappig lijstje waarop ik Yoeke Nagel als damestasjesadviseur aan wees. Aangezien Yoeke damestasjes gebruikt als orakel en zodoende heel wat tasjes voorbij heeft zien komen. Ik volg Yoeke niet op twitter omdat ik haar al op Facebook heb en ze zeker in het begin ontzettend veel tot op het irritante af dubbelposte. Nu toch maar weer eens op haar profieltje klikken om te kijken wat ze eigenlijk allemaal te melden heeft. En dat zag ik ineens een tweet staan over januari schrijfmaand en iets met schrijfopdrachten. Nieuwsgierig klik ik door.

Opdracht 1 sla ik over, want daar heb je een krant voor nodig. En ik heb geen krant. Natuurlijk zou ik een tijdschrift of een boek kunnen nemen. Maar ik kan ook morgen zo’n gratis krantje mee nemen en hem alsnog met een krant doen. Niemand heeft immers gezegd dat je de opdrachten in chronologische volgorde moet doen.

Opdracht twee is meer in mijn straatje. En met een maximum van 100 woorden precies waar ik zin in heb. Gewoon even een kort stukje. Zodat ik eventjes de illusie heb van iedere dag bloggen. Je moet een stilleven schrijven waarin je drie voorwerpen omschrijft en iets met een metafoor. Klik hier als je de hele opdracht wilt lezen. En je weet net zo goed als ik dat je dat wilt 😉

En hier komt dan wat ik er van heb gemaakt:

De verhuisdoos staat nog midden in de kamer, onaangeroerd. Tape en een schaar liggen er naast, bijna terloops. Ik zit op de bank en staar naar dit tafereel, te verlamd om meer dan dat te doen. Oh ik weet heus wel dat ik met spullen zou moeten slepen, dat ik moet wikken en wegen. Wat neem ik mee? Wat laat ik achter? Maar ik kan het niet, nog niet nu. Dus zit ik op de bank, drink ik koude thee en staar ik naar doos die straks mijn nieuwe leven mee neemt. Maar nu nog even niet.

Schrijf jij ook mee?!?

Creatief schrijven

Een van mijn vrienden plaatste een tijdje terug op Facebook dat ze een nieuwe baan had en wel als “Creatief schrijver”. Mij sprak dat meteen tot de verbeelding. Want wat is dat dan? Een creatief schrijver. Wat moet je dan doen? En hoe kun je daar in vredesnaam een baan van maken. Natuurlijk vuurde ik die vragen meteen op haar af. Het bleek dat ze profielen moest opstellen van mensen die echt zouden kunnen bestaan, maar dat niet doen, zodat die “personages” gebruikt kunnen worden voor reclamedoeleinde. Wat dat ook precies mogen zijn.

Ik stel me zo voor dat ze een formuliertje kreeg dat er ongeveer zo uit zou kunnen zien.

Naam: Jan de Vries
Burgerlijke staat: Gehuwd
Kinderen: 2 een jongen en een meisje
Beroep: automonteur
korte schets: Jan de Vries woont samen met zijn vrouw en twee kinderen in een gezellige vinexbuurt met een Ikea inrichting en een keurig geveegd stoepje. Ze hebben een tuin die onderhouden wordt door de broer van Els, zijn vrouw. In ruil daarvoor helpt hij de broer van Els met computerproblemen. Ze hebben twee kinderen, Marloes en Johan van 14 en 16. De kinderen doen het goed op school. Jan werkt als automonteur, maar liever had hij advocaat geworden. Helaas was er vroeger geen geld om door te leren. Daarom maakt hij veel overuren zodat zijn kinderen de opleiding kunnen krijgen die hij niet kreeg. Zijn kinderen waarderen dat maar matig. Toch is Jan gelukkig. Hij schaakt graag. Dat geeft hem intellectuele voldoening. 

NEXT!

Maar zo eenvoudig kan het toch niet zijn?

Hoe dan ook, toen ik zag dat er een workshop Creatief schrijven werd gegeven tijdens de opendag van centrum Djoj besloot ik daar aan mee te gaan doen. Misschien zou ik dan een antwoord vinden op wat creatief schrijven nu precies is. En ook niet onbelangrijk, hoe het een beroep kan zijn.

Je kunt er dus in ieder geval je werk van maken door het te onderwijzen is het eerste dat ik leer. Dat onderwijzen doe je door een groep leerlingen te verzamelen die je oefeningen en opdrachten geeft in creatief schrijven. Creatief schrijven is vooral schrijven vanuit je gevoel en niet vanuit je hoofd, is zo ongeveer de samenvatting van de folder die ik mee kreeg. Nu ja, dat moet niet al te moeilijk zijn lijkt me. Ik ben een blogger! Enthousiast stort ik me dus maar op de opdrachten die we opkrijgen.

Eerst moeten we ons hoofd leeg schrijven. Daarna moeten we een voorwerp pakken en ons invoelen in het voorwerp alvorens we een verhaal over dat voorwerp gaan schrijven vanuit het gezichtspunt van dat voorwerp. Ik zeg, appeltje eitje!

Castagnetten
Ik ben een castagnetten, groen, van hout, een klein beetje beschadigd. Dat geeft niet, die beschadigingen, het herinnert me aan vroegere tijden, de tijden met Rosa. Oh, ik weet nog goed, de lach op haar gezicht toen ze me vond. Ik lag op een kleedje tussen allerhande koopwaar, opzichtige sjaals en allerhande curiosa. Rosa had alleen oog voor mij gehad. Ze had het hout waarvan ik gemaakt ben gestreeld met haar vingertoppen en gefluisterd “jij bent ban mij, wij gaan samen heel veel plezier maken”. En zo gebeurde het.
Rosa met haar rode hakjes en bloemen in het haar nam mij mee uit dansen. En een plezier dat we hadden, samen, Rosa en ik. Dagen en nachten lang danste zij terwijl ik er vrolijk op los klikklakte, tot ieders plezier. Maar tijden veranderde. Rosa ging steeds minder dansen, er kwamen kinderen en kleinkinderen, voor mij had ze geen tijd meer. Ik belande in een kast, waar het donker en muf was. Totdat haar kleindochter mij vond. Nu hand ik aan een haakje in de kamer van de kleine meid. Gedanst wordt er niet meer, maar dat geeft niet. Want, wij hebben elkaar gekend, Rosa en ik.  

Bij de volgende opdracht kregen we een verhaal te horen over Oom Karel, het zwarte schaap van de familie die overleden was in Verwegistan en jou een erfenis na liet, je hoefde hem alleen maar even op te komen halen met bijgesloten ticket. Je kende de man eigenlijk helemaal niet zo heel goed.

Oom Karel is overleden, en hier zit ik dan met een ticket naar Verwegistan en een begeleidende brief van de Notaris. Of ik eventjes wil langskomen om het over de erfenis te hebben. Het voelt niet goed, helemaal niet goed zelfs! Ik heb de beste man maar een keer in mijn leven ontmoet.
Waarom ik? Waar nu? Dit kan ik toch niet aannemen? Bovendien, wat moet ik nu in Verwegistan? Aan de andere kant, kan ik het wel heel goed gebruiken. Nee, niet het geld, maar die reis, dat avontuur, dat onbekende! Even weg uit de dagelijkse sleur. En ik ben volgende week toch vrij. Een hele week met niets anders te doen dan uitslapen en lummelen. Misschien gebeurd dit niet voor niets, misschien moet ik gewoon gaan, kan mij het schelen.
Gedachten komen en gaan, terwijl ik besluiteloos met die brief en dat ticket op mijn schoot zit. Het melodietje van mijn mobieltje doorbreekt mijn gedachten. “Nova”, valt er te lezen op mijn mijn display, en ik neem op. Als een stortvloed van woorden komt mijn verhaal eruit. Wanhopig sluit ik af met een “Wat moet ik doen?”. Gaan! Natuurlijk! Roept Nova enthousiast. Zal ik anders met je mee gaan? Nu klinkt het ineens wel heel aanlokkelijk. Ja, wil je dat doen, vraag ik. 

We sluiten af met een elfje over wat we van de workshop vonden. Zoals de hele tijd schrijf ik tegen de wijzers van de klok in. Want je kreeg wel heel erg weinig tijd voor de opdrachtjes. En ik dacht nog wel dat ik een redelijk snelle schrijver was. Viel dat even tegen.

Hier
In Djoj
Schrijf ik letters
In mijn rode opschrijfboekje
fijn 

Hoe je in dit creatief schrijven op een andere manier dan erin onderwijzen een broodwinning kan zien is me nog steeds geheel onduidelijk. Maar leuk was de workshop wel. Dus heel misschien ga ik nog eens een lesje volgen. (of gewoon online naar wat oefeningen zoeken)

Misschien

16 februari 2011

Fictie

Ze heeft niet veel inbeeldingsvermogen nodig om te bedenken hoe hij daar zit. De derde barkruk bij binnenkomst in het rokershok, zodat hij met de barman kan praten over de lekkere wijven die binnen komen. Maar er komen geen lekkere wijven binnen dus word er zwijgend naar een wedstrijd gekeken.

De wedstrijd interesseert hem niet, wel vind hij het fascinerend dat er op ieder scherm een andere wedstrijd te zien is. Zijn gedachten laten de spelers van het ene scherm naar het andere scherm lopen. Ze zullen raar opkijken daar op de tribune, als er ineens een american football speler het voetbalveld op komt lopen. Hij lacht, voor niemand is duidelijk of hij lacht om een grap die niemand hoorde of een grap die door niemand verteld werd. Beide opties stemmen hem mistroostig. Schaamt hij zich? Nee, hij is de schaamte al lang voorbij, en dat maakt hem nog mistroostiger. Hij weet zichzelf geen houding te geven en besteld nog maar een bier. Iets met een ingewikkelde naam, iets met een anekdote, dan kan hij de barman daar mee vermoeien en verstrijken er weer drie minuten. Maar de barman luistert maar met een half oor, omdat hij wel ge?eresseerd is in de wedstrijd. Hij doet alsof hij ineens een ingeving heeft en pakt een pen en een papiertje uit zijn binnenzak. “Football” en “Voetbal” krabbelt hij, en “daar zullen ze raar van opkijken”. Als er iemand probeert mee te lezen zullen ze niet snappen wat er staat, de moeite is tevergeefs, er is niemand die mee wil lezen.

Hij kijkt op de klok, half twaalf nog maar, zijn ogen speuren de omgeving af, nog steeds geen lekkere wijven. Bij de deur blijven zijn ogen hangen, misschien dat ze binnenkomt, vroeger zou zijn hart dan opgesprongen zijn, nu zou hij niet weten hoe hij zou moeten reageren. Misschien dat hij haar zou kunnen vertellen dat hij een draakje voor haar zou slachten, misschien zou hij kunnen vertellen dat hij tot drie uur op haar zou wachten, dat hij tot drie uur op haar heeft gewacht, avond aan avond, maar dat ze nooit meer door die deur kwam. Misschien kon hij vertellen dat hij een ex van haar zou vermoorden. Misschien dat ze daar om zou moeten lachen. Misschien dat niemand dan door zou hebben of ze zou lachen om een grap die niet verteld werd of een grap die niemand hoorde.

Nee, ze heeft niet veel inbeeldingsvermogen nodig om hem daar voor zich te zien. Om zijn eenzaamheid te voelen die als een lodenlast op haar schouders drukt. Om te zien hoe hij opstaat, de avond al opgevend voordat deze goed en wel begonnen is. Maar ook vanavond zal ze niet door die deur komen. Ook vanavond zullen haar voeten elders dansen, lichtvoetig zal ze zijn, zijn ijzeren greep zal verslappen. Ze zal niet meer achterom kijken, dat weet hij ook wel, ze zal de deur gesloten houden, het heeft geen zin meer om te wachten.

Rondom zien

Vroeger deed ik nog weleens iets spannends. Mee doen met een schrijfwedstrijd bijvoorbeeld. Hier won ik een publicatie mee.

17 maart 2011

Zien

“Jij hebt de dingen niet nodig
om te kunnen zien.

De dingen hebben jou nodig
om gezien te kunnen worden.”

Dit gedicht las ik op de muur van de Rotterdamse bibliotheek in de Hoogstraat toen ik een jaar of 17 was. Wie het geschreven had wist ik niet, vond ik ook niet belangrijk, het ging er niet om van wie het was, het ging om de betekenis, en die was diep vond mijn 17 jarige hart. Ik nam de zinnen over in mijn gedichtenschriftje en herlas ze wel honderd keer.

Eerst maakte het me boos, natuurlijk heb ik wel dingen nodig om te kunnen zien, zonder bril zie ik geen steek! Maar al snel veranderde deze vier simpele zinnen mijn kijk op de wereld. Want hoewel ik die bril nodig heb om te kunnen zien, is dit het enige object dat ik nodig heb om te kunnen zien. Al het anderen dat ik droeg om mij mooi te maken aan lijfsieraden en kleding had mij nodig. Een stel laarzen hoe prachtig ook blijft levenloos als ze geen voeten hebben om zich omheen te plooien. Feestelijke jurkjes worden door niemand gezien als ze in de kast blijven hangen. Mijn hele button collectie en mijn bolhoedje blijven verborgen voor de wereld als ik ze niet mee naar buiten neem om gezien te worden.

Sinds dien ben ik een ander persoon, ik ben niet meer dat muurbloempje, ik ben niet meer onzichtbaar als het behang. Want ik heb een missie, er zijn dingen die gezien moeten worden, en ik moet ze tentoonstellen! Ik moet ze mee naar buiten nemen om te spelen.

Inmiddels weet ik dat het gedicht een liefdesgedicht is van K Schippers. Toepasselijker kan het bijna niet. Het gedicht dat mij leerde om liefde te hebben voor mezelf en de wereld om me heen, waardoor ik me soms zo bedreigd kon voelen, omdat iedereen zo groot was en ik zo klein, was ook bedoeld als liefdesgedicht!

Ik lees het nog steeds graag en vraag me dan af of het de ogen van de vrouw waarvoor het bestemd was ook geopend heeft. Of zij vanaf die dag met een heldere blik de wereld in gekeken heeft. En met opgestoken krulletjes en mooie spulletjes rond geparadeerd heeft omdat ze het verdiend gezien te worden.

Gevonden voorwerpen

OnsLotte heeft een gitaar gevonden bij het grofvuil. Een mooie roze Fender Squier.
Voor de mensen die weinig met gitaren hebben, dat is cool, zelfs wel een beetje heel erg cool!
Fender is een van de ultiemere gitaarmerken, een Squire is daar het goedkopere zusje van. (en dit exemplaar dan daar weer een goedkoop zusje van, maar dat mag de pret niet drukken)

Het is in ieder geval een hele vette beginnersgitaar. Nu wil het toeval dat OnsLotte niet bepaald een beginner te noemen is. Bovendien heeft ze al een hele verzameling gitaren. Dus appte ze of ik de gitaar misschien wilde hebben. Hoera!!! U begrijpt dat ik daar geen twee keer over na hoefde te denken. Natuurlijk wilde ik dat.

Als ik hem kom ophalen slaat onze fantasie een beetje op hol. Want wie zet zoiets nu bij het grofvuil?

Hij was vast van een meisje, en dat het dan uitging met haar vriendje. Ze hadden vreselijke ruzie gekregen en wilde elkaar nooit meer zien. Het zat namelijk zo, dat vriendje, die had nooit eens tijd voor dat meisje. Hij verwaarloosde haar eigenlijk een beetje. Zodat hij bier kon gaan drinken met zijn vrienden, en oefenen met zijn band. Om dichter bij hem te komen had ze toen een gitaar gekocht. Maar het hielp helemaal niets. Hij had het eigenlijk alleen maar irritant gevonden. Dat maakte haar verdrietig, en de zanger van de band die zag dat. Hij wilde haar troosten, en van het een kwam het ander. Ze gingen vreemd met elkaar. Dat kun je dat meisje natuurlijk niet echt kwalijk nemen, met zo’n vriendje die je niet eens ziet staan. Maar dat vriendje die dacht daar anders over. Want dat was eigenlijk best wel een beetje een klootzak. Dus die was heel boos geworden, en had geschreeuwd en haar van de een op de andere dag op straat gezet. Dat meisje was natuurlijk heel lief, daarom had ze ook een roze gitaar gekocht. Zij voelde zich heel erg schuldig, en durfde daarom niet meer bij dat vriendje aan te bellen om haar spullen op te halen. Bovendien had ze eigenlijk helemaal niet van gitaarspelen gehouden. Dat vriendje had haar spullen al die tijd gehouden, maar het was nu al tweer jaar uit, en nog steeds was ze niet langsgekomen, daar had hij natuurlijk eigenlijk wel een beetje op gehoopt. Hij wist niet dat zij alweer een nieuwe relatie heeft en eigenlijk nooit meer aan die gitaar dacht. In een dronke bui waarin het lijkt alsof je ineens allerlei knopen kunt doorhakken die anders niet door te hakken lijken had hij al haar spullen bij het grofvuil gezet. Opgeruimd staat netjes. Als hij niet dronken was geweest had hij wel gesnapt dat hij hem op Marktplaats had kunnen verkopen, aan een ander meisje dat wel van gitaarspelen hield. Maar dat meisje dat dan die gitaar via Marksplaats zou komen kopen zou vast ook een heel lief meisje zijn. En dan zou ze verliefd op hem worden, terwijl hij eigenlijk gewoon een klootzak is die harten breekt. Want binnen een maand zou het nieuwe er weer vanaf zijn en zou hij ook geen tijd meer hebben voor haar.

Het is dus eigenlijk maar goed dat het zo niet in gegaan, en dat hij in een dronkenbui zijn spoken uit het verleden bij het grofvuil heeft gezet. Het is maar goed dat OnsLotte die gitaar vond, en dat ik hem nu heb. Want je kunt wel nagaan hoeveelgebroken harten we hiermee voorkomen hebben.

Een nieuw begin

Posted by Picasa
Ze heeft niet veel inbeeldingsvermogen nodig om te bedenken hoe hij daar zit. De derde barkruk bij binnenkomst in het rokershok, zodat hij met de barman kan praten over de lekkere wijven die binnen komen. Maar er komen geen lekkere wijven binnen dus word er zwijgend naar een wedstrijd gekeken.
De wedstrijd interesseert hem niet, wel vind hij het fascinerend dat er op ieder scherm een andere wedstrijd te zien is. Zijn gedachten laten de spelers van het ene scherm naar het andere scherm lopen. Ze zullen raar opkijken daar op de tribune, als er ineens een American football speler het voetbalveld op komt lopen. Hij lacht, voor niemand is duidelijk of hij lacht om een grap die niemand hoorde of een grap die door niemand verteld werd.

Beide opties stemmen hem mistroostig. Schaamt hij zich? Nee, hij is de schaamte al lang voorbij, en dat maakt hem nog mistroostiger. Hij weet zichzelf geen houding te geven en besteld nog maar een bier. Iets met een ingewikkelde naam, iets met een anekdote, dan kan hij de barman daar mee vermoeien en verstrijken er weer drie minuten. Maar de barman luistert maar met een half oor, omdat hij wel geïnteresseerd is in de wedstrijd. Hij doet alsof hij ineens een ingeving heeft en pakt een pen en een papiertje uit zijn binnenzak.Football en Voetbal krabbelt hij, en daar zullen ze raar van opkijken Als er iemand probeert mee te lezen zullen ze niet snappen wat er staat, de moeite is tevergeefs, er is niemand die mee wil lezen.

Hij kijkt op de klok, half twaalf nog maar, zijn ogen speuren de omgeving af, nog steeds geen lekkere wijven. Bij de deur blijven zijn ogen hangen, misschien dat ze binnenkomt, vroeger zou zijn hart dan opgesprongen zijn, nu zou hij niet weten hoe hij zou moeten reageren. Misschien dat hij haar zou kunnen vertellen dat hij een draakje voor haar zou slachten, misschien zou hij kunnen vertellen dat hij tot drie uur op haar zou wachten, dat hij tot drie uur op haar heeft gewacht, avond aan avond, maar dat ze nooit meer door die deur kwam. Misschien kon hij vertellen dat hij een ex van haar zou vermoorden. Misschien dat ze daar om zou moeten lachen. Misschien dat niemand dan door zou hebben of ze zou lachen om een grap die niet verteld werd of een grap die niemand hoorde.

Nee, ze heeft niet veel inbeeldingsvermogen nodig om hem daar voor zich te zien. Om zijn eenzaamheid te voelen die als een loden last op haar schouders drukt. Om te zien hoe hij opstaat, de avond al opgevend voordat deze goed en wel begonnen is. Maar ook vanavond zal ze niet door die deur komen. Ook vanavond zullen haar voeten elders dansen, lichtvoetig zal ze zijn, zijn ijzeren greep zal verslappen. Ze zal niet meer achterom kijken, dat weet hij ook wel, ze zal de deur gesloten houden, het heeft geen zin meer om te wachten. Het is tijd voor een nieuw begin.

Nieuwe vrienden in 2020

Omdat ik 2 dagen niet geblogt heb, time cheaten niet goed voelt, het weekend is, en mensen alles wat ik ooit schreef over transgenders de laatste tijd verslinden, ben ik de archieven ingedoken van wat ik ooit schreef. Ik schreef dit verhaal als inzending voor een wedstrijd, waar het niet gewaardeerd werd, maar dat geeft niet, want stiekem schreef ik het nog meer voor mijn lieve vriendinnetje die tegenwoordig een lief vriendje is, en die waardeerde het dan weer wel. Veel leesplezier.


Mijn nieuwe vrienden in 2020
Raven staart naar haar beeldscherm. Dat doet ze nu al minuten lang, alleen maar staren, apathisch bijna.  Naast haar staat een mok thee die inmiddels koud geworden is. Haar psycholoog had haar een opdracht mee gegeven, “schrijf maar een opstel”, had ze gezegd, luchtig, alsof het niets voorstelde.”Hoe ziet jouw leven eruit in 2020? Wie zijn je vrienden, wat heb je bereikt? Waar ga je naartoe? Hoe voel je je?”. Raven haalt diep adem, maar ook dit helpt niet. Eigenlijk is ze boos, heel boos. 
*
“Het leven van Raven in 2020”, ramt ze uiteindelijk neer. Ze drukt harder op de toetsen dan strikt noodzakelijk is.

From: Raven1994@live.com
To:
AnneliesdeVries@ziggo.com
Subject: Het leven van Raven in 2020
Hoe ziet mijn leven eruit in 2020?
Weet ik veel!
Totaal anders dan nu in ieder geval.
Ik hoop dat ik de operatie dan achter de rug heb, dat ik Raven niet meer ben, niet meer hoef te zijn. Ik ben Raven al niet, nooit geweest ook eigenlijk. Waarom willen die stomme hoeren dat niet zien? Ik ben Victor! 
Raven laat een snik horen, “godverdomme, ik ben Victor”, schreeuwt ze, maar ze word door niemand gehoord. Ze haalt haar arm langs haar gezicht om haar tranen te drogen en gaat dan verbeten door.
Wie zijn je vrienden, wat heb je bereikt?
Waarom is dit in hemelsnaam 1 vraag denkt Raven nijdig. Ik splits hem wel op in twee deel vragen, niet dat het daar makkelijker van word. Maar vast wel overzichtelijker.
Wie zijn je vrienden? 
Anna? Zou Anna nog vrienden met mij willen zijn als ik Raven niet meer ben? En Lisa? Nee, vast niet. Ik heb altijd bij ze weggehouden dat ik eigenlijk geen meisje ben. Als ik mijn borsten afbind, en jongenskleren aan doe, dan ben ik alleen.  Niemand weet het, hoe ik me voel diep van binnen. Hoe ik mezelf ieder avond in slaap huil. Hoe ik verliefd word op meisjes. Maar meisjes zien mij niet staan, want als ze naar mij kijken dan zien ze Raven, Victor is onzichtbaar voor ze.
Ik moet nieuwe vrienden maken in 2020. Vrienden die ik nu nog niet ken, die ik nog nooit eerder gezien heb. 
Ronald zal mijn vriend zijn. Ronald is groot en sterk, de meisjes kijken naar hem op omdat hij zoveel tijd in de sportschool door brengt. Zijn torso is gespierd en zongebruind. “Hier kleintje”, zal hij tegen mij zeggen als hij mij zijn handdoek toewerpt. En ik zal naast hem zitten tot mijn torso even gespierd is als dat van hem.
Anna, mooie Anna, misschien word ze wel verliefd op mij. Zullen we toch vrienden blijven, maar dan als stelletje. Misschien kan ze er aan wennen dat ik Raven niet meer ben maar Victor. Ik zal haar altijd beschermen. Ik ken al haar geheimen, al haar onzekerheden, omdat ze tegen mij praat alsof ik ook een meisje ben. Dat moet toch handig zijn. Anna zal aan mijn zij lopen en alle andere jongens zullen jaloers zijn dat ik zo’n mooi meisje heb, dat wij zo volmaakt gelukkig zijn. Zo zal het gaan.
En Luke, Luke zal ook vrienden met mij willen zijn. We zullen samen sleutelen aan scooters en auto’s, onze handen zullen altijd onder de smeer en vuiligheid zitten. Wij kunnen alles maken wat kapot is en nog meer. 
Wat heb je bereikt?
De mensen zullen me eindelijk zien zoals ik ben. Ze zullen me niet meer zo raar vinden, omdat mijn gedrag eindelijk overeenkomt met hoe ik eruit zie. Ik zal nooit meer rokjes of jurken hoeven dragen. Nooit meer geheimen met mij mee dragen. Meisjes zullen naar mij omkijken omdat mijn lichaam zo mooi afgetraind is en mijn haar zo mooi dik. Jongens zullen tegen mij opkijken omdat ik net meer kan, meer durf dan dat zij durven en kunnen. Mensen zullen van mij houden. Ze willen vrienden met mij zijn. Met mij valt tenslotte altijd iets te beleven.
Waar ga je naartoe?
Waarom moeten mensen altijd ergens naartoe? Is het niet goed om gewoon te zijn waar je bent?
Waar ga ik naartoe vraag je me? Alsof ik een plan heb dat verder gaat dan wie ben ik en wie wil ik zijn. Raven gaat helemaal nergens naartoe hoor je me, in 2020 bestaat Raven niet meer. Raven zal niet meer dan een vage herinnering zijn, dat vreemde meisjes in fotoalbums van de mensen die zich nu mijn vrienden noemen. Een rokje ergens achterin de kast dat de tand des tijd overleeft heeft, omdat mijn moeder het niet over haar hart kon verkrijgen het weg te gooien. Maar ik, nee, ik zal er niet meer zijn, en omdat ik nergens zal zijn kan ik ook nergens naartoe gaan.
Raven krijgt de smaak van het schrijven te pakken. Woorden komen onder haar vingers vandaan alsof het automatisch schrift is. Het lijkt alsof het allemaal buiten haar om gebeurd. Alsof zij er niets mee te maken heeft. Alsof Victor echt iemand anders is en niet gewoon een deel van haar.
Hoe voel je je?
Boos, wil Raven intikken, maar ze haalt het weer weg. In 2020 hoeft ze niet meer boos te zijn, in 2020 is ze 26, dan mag ze haar eigen beslissingen nemen. Dan is er geen vader, geen moeder geen stomme psycholoog meer die haar kan vertellen wat ze moet doen. Ronald en Luke zullen haar pestkoppen niet meer zijn, ze zullen haar haren niet meer in de fik steken, haar tas niet meer leeggooien op het schoolplein. Ze zal niet meer uitgelachen worden omdat ze er niet uit ziet zoals de andere meisjes, omdat ze zich niet gedraagt zoals de andere meisjes. Ze zal geen lippen van jongens meer hoeven te kussen in het fietsenhok, haar borsten niet meer laten betasten, alleen omdat ze erbij wil horen. 
Gelukkig, tikt ze daarom.
In 2020 zal ik gelukkig zijn. Ik zal een nieuw leven hebben. Ik zal een nieuw iemand zijn.
*
Ze leest het document nog eens over. Maar de tranen die achter haar ogen prikken zorgen ervoor dat dit onmogelijk is. Abrupt drukt ze op verzenden. Ze wil er vanaf zijn, er niet meer aan hoeven denken. Ze heeft genoeg geleden nu. Raven is moe, zo moe, ze kan niet meer. Dit geheim dat ze al die tijd met zich mee gedragen heeft drukt te zwaar op haar schouders.
*
Tegen de tijd dat het mailtje Raven’s psycholoog heeft bereikt ligt Raven in het ziekenhuis, haar maag word leeggepompt, ze is nog nauwelijks bij bewustzijn. Het is de vraag of ze 2020 nog gaat halen. Om over haar nieuwe vrienden nog maar te zwijgen.

Het stoutste jongetje van de klas

Een blog uitdaging. Schrijf een blog met als titel het stoutste jongetje van de klas.
Nu ja, die uitdaging ga ik wel aan.

Van de zomer woonde hij nog ergens anders, maar midden in de vakantie gebeurde dat verschrikkelijke waar hij het liever niet over heeft. En nu zit hij hier ineens in dit dorp. Waar hij niemand kent, en alles saai en stom is. In de buurt zijn geen kinderen, misschien zijn die op vakantie, hij weet het niet. Gelukkig gaat hij naar de BSO, mama zegt dat hij daar wel vriendjes zal maken. Mama heeft makkelijk praten, die wilde hier heen. Het is allemaal haar schuld.

En echt, hij doet zijn best om vriendjes te maken, maar de andere jongetjes lijken hem niet te zien, hem niet nodig te hebben, ze hebben allemaal al vriendjes. Hij probeert te achterhalen wat ze doen, welke spelletjes ze spelen, maar het lijken geheime codes die hij niet kan ontcijferen. Dat frustreert hem, het maakt hem boos, hij wil gewoon, mee doen. Hij wil dat je andere jongens hem zien, dus doet hij stoerder dan hij is. Hij schreeuwt, speelt de baas, klimt op het dak, smokkelt stiekem chips en cola mee, maar het helpt allemaal niets. Ze vinden hem alleen maar raar. Mama zegt dat het tijd nodig heeft. Mama heeft makkelijk praten, die heeft haar beste vriendje mee genomen naar dit dorp, die heeft geen nieuwe vrienden nodig.

Nog twee weken, dan begint de school, dan zal alles anders worden. Dan zal hij nieuwe vrienden maken. Ondertussen is het gewoon een kwestie van afwachten. Hij leest zijn boeken, speelt zijn computerspelletjes en heel af en toe, speelt hij buiten, met kinderen uit de wijk, die andere mensen bespugen, uitschelden, en altijd chips en cola bij zich hebben die ze dan stiekem opeten uit het zicht van grote mensen. Hij doet niet meer mee met de spelletjes die de BSO juf verzint.En de andere kinderen zijn eigenlijk ook maar een beetje saai en kinderachtig met hun spelletjes. Nee, dit is echt. Dit is vriendschap zoals vriendschap bedoeld is, door dik en dun. Mama zegt dat dit nu juist de verkeerde vrienden zijn, dat ze een slechte invloed op hem  hebben. Mama moet haar grote bek houden, ze begrijpt er helemaal niets van.

Als de school eindelijk begint zitten de jongetjes van de BSO bij hem in de klas. Zijn reputatie is hem vooruitgesneld. Nu al is hij het stoutste jongetje van de klas. Hij probeert zich er tegen te verzetten, maar word door niemand gehoord. Hij schreeuwt het uit, want hij wil zo graag gezien worden voor wie hij echt is. Maar dat interesseert niemand iets. Zij hebben hem niet nodig, zij hebben al vriendjes. En hun mama’s zeggen dat hij een slechte invloed op ze heeft.

Hij zit in een vicieuze cirkel waar hij niet uit komt. Hij is een tikkende tijdbom. Er is maar een oplossing, de school moet weg, dus steelt hij wasbenzine en een aansteker en kijkt van een afstandje toe hoe de vlammen deze gehate plek langzaam opeten. Zonder school zal hij niet langer het stoutste jongetje van de klas zijn. Eindelijk kan hij zichzelf weer worden. Opgelucht haalt hij adem als zijn voeten hem steeds verder van deze verschrikkelijke plek brengen. Mama zegt dat ze niet snapt wie zoiets doet, als ze het nieuws van de afgebrande school hoort, en streelt hem liefkozend door zijn haar. Zullen we samen iets leuks gaan doen vraagt ze. Hij knikt enthousiast, eindelijk word hij gezien.