#BOT 1 Balans


Op de blogs van Linda en Ruud zag ik iets over een #BOT (blog op thema) wat dat precies is weet ik niet, en of ik dit eigenlijk op een andere dag had behoren te doen weet ik ook niet. Maar het thema sloot zo mooi aan bij een verhaal dat ik een paar jaar gleden schreef dat ik maar gewoon in het diepe duik en dat publiceer. Hoor vanzelf wel of ik het goed heb gedaan 🙂  

Balanceren
Ik bevind me op de dunne scheidslijn tussen kind en volwassene, tussen meisje en vrouw. Niet meer het een, nog niet helemaal het ander. Morgen word ik achttien, dan laat ik mijn jeugd officieel achter me. Ik zou me moeten verheugen over de mogelijkheden die dat mij brengt, maar ik voel me als een koorddanseres die haar evenwicht verliest op een slap koord en toch haar hoofd omhoog houdt, er  het beste van probeert te maken. Ik heb geen keus. 
Morgen word ik achttien en vandaag kijk ik terug op mijn jeugd. Ik moet de balans opmaken van het kind dat ik was en de vrouw die ik onderweg ben te worden. Ik zal proberen de geschiedenis niet te vervalsen, niet te liegen, niet te overdrijven of er dingen bij te verzinnen die het mooier of grappiger maken. Ik zal de waarheid vertellen, naakt en rouw zoals de waarheid vaak is, ik zal haar niet polijsten, niet oppoetsen.
Ik ben geboren, dat doen kinderen meestal, maar ik ben geboren als oudste dochter in een lijn van vijf prachtige meiden. Mijn vader noemde mij het oefenkind, ik ben dan ook het minst gelukt, alle gebreken zitten bij mij, ik draag een bril, heb kromme tenen, mijn haar pluist altijd weerbarstig de verkeerde kant op en dan ben ik ook nog eens van de verkeerde kant. Ieder exemplaar na mij werd net iets mooier, iets knapper, iets beter. Soms verdenk ik mijn ouders ervan dat ze doorgingen tot ze hun ideale prinsesje kregen. Dat is ze gelukt, voor mij rest er niets anders dan te leven met mijn gebreken in de wetenschap dat het allemaal toch niets uitmaakt. Wat ik ook doe het zal niet zo geweldig zijn als van de jongste, een perfectere versie van mij in het klein. Dat geeft rust.
Als ik terugkijk op mijn jeugd was dit een gelukkige, onderin mijn boekenkast staan rijen met fotoalbums om dit te bewijzen. Lachende gezichten kijken je aan in verre oorden, pretparken en op familiefeestjes. Misschien geeft dit ook wel een vertekend beeld van de werkelijkheid. Mensen maken nu eenmaal graag foto´s op momenten dat iedereen lacht, dat het wel leuk moet zijn, en als het niet leuk genoeg is zeggen we `kaas´ en lacht iedereen alsnog. Kijk maar eens in je eigen fotoalbum, hoeveel foto´s kom jij tegen van begrafenissen, scheidingen of familiedrama´s? Ondanks dit besef blader ik graag door die albums, kijk ik graag naar die lachende gezichten en zie ik ze als een bewijs, ooit was ik gelukkig.
Dat wil niet zeggen dat mijn jeugd een met rozen bezaaid pad was. En als dat wel zo was dan waren ze in ieder geval vergeten de dorens eraf te halen. Maar ik denk dat het redelijk standaard te noemen was. Mijn ouders zijn nog getrouwd, of dit ook gelukkig is betwijfel ik, ieder weekend vechten ze elkaar het kot uit. “Nina”, zegt mijn moeder dan, “Nina denk goed na voordat je trouwt”, haar blik gaat dan naar mijn vader. Een blik die zegt dat zij niet goed nagedacht heeft. Ik beloof haar dat ik goed zal nadenken. Maar eigenlijk ben ik helemaal niet van plan te gaan trouwen. Ik denk dat ik in de wieg gelegd ben voor iets grootser dan dat. Ik moet totaal onafhankelijk zijn, de wereld bereizen, studeren en dansen op mijn blote voeten, ik heb geen tijd voor trouwen, geen tijd om iemand te leren kennen die zich met alles wil bemoeien. Ik moet vrij zijn. 
Mijn ouders zijn dus getrouwd en ik ben nooit iets te kort gekomen, nog voor ik kon bedenken dat ik iets wilde hebben had ik het. Daarom heb ik nu een verzameling van vijftig barbies in een doos in de kelder staan, naast  een stapel jeugdboekenseries, videobanden en cd’s. Mijn moeder was zo’n moeder met koekjes en thee. Dus ook aan aandacht geen gebrek. Ik kom uit wat je zou kunnen noemen een warm nest. De buurtkinderen kwamen mijn moeder ophalen om te vragen of ze kwam buitenspelen. Ik denk dat ze graag verkeerden in haar warmte. Dat ze wilden dat hun moeder ook een moeder met koekjes en thee was. “Nina, bij jou was het altijd zo gezellig”, zei een van de buurmeisjes laatst nog. Ik moest daar van huilen. De tranen bleven maar uit mijn ogen lopen, ik denk eerlijk waar dat je een bad had kunnen vullen met mijn tranen. Het gaat hem om het woordje `was´, alsof het verleden tijd is. Alsof alle gezelligheid verdwenen is. En misschien slaat ze daarmee wel de spijker op zijn kop.
Nu ik bijna achttien ben, door de schijn van het huwelijk van mijn ouders heenkijk, nu ik me de verhalen achter de foto’s met al die lachende gezichtjes probeer te herinneren, nu ik de balans op maak van mijn jeugd en weet dat wij helemaal niet zo standaard zijn en dat mijn geluk misschien geen echt geluk is geweest slaat de angst mij om het hart. Nu ik weet dat mijn moeder daar wel zat met koekjes en thee, maar dat dat eigenlijk het enige was wat ze nog deed. Nu ik mijn jeugd achter me laat voel ik een zware last op mijn schouders. Ik moet het beter doen.
 Ik moet een betere versie van mijn ouders worden, in het klein. Dansend op een slap koord probeer ik met opgeheven hoofd de wereld in te kijken. Maar ik ben daar niet langer toe in staat. Nooit meer zal ik zo jong zijn als nu. Nooit meer zal ik een kind mogen zijn en er naĂŻef op kunnen vertrouwen dat mijn moeder daar altijd zal blijven zitten met koekjes en thee. Nooit meer zal ik erop kunnen vertrouwen dat mijn wensen vervuld worden nog voordat ik me ervan bewust ben dat ik ze heb.
Morgen zal ik geen kind meer zijn, ik zal mijn jeugd achter me laten, van me afschudden. Ik zal een vrouw worden en het vanaf dan helemaal zelf moeten doen.

Nep Wot #18

Lisa staat voor de spiegel. Vanavond moet alles perfect zijn, want dan heeft ze een date met Ben. Ben die ze al maanden stiekem leuk vind. Ben waarvan ze had gedacht dat hij haar niet zou zien staan. Die Ben heeft haar nu uitgenodigd om mee te gaan naar het concert van Katzenjammer. Nonchalant had hij laten vallen dat hij een kaartje over had, omdat zijn zusje toch niet mee kon, of zij misschien…. Ze wist niet of ze moest geloven dat het kaartje toevallig over was. Het was wel erg toevallig geweest. Ze was een fan van het eerste uur, dat kon hem niet ontgaan zijn. Voor de zekerheid zag ze dit dus maar als een date. Haar gezicht zat verstopt onder een dikke laag foundation, oogschaduw en lippenstift. Ze plakte haar nep wimpers op, die met die schattige steentjes. Haar haren golfden prachtig, geholpen door een haarstukje waardoor het extra lang leek. Met haar handen waaraan ook de nodige zorg besteed was, nieuwe acrylnageltjes, cremetje, duwde ze de kussentjes in haar BH omhoog. Er waren haar twee cupmaten groter beloofd. Keurend bekeek ze het resultaat. Als hij haar nu nog niet zou zien staan wist ze het ook niet meer, haar spiegelbeeld liet het stuk zien waarvan ze nooit vermoed had dat het in haar zat. De bel gaat, zenuwachtig opent ze de deur, haar heupen wiegen langzaam heen en weer. Het is Ben, samen met twee van zijn beste vrienden. Misschien was het toch geen date. Even schaamt ze zich voor haar nep tieten, haar nep nagels, haar kleurenlenzen, nep haar en nep wimpers. Wat moeten ze wel niet van haar denken? Nu heeft vast iedereen door dat ze hem leuk vind. Bovendien is de rest gewoon in t-shirt en spijkerbroek. Ze stapt bij hem in de auto, de hele weg naar de concertzaal toe zegt ze niets. Ze weet zich geen houding te geven. Gelukkig ontdooit ze zodra ze de eerste noten van Katzenjammer hoort. Ze kan niet stil blijven staan en blijven luisteren. Deze muziek vraagt erom om op gedanst te worden. Enthousiast springt ze op en neer. Haar haarstukje zakt uit, haar wimperlijm laat los, haar nagels breken af, zweet druppeltjes dwarrelen over haar voorhoofd. Ze lacht als ze haar haren, haar echte haren naar achteren gooit. Ben komt achter haar staan. Fluistert dat hij haar zo veel leuker vind, gewoon als zichzelf. Dat hij haar verkering had willen vragen, maar door al dat nep niet wist of hij haar wel echt leuk vond. Opgelucht kust ze hem. Even vind ze zichzelf de stomste trut op aarde, natuurlijk was het wel een date, natuurlijk vond hij het ook eng en natuurlijk vond hij haar ook leuk, precies zoals ze was. Dat had hij toch wel laten blijken de afgelopen maanden? Voortaan zou ze gewoon weer als zichzelf gaan!

Verwachting WOT # 14

Ze had hem niet verwacht, niet hier, niet nu. Toch stond hij daar in al zijn glorie. Aarzelend bleef ze met de deurklink in haar hand staan. Ze hoefde zichzelf dit niet aan te doen. Ze kon gewoon weer weg gaan, ergens anders haar vermaak zoeken. Maar zijn ogen hadden de hare al gevonden en keken haar triomfantelijk aan. Nu weg gaan zou laf zijn, dat zou haar een verliezer maken, een slachtoffer, en wat ze ook was, dat zeker niet.

Ze zuigt een flinke teug lucht naar binnen, voelt hoe de koelte haar longen vult, alsof ze een voorraad nodig heeft. Langzaam duwt ze de deur open. Glijden haar vingers van de deurklink af. Ze moet op eigen kracht bij de bar zien te komen. Drie stappen. 1, ik kan dit, 2, ik heb hem niet nodig, 3 waar ben ik in godsnaam mee bezig. Met een zwaai deponeert ze haar jas over de barkruk heen voordat ze plaats neemt. Zijn blik probeert ze te vermijden, maar ze kan het niet laten om door haar wimpers te kijken wat hij doet. Hij kijkt naar haar, zijn ogen prikken in haar rug, branden gaatjes in haar lichaam op plekken waar hij haar ooit begeerde.

“Een zoete witte wijn graag, met ijs” hoort ze haar eigen beverige stem zeggen. Als hij het maar niet in zijn hoofd haalt hierheen te komen, als hij het maar niet in zijn hoofd haalt tegen me te praten, te vertellen over zijn miezerige leventje, denkt ze. De barman overhandigt haar het zoete vocht. Dankbaar kijkt ze hem aan, ze weet er zelfs een glimlachje uit te persen.

Ze speelt met haar glas. Laat het ronddansen in haar handen. Er klotst een beetje wijn over de rand, tussen haar vingers door. Ze likt het goedje van haar vingers en vangt weer zijn blik, zijn blik die iedere beweging die ze maakt lijkt te volgen. Zijn blik die haar gek maakt, altijd al gek maakte. Ze drinkt haar glas in drie slokken leeg. Dan staat ze op, langzaam, trekt haar jas aan, nog langzamer, loopt naar de deur, voelt de oude vertrouwde deurklink die haar zal bevrijden. Voelt een hand op haar arm, een hand die ze maar al te goed kent. “Ga je nu al weg”, fluistert hij beschonken in haar oor. “De nacht is nog jong blijf nog even, dans met mij, ga met me mee”. Haar vingers omklemmen de deurklink nu steviger, ze voelt hoe de deur in beweging komt. Hoe frisse lucht haar een knal in haar gezicht geeft. Ze draait zich om, kijkt hem aan en zegt met die beverige kut stem van haar “ik had hier niet moeten komen, ik, ik had je niet verwacht, niet nu, het is nog te vroeg”.

Verward loopt ze de nacht in. Hem achter latend. En even weet ze niet meer wat ze moet doen. Even kan ze niets anders dan in duizend stukjes breken. Nee, ze had hem niet verwacht.

Kop of munt

Pfffff, zucht Robin terwijl ze uit het raam kijkt., Ik wist niet dat kiezen zo moeilijk kon zijn.
Was ik nog maar zes, toen was mijn grootste zorg of ik de volgende dag met Lotte of met Petra zou gaan spelen. Niets van levensbelang, keuzes die ik net zo goed zou kunnen maken door het opgooien van een muntje. Kop ik speel met Lotte, munt ik speel met Petra. Hoewel dat toen ook hele delicate keuzes leken te zijn. Want stel je voor dat ik twee dagen achter elkaar met Lotte gespeeld had, dan kon dat echt niet nog een derde dag zonder Petra te kwetsen. Maar op de een of andere manier leek het altijd wel weer goed te komen. Nu is het nog maar de vraag of het ooit weer goed komt. Dit keer heb ik er zo’n zooitje van gemaakt, is alles zo krom dat ik niet weet of het ooit weer mogelijk is het recht te maken denkt Robin. In haar hand houd ze een muntje. Zou ze het proberen? Kop het blijft aan, munt ik maak het uit. Zou het zo simpel kunnen zijn? Ze gooit het muntje op, gewoon zomaar, om te kijken wat er gebeurd. Munt, shit, ik wil het helemaal niet uit maken. Ik hou van hem. Maar stel nu dat iedereen gelijk heeft. Dat het een klootzak is, dat hij met mij hetzelfde doet als wat hij toen met Lisa deed? Was dat niet Lisa haar eigen schuld geweest? Was Lisa niet gewoon een stomme trut geweest? Ik probeer het gewoon nog een keertje, voor de zekerheid, je weet maar nooit. En weer gooit Robin het muntje op. Kut! Munt!

Dit blog kwam tot stand met behulp van mijn facebook vriendjes die mij woorden gaven waar ik dit verhaaltje omheen heb verzonnen. Bedankt jongens.