Bekentenis

“Ik moet je iets bekennen”, fluisterd hij, terwijl hij een wit kopje ophoud.
Alert door zijn serieuze toon kijk ik naar hem op, ik ben een en al aandacht als ik het kopje aanpak.
“Ik heb geen koffie”, zegt hij tenslotte.
Opgelucht schiet ik in de lach, de alarmbellen gingen voor niets af, hij lust, net als ik, geen koffie. Weer iets voor op ons lijstje van gemeenschappelijkheden.

Eenzaam kopje

Het is weer woensdag witte kopjes dag. Ben bijna door mijn witte kopjes heen, dus moet of nieuwe gaan schrijven of een nieuwe uitdaging gaan bedenken.

Er was met deuren gesmeten, geschreeuwd en gescholden. Er was een besluit genomen, zo gaat het niet langer we gaan hoe dan ook vandaag nog uit elkaar. Er werd gewikt en gewogen, cd van jou, cd van mij, cd van ons allebei, maar gekregen van MIJN vrienden, dus van MIJ! Er werd gepakt, in dozen gestopt, verdeeld en weggegooid. Ieder bordje, ieder kopje, ieder glas, ieder mes, iedere vork, iedere lepel die van mij was verdween in een doos. Haar kastjes die gisteren nog ook van mij waren geweest, laat ik leeg achter. Op het aanrecht staat een eenzaam wit kopje als ik de deur voor goed achter me dicht trek.

9 witte kopjes

Of het niet eens tijd werd om mijn uitzet bij elkaar te gaan sprokkelen, vroeg hij. Hoezo een uitzet bij elkaar sprokkelen had ik geroepen. Want ik had gezien hoe vriendinnetjes een beren servies verzameld hadden, en had meteen instant medelijden met hun toekomstige vriendjes gehad. Ben je eindelijk verlost van het boerenbond van mama heeft je vriendin een beren leuk servies. Als dat niet een reden is om alsnog toch maar niet te gaan samen wonen.

Ik zou het dus anders aanpakken, ik zou geen uitzet sparen maar geld. Harde euro’s in plaats van vrolijke beertjes. Maar hij bleef maar zaniken en zeuren over bordjes en bekkertjes, pannetjes en kopjes. Ik weet niet eens waar ik later ga wonen, of met wie, had ik geroepen. En die ander, die ik nu nog niet kende, waar ik de smaak nog niet van wist, die moest het toch zeker ook mooi vinden?

Daar had hij geen boodschap aan gehad. Spullen moest ik kopen, het liefst een hele lijst. Dus kocht ik een wit servies, 9 witte bordjes, 9 witte dopjes voor je ei, 9 witte schoteltjes, 9 witte kopjes, 9 witte van alles en nog wat.

Door de jaren heen was er soms een ander, die voor even of iets langer koffie of thee kwam drinken uit mijn kopjes. Maar meestal was ik alleen, alleen met mijn witte kopje, speciaal gekocht voor die ander, waar ik de smaak nog niet van kende.

Stilleven

Vorige week was ik hier nog, op maandagochtend het huis uit gerend omdat ik nu echt werken moest.
Mijn witte kopje, halfvol nog, achterlatend naast een bordje met een sinaasappelschil uit een stuk.
Nu, vrijdagavond, een week later, staan mijn kopje en mijn bordje met de schil hier nog steeds. Alsof ik nooit ben weggeweest. Even voel ik me intens gelukkig, omdat ik een week lang gevangen heb gezeten in het stilleven op zijn tafel.

Een wit kopje

Yoeke Nagel schreef het boekje 99 witte kopjes op een tafel. Nu heb ik het boekje nog nooit gelezen maar ik geloof dat het gaat om 99 manieren om op te schrijven dat er een wit kopje op tafel staat. Want het maakt nogal uit wie het kopje vind, waarom het er staat of hoe het daar terecht is gekomen.

Leuk en aardig dacht ik, maar eerst zien dan geloven. Dus begon ik te schrijven over een wit kopje, in rap tempo volgde er nog drie verhaaltjes over witte kopjes. Kennelijk zit er dus meer in een wit kopje dan ik gedacht had. De eerste vier weken zul je op woensdag dus een wit kopjes verhaal van mij vinden.

Vanmorgen ben ik gaan werken, toen ik terug kwam stond er een enkel wit kopje op de tafel. Het valt me nu pas op hoe lelijk dat hotel servies is. Juist omdat het zo onuitgesproken is, zo aan iedereen zijn smaak moet voldoen dat het niet anders dan smakeloos kan zijn. Als ik in de kast kijk zie ik dat haar helft leeg is. Ze is echt weg. De afgelopen maand is als een droom voorbij gegaan. Nu ben ik weer alleen, in dat verdomde Griekenland. Waarom wilde ik hier ook alweer zo graag zijn? Ze heeft haar stoel niet aangeschoven, niets voor haar. Ik ga erop zitten alsof ik haar ben, en druk het witte kopje waaruit zij enkele uren geleden haar thee dronk tegen mijn lippen aan. Een koude siddering gaat door mijn lichaam. Vanavond zal ze weer bellen.