Gewoon Klaartje Boon

Als mijn moeder perse even langs de Slegte wil, omdat ze wil kijken of er misschien een tweedehands exemplaar is, van een boek dat ze wil hebben. Slenter ik richting kinderafdeling. Ik weet niet waarom ik dat doe, het gebeurt gewoon. Mijn oog valt direct op een stapeltje exemplaren van “Gewoon Klaartje Boon”. En enthousiast roep ik uit, “oh, dat is mijn lievelings”.

Want niets aan Klaartje Boon is gewoon. Klaartje Boon is een grappig meisje uit een niet zo gewone familie, die het soms belangrijker vind om een boom te redden, dan op tijd in de schoolbanken te zitten. Haar juf is het daar niet zo mee eens. Maar haar juf is dan ook van het soort dat vind dat kinderen moeten luisteren en dat je daarom gemene dingen tegen ze mag zeggen zonder dat zij iets terug mogen zeggen. Hoe kan zo’n meisje niet tot je lievlingsfiguurtjes behoren?

De meneer die in de winkel werkt bij de afdeling kinderboeken vind het nogal verdacht. En staakt zijn boekenrechtzetwerkzaamheden meteen om te komen kijken wie daar zo enthousiast staat te doen en om welk boek het dan precies gaat. Als hij mij met Klaartje Boon ziet glimlacht hij eventjes, alsof hij zeggen wil dat hij het helemaal snapt dat ik dit meisje in mijn hart heb gesloten.

Op mijn werk reageren een aantal moeders enthousiast als ze mijn boek zien liggen. Want nadat ik het zelf gelezen heb kan ik het niet laten om het ook nog eens een keertje voor te lezen en te kijken of de kinderen er even veel lol om hebben als ik. Ik geloof dat het alleen meer iets is voor grote mensen die stiekem nog een beetje kind willen zijn, want de mama’s reageren veel enthousiaster.

Dag vriend!

Gisteren avond las ik de laatste bladzijde van Dag vriend! Een boekje over intiem kapitaal in tijden van Facebook. Een boekje dat me aan het denken zette. Want het roept vragen op. Wat is privacy? Wat zet je wel online? En wat niet? Mag iedereen zomaar alles lezen of dienen we selectiever te zijn? Kunnen internet vrienden ook vrienden zijn of moet je hiervoor iemand op zijn minst een keer in het echt ontmoet hebben.

Vragen die ik mezelf ook wel stel zonder dit boekje. Maar eveneens vragen die ik vaak weg wimpel, ach het zal zo’n vaart niet lopen. Dan kunnen ze lezen dat ik biseksueel ben. Nou en? Wat dan nog? Alsof dat een geheim is! En als er tijden van oorlog komen en ze me een kogel door mijn kop willen schieten omdat ik ook op vrouwen val, dan doen ze dat maar. Ik zal strijdlustig zijn. Zal mezelf niet verstoppen of verloochenen. Ik ben wie ik ben. Toch?

Op andere momenten liet ik me weer wel weerhouden bepaalde dingen te posten. Een gedichtje schrijven voor mijn overleden Tante, geen probleem, een blogje over mijn overleden Oma, ach ik liet wat details weg, schreef niet hoe ik me echt voelde, maar ook dat moest kunnen. Maar me met Foursquare inchecken in het rouwcentrum? Nee, dat vond ik een brug te ver gaan, dat doe je niet. Het voelde voor mij onfatsoenlijk.

Vandaag overleed mijn oom. Een uur geleden poste mijn neven een berichtje op facebook met de tekst:

Lieve papa

Na een heel lang ziektebed heb je dan eindelijk de rust gevonden. Lieve papa rust zacht, ik zal altijd van je blijven houden.

Een andere neef ging nog minder strikt met de privacy van mijn oom om, hij maakte een linkje naar het facebook profiel van mijn oom en omschreef zijn worsteling met kanker.

Ik wist niet eens dat het kanker was waar mijn oom aan dood lag te gaan. Misschien maakt mij dat een slecht nichtje. Onze band was niet zo heel innig. Maar ik wist wel dat mijn Oom dood lag te gaan. Vrijdagavond zijn ik en mijn zusjes met mijn vader mee gegaan om afscheid van zijn broer te nemen. Nu is hij dood en ik lees dat op Facebook. En ik denk aan intiem kapitaal, het voelt niet correct dit via zo’n onpersoonlijke weg te vernemen. En heus, ik ben wel blij voor mijn neven, en hoe ze gesteund worden door hun vrienden op Facebook. Maar ik had het liever anders vernomen.

Aan de andere kant doen ik en mijn zusjes er ook aan mee. Op twitter plaats ik:

OMG lees niet via Facebook dat mijn oom is overleden, hadden ze niet even kunnen bellen.

Een paar minuten later lees ik bij mijn zusje:

Mijn zus belde net. “Ik lees net op Facebook dat oome wim is overleden” hmm toch fijn dat we er via internet nog achter komen

En ik schrijf dit blog. Vol met intiem kapitaal en geklaag. Want we voelen ons te kort gedaan, we hadden liever een persoonlijk berichtje gehad. En dat gevoel willen we delen. Het is maar een duaal iets, dat intiem kapitaal. Je kunt het er niet over hebben zonder er aan mee te doen. Maar dat concludeerde Stinne Jensen, de schrijfster van Dag vriend! zelf geloof ik ook al.

Contacteren

Als ik de telefoon ophang kijkt hij me uitdagend aan en zegt “Ik ben benieuwd wat Paulien Cornelisse daarvan vind”. Onthutst zeg ik “waarvan?”, want ik heb echt geen idee waarom Paulien iets zou vinden van wat ik doe of zeg, zo intressant ben ik nu ook weer niet. ‘Contacteren’, zegt hij nu, en zijn blik heeft iets fanatieks. Mijn blik is meer verbaasd, waarom zou Paulien iets vinden van het woord contacteren, dat is toch gewoon correct? “Nee hoor”, zegt hij, je moet zeggen “contact opnemen met”. “Bovendien”, gaat hij verder, “heeft Paulien een hekel aan verkeerd taal gebruik, ze kan zich daar echt aan irriteren, dat zei ze laatst in een interview”.

Ik besluit dat het verstandig is mijn mond te houden, ook al weet ik bijna zeker dat je ook contacteren mag zeggen. Eigenlijk doet het er ook niet meer zoveel toe of je dat nu wel of niet mag zeggen. Waar het echt om gaat is dat mensen die zichzelf irriteren aan iets dat kennelijk verkeerd taalgebruik is dat ineens in de mond van Paulien Cornelisse leggen. Alsof het dan meer gewicht heeft. Paulien zou het vast verschrikkelijk vinden, dus pas op, straks staat ze met de taalpolitie voor de deur.

Overigens niet echt een drijging. Het lijkt me wel gezellig als Paulien hier op de stoep staat. Kunnen we gezellig thee drinken, praten over circusles voor volwassenen en bellenblazen. En uhhhh volgens het woordenboek bestaat contacteren gewoon, oke in Nederland is het niet de standaardtaal waar het dit in Belgie wel is, maar fout is het zeker niet!

Onthechten

Deze week van mijn Boeddha in 5 weken project stond in het teken van onthechten. Je hoefde niet direct grote hechtingen aan te pakken zoals roken, eten of drinken maar mocht met kleine hechtingen beginnen. Zoals bijvoorbeeld eens een aflevering van je favoriete soap over te slaan. Nu ja dat is niet zo heel moeilijk, ik volg geen soaps en ik heb ook geen verslaving aan roken, eten of drinken, dus daar hoef ik ook al niet aan te beginnen.

Waar hecht ik me dan wel aan? Thee, opperde Visje, maar als er geen thee is drink ik net zo lief een glaasje water. Misschien mijn smartphone? Hoewel het internet op mijn smartphone al steeds vaker uit staat. Internet in het algemeen dan? Tja, maar valt dat niet onder grote hechtingen? Te groot om helemaal mee te stoppen in ieder geval. Bovendien heb ik dat al eens een week met succes geprobeerd.

Ieder dag bedacht ik weer iets dat ik best een dagje kon missen, en iedere dag ging het me met gemak af. Zo heel erg gehecht ben ik kennelijk niet aan vaste rituelen. Zelfs het beoefenen van Yoga en Meditatie waar ik sinds dit project weer mee begonnen ben kan ik een dagje over slaan.

Maar toen gebeurde het, ik verloor mijn etui. Mijn groene etui met vrolijke bloem erop was nergens meer te vinden. Niet thuis, niet op mijn ene werk, niet op mijn andere werk. Natuurlijk vind ik het niet erg, sprak ik stoer. Nee hoor helemaal niet, er zitten alleen maar pennen in. Ja, wel mijn stabilo pennen, en die enne gebloemde vulpen, dat wel. Maar het is maar materie, ik koop wel nieuwe. Oei, vind ik die zwaanvormige puntenslijper uit dat ene hippe winkeltje waar ik ooit met Visje was nog wel terug? Oh, en mijn gummen, die in dat schattige mini etuitje, die ik met de Gesprekspartner kocht, die waren ook zo leuk, tja die collectie bestaat vast niet meer Nu heb ik niet meer hetzelfde Hello Kitty potlood als Shopvriendin. En de etui zelf, maar een goedkoop Hema dingetje, maar weet je hoe snel het assortiment daar veranderd? Die vind ik nooit meer terug. Nu ja, ik hoop maar dat mijn spulletjes gevonden worden door een kind dat er erg gelukkig mee is, maar ik zal ze best een beetje missen. En toen ik die gedachten dacht besefte ik me dat ik het meest van alles gehecht ben aan mijn spulletjes. (mensen waar ik me ook nogal snel aan hecht laat ik hier even buiten). Misschien is voor mij de grootste oefening niet een gewoonte overslaan, maar iets waaraan ik gehecht ben weg te geven. Gewoon zomaar omdat iemand anders het ook graag ziet.

Ik had toen ik aan dit project begon niet gedacht dat ik zoveel lessen zou leren. Het is bijna jammer dat ik nog maar een week te gaan heb.

Leven in de werkelijkheid

De tweede stap om een Boeddha in vijf weken te kunnen worden is, leven in de werkelijkheid. Iets dat klinkt alsof het net zo makkelijk is als adem halen. Maar tjongejongejonge, wat heb ik me daarin vergist. Want het observeren van mijn omgeving is heus niet zo moeilijk, ik zie de vogeltjes in de bomen wel, of dat konijntje dat een paar meter voor mijn fiets rondspringt. Alleen dwalen mijn gedachten daarna al snel af naar strakjes, of naar zo net, misschien zelfs wel naar gisteren of naar morgen.

Misschien dat ik meer succes behaal bij het doen van gewone acties. Zoals afwassen, of stofzuigen. Maar onder het afwassen denk ik al snel aan dat vriendinnetje van vroeger die me pas op Facebook heeft toegevoegd, en hoe zij altijd eerst de glazen afwaste alvorens de rest van de vaat het afwaswater mocht bevuilen. Of aan die keer dat er te veel afwasmiddel in het water had gezeten en wat een pret ik met het schuim had gehad. Ik doe mijn best mijn aandacht te houden bij het bordje en de afwasborstel die ik in mijn hand heb. Maar dat doet me weer denken aan de verjaardag waarvoor ik dit bordje kocht, en mijn tripje naar Ikea laatst waar ik nieuwe afwasborstels kocht. Natuurlijk zijn dit onderdelen van mijn werkelijkheid, maar ik vrees dat er met leven in de werkelijkheid meer leven in het nu bedoeld word. Dat ik dan heel bewust op mijn boterhammetje kauw en de structuur van het brood voel en opmerk dat de kaas een andere structuur heeft dan het brood, en dat alles zompig word als ik dan ook nog een slokje thee neem. Dat soort dingen.

Heel even zag ik mijn hele project niet meer zitten. Interesseerde het me geen ene biet wat ik in de komende drie weken nog zou gaan leren. Tot ik in mijn meditatie boekje een zelfde soort oefening tegen kwam. Alleen dan zo opgeschreven dat ik er wel mee uit de voeten kan. Oh ja dat had ik nog niet verteld, ik ben vorige week begonnen met mediteren, omdat ik dacht dat dat van pas zou komen bij het bewuster ademhalen. Natuurlijk had ik niet gedacht dat het me eigenlijk nog veel meer van pas zou komen bij het leven in het nu.

Dus nu neem ik ’s avonds voor ik ga slapen mijn dag door, en probeer ik zo precies mogelijk te herinneren wat ik heb gedaan. Daar waar grote gaten zitten leefde ik kennelijk niet genoeg in het nu. Dat geeft niet, morgen is een weer een dag, een dag waarvan ik me nog meer ga proberen te herinneren dan vandaag. Kijk, dat is nog eens een duidelijke opdracht! Daar kan ik wat mee, ineens ben ik weer vol energie, en vraag ik me af wat de boeddhisten de komende drie weken voor mij in petto hebben. 

Dit is trouwens dat oh zo fijne meditatie boekje! 

Harde lessen

Daar sta ik dan met mijn goede gedrag heerlijk mijn ademhalingsoefeningen te doen om vooral maar controle over mijn geest te krijgen. Eigenlijk heb ik een beetje vals gespeeld en ben ik al een week met deze oefening bezig. Maar toen was ik ook nog bezig met de No impact week en was ik bang dat dingen te veel door elkaar gingen lopen als ik mijn ervaringen van mijn vervolgproject namelijk Boeddha in vijf weken ook zou delen.
De eerste dagen gingen me gemakkelijk af. Ik was ziek en alleen thuis, ik sprak geen mensen, ik zag geen mensen, ja hoor ik had volledige controle over mijn geest. Een negatieve gedachten? Geen probleem, ik reguleerde mijn ademhaling en hoefde er dan eigenlijk al niet eens meer moeite voor te doen om er als vanzelf een positieve gedachten tegenover te zetten. Maar toen gebeurde het, de buitenwereld drong langzaam weer mijn woonkamer in. Mijn moeder bleek ziek, en niet zo’n beetje ook, het ziekenhuis wilde haar meteen houden. Ik ademde en voelde hoe deze ademhaling me hielp om niet in paniek te raken. Want wat had mijn moeder er aan als ik nu beelden zag van hoe ze half dood lag te gaan? Bovendien was dat nog helemaal niet aan de orde, dat half dood gaan. Kon ik niet beter gewoon rustig blijven en uitslagen van onderzoeken afwachten? Maar zou ik wel een goede dochter zijn, als ik me niet druk maakte en rustig af zou wachtten? Ik ademde in, ik ademde uit, en ik voelde hoe ik rustiger werd. Maak je maar geen zorgen over dingen die nooit gebeuren, dacht ik. Mama gaat echt niet zomaar dood. Ziek en dood zijn niet twee dezelfde dingen. En weer ademde ik in en ademde ik uit en voelde ik hoe dit werkte.
Ook later deze week kwam ik in situaties terecht waarin ik heel even vergat dat ik deze week controle over mijn geest zou gaan hebben en merkte ik dat mijn hoofd sneller reageerde dan ik. Maar dan ademde ik weer even in en uit en kwam ik dichter bij mezelf. Heel fijn dat het werkt hoor. Maar mogen de lessen in het vervolg graag wat milder zijn? En willen jullie de gezondheid van mijn moeder daar buiten laten lief universum? Alvast bedankt! 

Boeddha in vijf weken


De nieuwe editie van het tijdschrift Yoga kun je kopen met het boekje Boeddha in 5 weken erbij voor een paar euro extra. Ook al was het No impact week en had ik met mezelf afgesproken dat ik alleen dingen die ik echt nodig had mocht kopen, kon ik het niet laten liggen. Ineens voelde het heel urgent dat ik een Boeddha zou worden in vijf weken.  Niet dat ik ervan overtuigd ben dat er zoiets bestaat als een spoedcursusje Boeddha worden. En het is niet bepaald zo dat ik heftig op zoek ben naar zingeving in mijn leven. Zingeving haal ik genoeg uit het heksen, maar het kan nooit kwaad om jezelf te ontwikkelen en waar je je kennis vandaan haalt is voor mij altijd minder belangrijk geweest dan dat je ergens kennis opdoet. Ik vind het niet zo erg om een eclectische levensvisie te hebben. Eigenlijk is dat de enige visie die bij mij past omdat die niet star is. Bovendien zijn er zat heksen die zich laten beïnvloeden door Sjamanisme of andere magische stromingen, dus waarom dan niet door het Boeddhisme?
Daarnaast was er een periode, ik was erg jong nog toen en had van hekserij als serieuze levensovertuiging nog nooit gehoord, dat ik boeken over Boeddhisme verslond. Ik kon het alleen niet in mijn leven inpassen zoals ik hekserij in mijn leven kan inpassen. Misschien omdat mijn roots er niet liggen, omdat het allemaal net even iets te oosters is, omdat de verhalen niet geschreven zijn voor mijn cultuur, zoals de verhalen van bijvoorbeeld Asatru dat wel zijn, simpelweg omdat ze mijn cultureel erfgoed zijn. Omdat het hier vandaan komt. Het Boeddhisme verdween naar de achtergrond op het moment dat ik besloot de hekserij in mijn leven toe te laten. Een keuze die mij veel verrijking heeft gebracht en nog steeds brengt.
En toch sta ik nu zoveel jaar later weer wel met een boekje over Boeddhisme in mijn handen en heb ik de overtuiging dat ik hier de komende vijf weken mee aan de slag ga. Ik ben sceptisch, en het eerste deel van het boek, het deel waarin de auteur vertelt hoe hij op dit pad is gekomen en hoe hij denkt dat het ook toepasbaar is voor een westerse samenleving irriteert mij met enige regelmaat mateloos. Maar ik las door en kwam dingen tegen die voor mij vroeger even vertrouwd klonken als de wet van drie en de wiccan rede dat nu doen. Ik lees over het  Het achtvoudige paden de vier edele waarheden. Het klinkt me allemaal een beetje als intellectueel geneuzel in de oren. De teksten zijn erg moeilijk om te begrijpen, maar misschien gaat het ook niet om begrijpen, misschien gaat het gewoon om doen. Ongeduldig lees ik verder. Als ik bij hoofdstuk 14 ben aangekomen gaat het eindelijk niet meer over kennis, niet meer over de auteur maar mag ik aan de slag gaan, mag ik gaan ervaren.
De eerste oefening is “controle over de geest krijgen” want denken is de oorzaak van emotie en emotie de oorzaak van lijden. Om niet meer te lijden moet je negatieve gedachten dus omvormen naar positieve gedachten. En dat kunnen we doen door onze ademhaling te kalmeren en daarmee ook onze lichamen want die zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als we ons dan nog even beseffen dat gedachten worden geproduceerd door ons onbewuste zijn we klaar voor de eerste week. Allemaal leuk en aardig, maar hoe doen we dat dan? Het antwoord lijkt simpel, gewoon een paar keer per dag een moment nemen om 8 keer diep adem te halen en bewust bezig te zijn met deze ademhaling. Hoe vaker je dit herhaalt hoe sneller je de staat van verlichting waar we kennelijk naar streven bereikt.
Dat klinkt niet al te moeilijk! Ik ga dus een weekje oefenen in iets dat ik al heel goed kan, ademhalen!