Druk


De kinderen op mijn werk zijn druk, erg druk. En wat ik ook probeer ik krijg ze niet rustig. Hoewel ze boven de 7 zijn kunnen ze het nog net aan als ik ze een prentenboekje voorlees, of een verhaaltje van Pinkeltje. Maar verder willen ze alleen maar schreeuwen, rond rennen, stampvoeten en gillen. 
Mijn leidinggevende spreekt me aan, dat dit zo niet kan, dat ik er echt iets mee moet. Ik moet activiteiten aanbieden, en iedereen moet daar aan mee doen, of ze nu willen of niet. De kinderen moeten beziggehouden worden. Ik leg haar uit dat dat normaal niet hoeft met de dinsdag groep. We hebben vooral meisjes die opgaan in net alsof spel, zonder de bemoeienis van de juf. Zo kunnen ze zich uren vermaken, maar vandaag lukt dat niet. 
Als ze eindelijk aan tafel zijn, en eventjes rustig achter een stukje taart zitten, dat een van de kinderen die vandaag voor het laatst is trakteert, zie ik mijn kans schoon. “Waarom zijn jullie vandaag eigenlijk zo druk”, vraag ik tussen twee happen door. Dan komt het antwoord dat zo voor de hand liggend is dat ik mezelf alleen maar voor mijn hoofd kan slaan dat ik daar zelf niet aan gedacht had. “Juf, we zijn zo zenuwachtig, want over 4 nachtjes slapen komt Sinterklaas aan, en de motor van zijn boot is stuk, dus misschien kan hij helemaal niet komen”. “Ja”, vult een ander meisje aan, “in groep 8 zeggen ze dat Sinterklaas helemaal niet meer kan komen omdat hij al heel oud is, of misschien niet eens meer bestaat”.
Opgelucht loop ik naar mijn leidinggevende, ik heb de veroorzaker van al deze drukte ontdekt. Hoopvol kijkt ze me aan. Het is die oude man, die luistert naar de naam Sint Nicolaas. Snel pak ik papier en teken spullen, de rest van de middag zijn mijn kindertjes weer even lief en schattig als altijd. Met hun tong uit hun mondjes van inspanning zijn ze mooie tekeningen aan het maken, want als de motor van de boot straks weer heel is en Sinterklaas toch kan komen willen ze goed voorbereid zijn.

E-mail

Toen ik stage liep bij een jongerencentrum vroeg mijn stagebegeleider om mijn e-mail adres. Ik vond dat toen een beetje een vreemde vraag, e-mailen was iets dat ik voor de lol deed, niet bepaald iets waarbij ik dacht aan mijn stagebegeleider. Het was een draak van een man die mij ieder stagegesprek aan het huilen kreeg. Maar ik was een braaf meisje dus gaf mijn e-mail.Caja_Artemis@msn.com.

Waarom heb je geen e-mail adres met je eigen naam? Vroeg mijn begeleider, je heet toch geen Caja, of wel soms? Ik legde uit dat iedereen een nickname had, dat onze ouders dat wel zo veilig vonden op internet. Maar de man wist van geen ophouden, ik had een zakelijk e-mailadres nodig met mijn eigen naam. Dat stond, beter. Ik was het natuurlijk hartgrondig met de man oneens. Hoezo een zakelijk e-mail adres? Was ik zakelijk dan? Ik droeg toch ook geen mantelpakje? Nee, zakelijk was iets dat ver van mijn bed stond, waar ik later nog wel eens over wilde nadenken, maar nu zeker niet!

Toen ik mezelf een stagiaire hoorde aanraden om een wat zakelijker e-mailadres aan te maken omdat lovleygirrrlllyyyy1993@live.com nu niet bepaald representatief is als je bijvoorbeeld een sollicitatiebrief wilt versturen verbaasde ik mezelf misschien nog wel het meest.

Kennelijk vind ik dus toch dat bepaalde adressen niet kunnen. En niet alleen bij die stagiaire betrapte ik mezelf daarop. Toen ik van een jeugdvriendinnetje zag dat ze nog steeds voornaam+loves+achernaam jongen waarop ze stiekem verliefd was@hotmail.com gebruikte, ook al is ze lang en breed getrouwd met iemand met een totaal andere achternaam vond ik dat ook een beetje stom. En vooral heel erg puberaal eigenlijk. Hoewel mijn Caja_Artemis adres even oud is als dat van haar vind ik dat dan weer wel kunnen, ook nu nog. Natuurlijk heb ik voor zakelijke dingen inmiddels een professioneel adres, met mijn voor en achternaam. Maar ik voel me nog steeds verbonden met Caja_Artemis, het is een deel van mij geworden.

Misschien is dat wel waarom ik inmiddels vind dat je zorgvuldig om moet gaan met welk adres je voor welk doel gebruikt. Het heeft tenslotte alles met imago te maken. Met wie je bent, of wilt zijn. Wat je identiteit is of zou moeten zijn. En hoe serieus zou jij loveleygirllllyyyyy1993 op de werkvloer nemen? Juist dus!

Pret met luciferdoosjes

Twee van de meiden bij mij op het werk kwamen met het idee om iets met het thema recyclen te doen. Dus zijn we druk in de weer met het bedenken van een tweede leven voor tal van dingen. Vandaag waren de luciferdoosjes aan de beurt.  

Het werd bijvoorbeeld een bedje voor een poppetje

 Een envelopje voor een lief briefje
Of een doosje voor je sieraden

Het enige nadeel was dat we een beetje vals gespeeld hebben, en dus speciaal voor dit doel luciferdoosjes gekocht hadden. Ik zit nu met een overschot aan lucifers. Eens kijken wat we daar mee kunnen maken! 

Loslaten

Afscheid nemen, loslaten, het hoort bij mijn werk en ik heb het al ontelbare keren gedaan, moeten doen. Kinderen worden te groot voor de peuterspeelzaal of BSO, hebben geen overblijf meer nodig, mogen voortaan zelf thuis blijven, verhuizen, ouders verliezen banen of gaan minder werken. Het is zelfs een keer voorgekomen dat ik zelf wegging om mijn geluk elders te beproeven. Je zou dus zeggen dat ik een expert ben geworden in dit afscheid nemen, dit loslaten. En ik moet zeggen meestal gaat het me ook wel goed af.

Nu de zomervakantie voor de deur staat komt ook die periode van afscheid nemen er weer aan. Bij bijna alle kinderen gaat dat me goed af. Maar bij haar niet. Zij is een meisje dat altijd enorm veel aandacht vraagt, dat woest kan worden als ik even geen tijd heb om te kijken naar haar koprol, haar zandtaartje of haar kunstjes op de fiets. Een meisje dat ook al is ze het grootste gedeelte van de tijd best wel groot en stoer nog zo vaak even op schoot komt kruipen om een knuffel te halen. Een meisje dat al jaren lang 5 dagen per week onder mijn hoede is. En nu hebben haar ouders van de een op de andere dag besloten dat het genoeg is geweest, dat ze er aan toe is om alleen naar huis te gaan, om lekker buiten te spelen met vriendjes en vriendinnetjes.

En echt ik gun haar dit meer dan wie dan ook. Maar er knaagt  iets. Ergens is er zo’n onbehagelijk gevoel dat zich hier tegen wil verzetten. Dat haar nog niet los kan laten. Dan zie ik haar weer met ketchup op haar knie onder het klimrek liggend, zogenaamd huilend, om uit te testen of wij hier wel op reageren. En o wee als ik dan een keertje niet reageer, omdat ik weet dat het ketchup is en de andere kinderen net zo goed mijn aandacht verdienen. Dan kwamen de echte tranen, omdat ik niet genoeg om haar zou geven, omdat het mij niet zou interesseren dat ze bloed had, dat het slecht met haar ging.  De gesprekjes die ik daarna met haar had, dat ik heus wel om haar geef, dat ze heus wel belangrijk is, maar dat ik liever heb dat ze op een positieve manier aandacht vraagt, want als er straks een keer echt iets aan de hand is, hoe moet ik haar dan nog geloven? Had ik de vorige keer niet al over Peter en de Wolf verteld?

Nee, een meisje dat nog zoveel aandacht en begeleiding vraagt, kan ik niet loslaten zonder dat dit mijn hart breekt. Ik weet dat het mij professioneel gezien niet zo zou mogen raken. Dat ik dit niet mee naar huis hoor te nemen. Maar ik kan niet anders. Het raakt mij te diep.

Lief meisje, straatmadelief er vrolijk op los, en kom af en toe nog langs voor een kopje thee. Weet dat niet iedereen die je aandacht geeft per definitie goede bedoelingen heeft. Ik ga je vreselijk missen. maar vertrouw erop dat je me weet te vinden als dat nodig mocht zijn. Ik heb nog twee maanden om je dat te vertellen, om je dat duidelijk te maken. Maar woorden lijken steeds weer te kort te schieten voor levenslessen in een notendop. Ik moet erop vertrouwen dat je het vanaf nu zelf kunt. (met hulp van je papa en mama natuurlijk) En ja mensen, dat vind ik vreselijk moeilijk!

Vingerverven

Als we op de BSO aan het schilderen zijn bedenk ik me dat het veel leuker is om met je vingers te verven dan met kwasten. Dus doop ik mijn vingers in de verf en ga aan de slag. Zonder plan, met behulp van een vier jarig meisje en onze stoere snuffel stagiair. Uiteindelijk word het best een vrolijk schilderij, vol bloemen, zon en een vrolijk meisje. Moet ik misschien toch maar eens vaker doen!

Prinsessen en anderde sprookjesachtige meisjes

Vandaag begon een van de meiden zomaar uit zichzelf een lijstje te maken van sprookjesprinsessen. Even dwangmatig als bij mij moesten het er tien zijn. Toen we er niet aan tien kwamen mochten andere sprookjes meisjes ook wel. Want na Doornroosje, Sneeuwwitje en Assepoester vonden we het toch wel lastig worden. Volgens het Meisje was Belle ook een prinses, volgens mij was het de dochter van een marktkoopman, maar na dat ze trouwde met het beest/de prins werd ze vast een prinses. En hoe zat het met Ariël? Dat was toch ook een (zee)prinses? Met een beetje moeite bedachten we dat ook prinsessen waar we de naam niet van kende telde. Dus de prinses op de erwt en de zwanenprinses mochten ook. Nog maar drie te gaan. Het prinsesje uit koning Lijsterbaard kende ze niet. En de prinses met de gouden bal en de kikker? Zou die tellen? Of moesten we onze lijst toch aanvullen met Roodkapje, Raponzel en Duimelijntje. We kwamen er niet helemaal uit. Maar dat geeft ook niet. Wat ik wel weet is dat ik al veel te lang geen lijstjes meer heb gemaakt en dat het hoogtijd word dat ik dat weer eens doe. Binnenkort dus een lijsjtje met een iets volwassener thema…

Baksteen WOT #19

Ooit maakte ik met kinderen een bewerking op het sprookje “stenensoep”. Een verhaal dat gaat over twee zwervers die nu echt helemaal geen geld meer hadden en daarom de list van de stenensoep bedachten. Zij zouden de steen mee brengen, en iedereen die ook een beetje van deze bijzondere soep wilde proeven moest een ingrediënt mee nemen. Het zou zeker de moeite waard zijn, want het zou de lekkerste soep worden die een ieder ooit geproefd had. Natuurlijk wilde de mensen graag van deze soep proeven en dus kwamen ze in grote getale aan met de lekkerste ingrediënten, je kunt je voorstellen dat het echt de lekkerste soep werd die de mensen ooit geproefd hadden. Ze voelde zich dan ook niet eens opgelicht. En onze zwervers hadden hun buikje rond gegeten.

Nu was ik voor dit stukje opzoek naar een beetje een grote steen, een baksteen het liefst. Want ook de mensen achterin de zaal moesten de steen goed kunnen zien.Alleen hoe kom je aan een steen?
Ik zag mezelf al staan in de winkel.

“Hallo”
“Hallo, kan ik u helpen?”
“Ja, nou kijk, ik ben op zoek naar een baksteen”
“Een hele?”
“Ja, een hele”
“U bent nogal wat van plan dan”

U begrijpt, ik ben nooit naar die winkel gegaan, omdat deze conversatie me al een toneelstukje op zichzelf leek. Hoe ik het wel heb opgelost weet ik niet meer. Ik vermoed dat ik gewoon een kiezelsteen van het strand hebt geraapt!

Workshop toneel en oud werk

Vrijdag gaf ik toneelles op de Goede Herderschool in Rotterdam.
Het was alweer een tijdje geleden dat ik iets met toneel had gedaan, maar toen ik voor deze klus gevraagd werd (3 weken lang 5 klassen een uurtje les geven voor een projectweek) hoefde ik geen twee keer na te denken, natuurlijk wilde ik dat.

Het nadeel was dat dit onder schooltijd moest gebeuren en om half 9 beginnen is niet echt mijn sterkste kant. Maar ik kreeg er zoveel energie van dat ik dat eigenlijk helemaal zo erg niet vond. Het voordeel daar weer van was dat ik om kwart over drie klaar was met werken! Nog een hele middag voor me, wanneer gebeurd dat nu?

Eigenlijk wist ik niet wat ik met die tijd, en die vrijheid aan moest. Als ik bus 35 zou pakken zou ik langs mijn oude werk komen. Misschien dat ik kon uitstappen en even langs kon gaan. Ik twijfelde. Ik draaide de 7+ groep. De jongste kinderen uit mijn groep zouden nu dus al 11 zijn. Er zitten weinig 11 jarigen op een BSO. Een van mijn collega’s was al met pensioen, de leidinggevende had een andere functie gekregen. En mijn andere collega, wanneer werkte die nu eigenlijk? Ik wist het niet meer. Aan de andere kant, wat zou het risico zijn? Ik zou hooguit een half uurtje hoeven wachten op de volgende bus.

Toch maar uitgestapt, toch maar langs gegaan. Mijn oude collega was er. Er waren ook broertjes en zusjes van kinderen die ik in mijn groep had gehad. Broetjes en zusjes die kennelijk leuke verhalen hadden gehoord over juf Laura die hier ooit werkte want bij het horen van mijn naam sprongen ze enthousiast op, “Laura, is hier”. Anderen kwamen vragen of ik niet weer terug wilde komen, ze hadden nog wel wat suggesties voor wie ik in de plaats mocht komen. Maar eigenlijk waren de juffen van nu ook wel heel erg aardig.

Ze wilde me bijna niet naar huis laten gaan, uiteindelijk mocht ik toch gaan, als ik maar wel beloofde snel weer terug te komen. Dat deed ik dus maar. Volgende week een andere oude werkplek met een bezoekje vereren.

Verboden voor grote mensen PHOT # 1

Weet je nog hoe het was toen je klein was en je geheimpjes had, die niemand mocht weten? Of nu ja, misschien je lief dagboek of je beste vriendinnetje, die jou dan ook weer een ge heimpje vertelde dat niemand mocht weten. Vandaag maakte wij deze doosjes, voor al je grote en kleine geheimen, lieve woordjes en losse frummels. Verboden voor grote mensen!