Bijzondere opdrachten

Soms krijg ik als Sprookjesjuf bijzondere opdrachten.  Het is bijvoorbeeld altijd bijzonder als je wordt uitgenodigd het kinderentertaiment op je te nemen bij intieme gelegenheden zoals een bruiloft of familiefeest.

Ik kom dan graag langs met mijn koffertje met schmink en een leuke knutsel passend bij het thema van het feest.DSC_0592

Van het weekend werd ik uitgenodigd om met mijn schminkkoffer langs te komen om de heren van Tinyloops en Monster 3D incubator te komen schminken voor een optreden dat ze hadden. Ze maken sound en land scapes die je mee voeren naar Sprookjesachtige werelden! Dus een opdracht die een Sprookjesjuf moet passen als een handschoen.

De voorbeelden van chinese theatermakers die ze op stuurden zagen er niet al te ingewikkeld uit.  Het zou niet meer dan 30 minuten per gezicht in beslag moeten nemen.

Toch was ik een beetje zenuwachtig,  want grote mensen zijn geen kinderen.  Ze zijn vast veel kritischer,  en hun huid is anders dan een babybillenkindergezichtje.  En wat als het zou mislukken?  Dan liepen ze het hele optreden voor l*l. En dat was dan mijn schuld.

Nee, ik was er allerminst gerust op. Maar ik deed het wel.Mijn innerlijke criticus ziet vooral veel verbeterpunten.  Maarrrr,  iedereen was zo enthousiast dat ik toch ook een beetje trots ben.

img-20160904-wa0023

 

 

 

Heggenrijdersfestival

Het Heggenrijdersfestival was weer een hit. Daar in het Velserbeekpark voel je je echt even in een andere wereld.

 

IMG-20160508-WA0002

Nog even de make-up bijwerken, voordat de drukte begint.

IMG-20160508-WA0003

De tafel staat klaar, nu nog even wachten en kopjes thee drinken!

FB_IMG_1462741058809

Ah, kijk, daar zijn de knutselaars.

FB_IMG_1462775133259

In Opperste concentratie worden de mooiste doosjes versierd!

FB_IMG_1462716367037

En wij?? Wij kijken terug op een erg leukmiddagje park hangen!

Fantasie

Het is toch vreemd dat fantasie altijd wordt gezien als kinderlijk, of een bezigheid die vooral kinderen hebben. Ik heb mijn fantasie altijd als een groot goed gezien. Als je me vroeg wat ik wilde worden was mijn antwoord steevast “kinderboekenschrijfster”, dat leek me nuttig, van mijn fantasie mijn beroep maken.

Want mijn fantasie gebruikte ik vooral in spel of om verhalen te schrijven. Dat daarbuiten nog een wereld was die echt was, daar was ik me altijd terdege van bewust. En dat vond ik best wel eens een beetje jammer. Ik had namelijk gehoord van mensen, kinderen vooral, die een fantasievriendje hadden. Dat leek me wel wat. In mijn favoriete boek van dat moment, “Inka’s reis naar de maan”, had Inka een fantasievriendje die Puck hete en tussen een spleetje in de stoeprand woonde. Hij kwam te voorschijn als ze zich eenzaam voelde. Ik heb wat stoepranden af gezocht opzoek naar een Puck of ander wezen dat zich daar schuil zou houden. Maar mijn fantasie liet mij in de steek. Mijn vriendje kwam nooit zijn huisje uit.

Mijn nichtje is ook heel erg goed in fantaseren. Volgens mijn zusje komt dat door mij, en door haar vader. Want mijn zusje herinnert zich nog heel goed hoe ik haar altijd verhaaltjes voorlas of uit mijn hoofd vertelde. Ik liet haar dan haar ogen dicht doen en ging zelf met mijn ogen dicht naast haar liggen. Ik vertelde haar wat ik zag als ik mijn ogen sloot en probeerde voor haar zo’n zelfde wereld te schetsen. Mijn zusje is acht jaar jonger dan dat ik ben, en hoewel ze volgens mij wel genoten heeft van dat spelletje zag ze nooit iets, hoe ik ook mijn best deed. Dat vond ik best wel jammer.Ik spoorde haar aan beter haar best te doen. Ze kon toch op zijn minst net doen alsof ze iets zag? Ik vond die fantasie zo belangrijk en gunde haar hetzelfde.

Misschien had zij die fantasie niet zo nodig als ik. Op school was ik het domste meisje van de klas.Nu ja, misschien niet echt de domste, er waren nog twee meiden die qua domheid mijn gelijken waren. En juffen, meesters en klasgenoten schroomde zich er niet voor dat gevoel van domheid te versterken. Ik herinner me nog hoe een vriendinnetje aan haar moeder had gevraagd hoe het toch kwam dat ik zo dom was en de rest van de klas niet. Au!

Ik kon niet meekomen met rekenen en spelling. Hoe ik ook mijn best deed, of telkens op dezelfde opgave zat te zwoegen, ik zag het gewoon niet. Begrijpend lezen, daar was ik wel goed in. En in verhalen verzinnen. Zodra er een opdracht was waar iets meer fantasie of creativiteit bij nodig was hadden ze mij ineens nodig. De juffen van groep 8 maakte daar gebruik van om me nog iets van zelfvertrouwen mee te geven. Helaas hadden hun 7 voorgangers m/v al te veel kapot gemaakt. Nog steeds ben ik verbaasd als mensen mij als intelligent omschrijven.

Toen ik 17 was vond mijn fantasie zich vooral in slechte dichtregels. Zoals:

“What would i be, without my fantasy?
My life would be empty.”

of

Vandaag was ik Tinkerbell
Ik leefde in een sprookjeswereld
In een wolk van glitters,
Toverde ik glimlachen

Maar al op de terugweg,
Ontwaakte ik
Zoals dat gaat bij sprookjes

Misschien is dat wel wat er gebeurd is. Ik werd wakker in een grote mensen wereld. Fantasie is ineens een vies woord. Behalve dan als het creativiteit genoemd wordt. Dan mag het er wel zijn. Vooral als je beschikt over een creatief oplossend vermogen. Maar je moet er niet in doorslaan, die creativiteit. Want dan val je buiten de boot en hoor je er niet bij. Dan ben je eigenlijk maar een beetje raar. En raar, dat is niet goed.

Ik denk dat ik net zo lang blijf slapen tot de wereld er anders uit ziet bij het ontwaken. Totdat iedereen zijn fantasie de vrije loop laat gaan. En creativiteit weer gewoon normaal is!

Dit blog schreef ik naar aanleiding van de #WOT. (write on thursday) een creatieve schrijfopdracht waarbij verschillende Twitterende bloggers de uitdaging aan gaan om over hetzelfde woord te bloggen. Hoe ze dat doen staat ze vrij. Mee doen kan altijd, hou dan iedere donderdag de hastag #WOT in de gaten! 

Vingerverven

Als we op de BSO aan het schilderen zijn bedenk ik me dat het veel leuker is om met je vingers te verven dan met kwasten. Dus doop ik mijn vingers in de verf en ga aan de slag. Zonder plan, met behulp van een vier jarig meisje en onze stoere snuffel stagiair. Uiteindelijk word het best een vrolijk schilderij, vol bloemen, zon en een vrolijk meisje. Moet ik misschien toch maar eens vaker doen!

Waar wonen draken?

Voor een nieuw nu nog geheim project waar jullie aan het einde van de maand meer over horen ben ik me aan het verdiepen in de draak. Dat is nog best wel een klus, want ik weet helemaal niet zoveel van draken.
Waar wonen draken bijvoorbeeld? In de woestijn is lekker veel ruimte, maar kunnen ze die hitte wel verdragen? In computer games zitten ze vaak in bergen of grotten, lekker rustig, dat zeker, maar kunnen draken ook ergens anders wonen? Ik besloot de proef op de som te nemen en aan willekeurige mensen te vragen waar draken wonen. De antwoorden zijn nogal uiteenlopend. Zo zouden er draken wonen in de Efteling, in de bergen, onder Yggdasil en in je fantasie.

Juist ja, in je fantasie. Niet een antwoord waar ik heel veel mee kan. Zijn er regels gebonden aan die fantasie? Of kun je in je fantasie een draak zomaar overal neer zetten? Hoe geloofwaardig is het als ik mijn draak vegetarisch laat zijn en depressief in een flatje drie hoog achter laat wonen?