Creatief schrijven

Een van mijn vrienden plaatste een tijdje terug op Facebook dat ze een nieuwe baan had en wel als “Creatief schrijver”. Mij sprak dat meteen tot de verbeelding. Want wat is dat dan? Een creatief schrijver. Wat moet je dan doen? En hoe kun je daar in vredesnaam een baan van maken. Natuurlijk vuurde ik die vragen meteen op haar af. Het bleek dat ze profielen moest opstellen van mensen die echt zouden kunnen bestaan, maar dat niet doen, zodat die “personages” gebruikt kunnen worden voor reclamedoeleinde. Wat dat ook precies mogen zijn.

Ik stel me zo voor dat ze een formuliertje kreeg dat er ongeveer zo uit zou kunnen zien.

Naam: Jan de Vries
Burgerlijke staat: Gehuwd
Kinderen: 2 een jongen en een meisje
Beroep: automonteur
korte schets: Jan de Vries woont samen met zijn vrouw en twee kinderen in een gezellige vinexbuurt met een Ikea inrichting en een keurig geveegd stoepje. Ze hebben een tuin die onderhouden wordt door de broer van Els, zijn vrouw. In ruil daarvoor helpt hij de broer van Els met computerproblemen. Ze hebben twee kinderen, Marloes en Johan van 14 en 16. De kinderen doen het goed op school. Jan werkt als automonteur, maar liever had hij advocaat geworden. Helaas was er vroeger geen geld om door te leren. Daarom maakt hij veel overuren zodat zijn kinderen de opleiding kunnen krijgen die hij niet kreeg. Zijn kinderen waarderen dat maar matig. Toch is Jan gelukkig. Hij schaakt graag. Dat geeft hem intellectuele voldoening. 

NEXT!

Maar zo eenvoudig kan het toch niet zijn?

Hoe dan ook, toen ik zag dat er een workshop Creatief schrijven werd gegeven tijdens de opendag van centrum Djoj besloot ik daar aan mee te gaan doen. Misschien zou ik dan een antwoord vinden op wat creatief schrijven nu precies is. En ook niet onbelangrijk, hoe het een beroep kan zijn.

Je kunt er dus in ieder geval je werk van maken door het te onderwijzen is het eerste dat ik leer. Dat onderwijzen doe je door een groep leerlingen te verzamelen die je oefeningen en opdrachten geeft in creatief schrijven. Creatief schrijven is vooral schrijven vanuit je gevoel en niet vanuit je hoofd, is zo ongeveer de samenvatting van de folder die ik mee kreeg. Nu ja, dat moet niet al te moeilijk zijn lijkt me. Ik ben een blogger! Enthousiast stort ik me dus maar op de opdrachten die we opkrijgen.

Eerst moeten we ons hoofd leeg schrijven. Daarna moeten we een voorwerp pakken en ons invoelen in het voorwerp alvorens we een verhaal over dat voorwerp gaan schrijven vanuit het gezichtspunt van dat voorwerp. Ik zeg, appeltje eitje!

Castagnetten
Ik ben een castagnetten, groen, van hout, een klein beetje beschadigd. Dat geeft niet, die beschadigingen, het herinnert me aan vroegere tijden, de tijden met Rosa. Oh, ik weet nog goed, de lach op haar gezicht toen ze me vond. Ik lag op een kleedje tussen allerhande koopwaar, opzichtige sjaals en allerhande curiosa. Rosa had alleen oog voor mij gehad. Ze had het hout waarvan ik gemaakt ben gestreeld met haar vingertoppen en gefluisterd “jij bent ban mij, wij gaan samen heel veel plezier maken”. En zo gebeurde het.
Rosa met haar rode hakjes en bloemen in het haar nam mij mee uit dansen. En een plezier dat we hadden, samen, Rosa en ik. Dagen en nachten lang danste zij terwijl ik er vrolijk op los klikklakte, tot ieders plezier. Maar tijden veranderde. Rosa ging steeds minder dansen, er kwamen kinderen en kleinkinderen, voor mij had ze geen tijd meer. Ik belande in een kast, waar het donker en muf was. Totdat haar kleindochter mij vond. Nu hand ik aan een haakje in de kamer van de kleine meid. Gedanst wordt er niet meer, maar dat geeft niet. Want, wij hebben elkaar gekend, Rosa en ik.  

Bij de volgende opdracht kregen we een verhaal te horen over Oom Karel, het zwarte schaap van de familie die overleden was in Verwegistan en jou een erfenis na liet, je hoefde hem alleen maar even op te komen halen met bijgesloten ticket. Je kende de man eigenlijk helemaal niet zo heel goed.

Oom Karel is overleden, en hier zit ik dan met een ticket naar Verwegistan en een begeleidende brief van de Notaris. Of ik eventjes wil langskomen om het over de erfenis te hebben. Het voelt niet goed, helemaal niet goed zelfs! Ik heb de beste man maar een keer in mijn leven ontmoet.
Waarom ik? Waar nu? Dit kan ik toch niet aannemen? Bovendien, wat moet ik nu in Verwegistan? Aan de andere kant, kan ik het wel heel goed gebruiken. Nee, niet het geld, maar die reis, dat avontuur, dat onbekende! Even weg uit de dagelijkse sleur. En ik ben volgende week toch vrij. Een hele week met niets anders te doen dan uitslapen en lummelen. Misschien gebeurd dit niet voor niets, misschien moet ik gewoon gaan, kan mij het schelen.
Gedachten komen en gaan, terwijl ik besluiteloos met die brief en dat ticket op mijn schoot zit. Het melodietje van mijn mobieltje doorbreekt mijn gedachten. “Nova”, valt er te lezen op mijn mijn display, en ik neem op. Als een stortvloed van woorden komt mijn verhaal eruit. Wanhopig sluit ik af met een “Wat moet ik doen?”. Gaan! Natuurlijk! Roept Nova enthousiast. Zal ik anders met je mee gaan? Nu klinkt het ineens wel heel aanlokkelijk. Ja, wil je dat doen, vraag ik. 

We sluiten af met een elfje over wat we van de workshop vonden. Zoals de hele tijd schrijf ik tegen de wijzers van de klok in. Want je kreeg wel heel erg weinig tijd voor de opdrachtjes. En ik dacht nog wel dat ik een redelijk snelle schrijver was. Viel dat even tegen.

Hier
In Djoj
Schrijf ik letters
In mijn rode opschrijfboekje
fijn 

Hoe je in dit creatief schrijven op een andere manier dan erin onderwijzen een broodwinning kan zien is me nog steeds geheel onduidelijk. Maar leuk was de workshop wel. Dus heel misschien ga ik nog eens een lesje volgen. (of gewoon online naar wat oefeningen zoeken)

Vt wonen huis

Ineens had ik het gehad met mijn salontafel. Of eigenlijk vooral met het gebrek daaraan. Na de verhuizing liet ik mijn salontafel achter bij huisgenoot en nam ik zolang twee lacktafeltjes van Ikea. Toen ik 12 was en de eerste kocht leek het me heel gaaf om lacktafeltjes in verschillende kleuren aan elkaar te schuiven bij wijze van salontafel. maar nu ik 31 ben stond dat idee me steeds minder aan. Overigens moet ik zeggen dat het dus wel duurzaam spul is, als ik 19 jaar met een tafeltje kan doen.

Wat wil ik dan wel? Nou daar heb ik ook wel zo mijn ideeën over. Van die grote zilveren dienbladen op pootjes. Met wat gezellige kussentjes eromheen. Waarop dan een mooie zilveren thee pot staat waar ik altijd heerlijke muntthee kan drinken. Die dienbladen bleken het probleem niet zo te zijn, zelfs in de Efteling kun je die kopen. Maar die pootjes, waar haal je die? Gelukkig hadden Romeo en Sandy live daar dan weer een mening over. Ze kwamen er alleen niet helemaal over uit. Dus ging ik samen met Romeo op jacht. Bij de eerste winkel was het eigenlijk meteen raak. De dienbladen die ik wilde en nog met 70% korting ook! Ik had een onderstel van zilver in gedachten, maar Romeo stelde een achthoekig tafeltje voor en eigenlijk stond dat ook wel verdomd goed. Dit moest het worden!

Maar Romeo rade me aan om nog even verder te kijken. Na een halve dag allerlei interieur winkeltjes bekeken te hebben nemen we afscheid en loop ik terug naar de eerste winkel. Daar zoek ik twee dienbladen uit en een tafeltje. Bij de kassa bleek ik ook op het tafeltje 70% korting te krijgen. Helaas hadden ze die maar in een maat, en ben ik nu dus nog steeds op zoek naar een iets hoger exemplaar.
Maar voorlopig ziet het zwarte lacktafeltje er stukken beter uit met een dienblad erop.
Voor nog geen 100 euro heeft mijn huis een totaal andere look. Het enige nadeel is dat ik nu de smaak flink te pakken heb en ook mijn kasten wil vervangen. En ik weet al precies wat ik wil 😛 Ik vermoed dus zomaar dat dit blogje nog een vervolg gaat krijgen en dat ik binnenkort niet meer in een gezellig rommelig huis woon, maar in een echt vt-wonen huis.

zo ziet mijn vt wonen woonkamer er nu uit 😛 

Ome Glijn

Van de week ging ik met mijn moeder mee naar de crematie van mijn oudoom, dit schreef ik daar toen van te voren over op Facebook:

Mijn oudoom wordt vandaag gecremeerd/begraven. (Eigenlijk geen idee wat). Gisteren had ik het erover met mijn jongste zusje. Omdat ze 8 jaar jonger is dan ik, en mijn Oma (zijn zus) een paar jaar na haar geboorte heen ging heeft zij hem veel minder bewust mee gemaakt dan ik. Ken jij hem wel dan, vraagt ze. Dus ik vertel dat ik madeliefjes op zijn hoofd legde op de camping bij Opa en Oma, en dat hij iedere keer dat ik hem zag mijn handen pakte en vroeg ” ken je me nog, weet je nog wie ik ben?”. Meestal moest ik hem het antwoord schuldig blijven. Ik had geen idee wie hij was. Uiteindelijk leerde ik dat de grappige meneer die dat altijd vroeg Ome Glijn was. Mijn zusje luisterd naar mijn verhaal en zegt dan, misschien moet je hem straks maar vertellen dat je nu eindelijk weet wie hij is. En dat lijkt me een goed idee. Lieve Ome Glijn, ik ken u nog, ik weet wie u bent! Tot straks.


Het was een mooie dienst. Zijn mooie en minder mooie eigenschappen (hij hield nogal van een borrel) werden allebei met een grote dosis humor beschreven, zonder de ernst te verbloemen.Dat vond ik bijzonder. Na afloop was er niet alleen koffie maar ook jonge jenever. Mama en ik delen een jenever (dat wil zeggen ik neem twee slokken, zij de rest), want volgens zijn dochter was dat de manier om haar vader te gedenken. En wie zijn wij om daaraan te twijfelen?

Nu leek het me leuk om een foto van mij en Ome Glijn te plaatsen waarop ik inderdaad madeliefjes op zijn hoofd leg. Ik zie de foto nog zo voor me. Het was op de camping bij Opa en Oma en er werd een verjaardag ofzo gevierd, daarom staan er veel mensen op de foto. In korte broeken. Ik draag en jurkje en leg madeliefjes op de hoofden van de mensen om de feestvreugde compleet te maken. Ome Glijn is  een van die mensen. De foto heeft jaren in een lijstje gestaan. Ik denk bij Opa en Oma op dezelfde camping. Maar in mijn fotoalbum is hij niet terug te vinden. Sterker nog, ik heb helemaal geen foto terug kunnen vinden van Ome Glijn. Hij zal dus alleen nog voortleven in mijn herinnering. En af en toe zal ik een slok jenever op hem drinken, beloofd. En jullie moeten het vandaan doen met niets anders dan mijn woorden.

Wandeling 1 januari, Hoek van Holland

De eerste dag van januari is altijd zo’n dag van niets. Alle feestjes zijn voorbij maar het leven is nog niet begonnen, nog niet echt. Je leeft in reservetijd.Een ideale dag voor een wandeling. (En om meteen maar aan mijn blogvoornemens te werken).

Neelis en ik rijden naar Hoek van Holland. Drie jaar geleden probeerde we hetzelfde te doen maar dan bij Oostvoorne, het strand hebben we echter nooit gezien. Een erg laagstaand zonnetje en een verkeersbord midden op de weg zorgde ervoor dat de auto tot stilstand kwam. Uiteindelijk nog een heel avontuur met wegslepen en taxi’s naar huis. Ook leuk, maar niet waar we voor kwamen.

Dit keer komen we zonder kleerscheuren aan. Neelis heeft een leuke route bedacht langs de pier. Dan kun je met een beetje geluk bootjes kijken.(en geluk hebben we) Neelis kijkt graag naar grote voertuigen, boten, vliegtuigen, wat het is maakt hem niet zoveel uit, als het maar groot is.

Maar eerst moeten we het strand zien te bereiken. En dat valt nog niet mee. Het pad staat half onder water, we proberen een alternatief pad uit, maar ook dit staat half onder water en blijkt uiteindelijk dood te lopen. Terug naar het hoofd pad dus. Uiteindelijk komen we op het strand, maar onze voeten zijn niet meer helemaal droog.

Ik probeer te bedenken wat dit strand bijzonder maakt voor mij. Eigenlijk heb ik niets met Hoek van Holland. Ooit heb ik hier met mijn exvriendinnetje Chinees gegeten die echt niet te eten was. En toen Mama en ik een tijdje in Vlaardingen verbleven kwamen we hier ook met enige regelmaat. Oh, en die keer dat de Gitarist en ik hier waren, we hadden mijn gitaar mee genomen en hebben gekke liedjes gezongen op het strand. Onderweg naar huis kwamen we nog een bekende tegen die in de trein terug Anouk liedjes ging zingen en spelen. En toen we op schoolreisje gingen, naar Engeland, vertrok onze boot ook hier vandaan. Trouwens, toen ik met Shopvriendin naar Wales ging vertrok de boot ook vanaf hier. Hoe verder we lopen hoe meer herinneringen er weer terug komen. Hoe komt het dan toch dat ik altijd het gevoel heb dat ik niet zoveel met Hoek van Holland heb?

Veel tijd om hier over na te denken heb ik niet. Er komt een groep mensen met vlaggen het strand op gemarcheerd, er staat iets te gebeuren. Al snel word ons duidelijk wat er staat te gebeuren. Een nieuwjaarsduik. Want kennelijk hoort dat ook bij zo’n onbestendige dag als vandaag.

We blijven even staan kijken maar gaan dan voor het doel van onze reis, de pier. Hier schijnt de golfslag nogal extreem te zijn, wij schatten in dat dat wel mee zal vallen en lopen door. Boy, are we wrong! Binnen luttele seconde krijgen onze voeten ook een nieuwjaarsduik en is er van droge voeten helemaal geen sprake meer. Toch wandelen we door tot het eind van de pier. Droge voeten kunnen ons inmiddels niets meer schelen. Wij hebben een missie, en voor die missie doorstaan wij weer en wind.

We moeten een woord bedenken voor dit jaar roep ik, want dat doen mensen toch, woorden bedenken voor het nieuwe jaar? Neelis kijkt mij aan, hij kent geen mensen die woorden verzinnen die het thema van hun jaar bepalen. Misschien moet ik voor spiritueel gaan roep ik, of uuuuhhhhh. Doe maar rustig zegt Neelis, je hebt nog 365 dagen om het de bedenken. Maar laat ik dat nu juist niet hebben. Dit woord moet juist het thema zijn van de komende 365 dagen. Ondertussen hebben we het eind van de pier bereikt en mogen we de terugweg instarten. Met wind tegen! Bah! Koud en moe komen we aan bij een barretje waar we pannenkoeken eten en chocolademelk drinken. Ondertussen speelt het thema van mijn moeder door mijn hoofd. It’s such a perfect day and i’m glad i spent it with you:)

Dank je wel Neelis, op nog veel meer avonturen in 2014. En uhhhhhh wie neemt me de volgende meer mee uit wandelen?

Blogvoornemens

 Vorig jaar wilde ik mijn blogvoornemens zo haalbaar mogelijk houden. En dat deed ik.

Ik nam mezelf voor in 2013 meer te bloggen dan in 2012.
Die kan ik alvast in mijn zak steken! Gehaald.

Ook nam ik me voor meer met video te experimenteren. Want vloggen schijnt iedere keer helemaal het ding te worden. Dit jaar hoorde ik weer hoe groot het gaat worden. Ik heb ermee gespeeld, er aan geroken. Maar de geluidskwaliteit laat te wensen over met de spullen die ik tot mijn beschikking heb. Dus is er vrij weinig van online gekomen. Sorry. Misschien dat ik dit jaar wel een oplossing kan bedenken.

Meer met beeld werken. Ik kan me voor om zelf poppetjes te gaan tekenen. Dat bleek niet helemaal het ding te zijn. Weer iets met kwaliteit die te wensen over liet. En ook iets met gebrek aan tijd. Maar ik heb wel degelijk meer met foto’s gewerkt. Ik denk dat het voor mij altijd een worsteling zal blijven. Hoeveel beeld moet er bij je tekst? En hoe relevant moet het beeld bij de tekst zijn? Voor mij werkt beeld alleen maar als het een toegevoegde waarde heeft. En de toegevoegde waarde is voor mij niet laten zien dat ik best oog heb voor leuke foto’s. Als het niets aan mijn tekst heeft toe te voegen dan gebruik ik liever geen afbeelding.

Daarnaast wilde ik mijn drakenverhaal hier gaan publiceren en af en toe fictie gaan schrijven. Twee dingen die ik niet heb gedaan. Wel gebeurde er andere mooie dingen. Soms is het kennelijk zo dat je voornemens nog zo mooi kunnen zijn, maar je de werkelijkheid niet had kunnen voorspellen.

Afgelopen jaar heb ik mijn weg naar het heksenpad weer terug gevonden. Niet dat ik er vanaf was gestapt. Het was alleen niet zo heel erg zichtbaar meer voor mij. En toen ik mijn pad terug vond besloot ik daarover te gaan bloggen. Niet voor heksen, die weten zelf wel waar ze hun informatie kunnen vinden. Maar voor mijn lezers waarvan ik merkte dat ze nieuwsgierig waren naar dit onderwerp. Het zijn geen feitelijke stukjes geworden. Want op het heksenpad ben ik geen vrouw van feiten. Ik bewandel dit pad op intuïtie, en dat is terug te lezen in de stukjes. Ook heb ik een aantal kindermeditaties geschreven en hier geplaatst (misschien ben ik dus toch aan een beetje fictie toegekomen).

Ook schreef ik een aantal artikelen voor de winkel Alles in Wonderland. Helaas heb ik na de eerste zending aan spullen nooit meer iets van ze gehoord. Ik weet niet of ze wel doorgegaan zijn met andere bloggers, ik heb nooit meer een blogstukje gevonden op hun website. Misschien werkte deze vorm van reclame toch niet helemaal voor ze. Of vonden ze dat ze een te kleine doelgroep aan boorde. Wie zal het zeggen. Ik had er in iedergeval veel plezier in ook eens commercieel te bloggen. Hoewel het mij ook in conflict bracht. Want hoe kon ik deze twee kanten van mijzelf op een blog vertegenwoordigen? Het kleine meisje dat blij wordt van leuke hebbedingetjes zolang ze maar stippen hebben, en de vrouw die ik geworden ben die consuminderen zo belangrijk vind. En daarom sinds 1 April alleen nog maar nieuwe kleren gekocht heeft voor de bruiloft van mijn zusje, en om naar Lowlands te gaan. En geloof me, 2 keer een setje kleren in 8 maanden tijd is voor mij best een prestatie.

Ik weet dat het leven is wat je gebeurd terwijl je andere plannen maakt. Maar ik vind plannen maken veel te leuk. Dus ook dit jaar heb ik weer een paar blogvoornemens.

1 Ik wil de verhalen gaan bloggen van bijzondere mensen die ik heb leren kennen in de afgelopen jaren die prachtig kunnen vertellen, maar niet bloggen. De eerste vrouw die ik hiervoor op het oog had heeft al toegezegd. Na haar vakantie ben ik uitgenodigd voor een etentje en mag ik naar haar verhalen komen luisteren om ze op te tekenen. Ik heb er zin in.

2 Hier ben ik dit jaar al mee begonnen. Ik wil wandelingen gaan maken met mensen die een bijzondere binding met een bepaalde plek hebben. Zoals ik hier  en hier  al deed. En eigenlijk was het hele tripje naar Frankrijk een week lang alleen maar dit soort wandelingen. Het gaat dus niet zozeer om de route (behalve als de lezers dat erg interessant vinden) maar meer om de ervaring, de verhalen. Heb jij dus een bijzondere plek met een bijzonder verhaal dat je met mij wilt delen, en wil je met mij wandelen? Neem dan contact op via dit blog of via mis.laura.artemis@gmail.com

3 En tot slot het derde idee waar ik al een tijdje mee speel, op mijn computer heb ik in de rechterbovenhoek een schermpje waar random oude foto’s op getoond worden die kennelijk ergens opgeslagen op mijn computer staan. Van pak hem beet de afgelopen tien jaar. Nu heb ik wel iets met foto’s dus het lijkt me leuk om die foto’s te plaatsen en het verhaal van toen erbij te vertellen. Of wat ik er nu nog van herinner. Kortom die oude doos eens digitaal om te gooien en te kijken wat het me brengt.

Toen ik deze drie ideeën in de blogpraat groep gooide werd er zo enthousiast op gereageerd dat het net leek alsof er echt mensen zitten te wachtten op mijn hersenspinsels. En heel misschien is dat ook wel zo.

Dan rest mij nu niets anders dan jullie een heel gelukkig 2014 toe te wensen. Ik hoop dat jullie hier af en toe eens op visite komen. En laat gerust iets van jullie horen.

4 december, finally going home

Na het ontbijt worden we door de bus teruggereden naar het vliegveld. Het ziet er naar uit alsof we eindelijk naar huis toe gaan. Mister E kijkt naar vliegtuigen die opstijgen en landen. Romeo en ik geloven het wel, en kletsen wat na over ervaringen die we hadden als we even helemaal alleen waren.

Als we in Eindhoven aankomen is het nog steeds mistig. Ik probeer er een foto van te maken. Leuk voor later, door deze mist had ik uuuuuuuren vertraging. Maar als ik de foto gemaakt heb vind ik het eigenlijk helemaal niet meer zo leuk.

We stappen de trein uit en lopen naar onze huizen. Maar eerst lopen we nog even het pop-up museumpje binnen, iets over echte Rotterdammers.  Of we ook op de foto willen met een gevatte opmerking op een bordje over wat dat dan wel niet is, een echte Rotterdammer. Onze hoofden zitten vol. En we zien er niet uit. We willen niet.

Dan loopt Mister E terug, “Echte Rotterdammers eten geen bieten maar kroten” roept hij. En hij laat zichzelf fotograferen. Kennelijk ben ik zo’n echte Rotterdammer dat het niet in me opgekomen was dat in de rest van het land niemand ooit krootjes eet. Ik ben thuis! Dat weet ik nu zeker.

3 December, de terugreis

Onze laatste vakantiedag. Een dag van opruimen en schoonmaken, inpakken en afscheid nemen. Dag mooi lief land, ik mis je nu al, fluister ik. Er rolt een traan over mijn wang. Ik wil nog niet weg. Mag ik niet nog heel eventjes blijven? Moet ik echt weer terug naar het leven van alle dag?

Voor een laatste keer loop ik door het huisje, ik kijk uit het raam, geniet van het uitzicht, de bergen. Dan moeten we gaan. Kussen in de lucht.

We brengen onze laatste uurtjes in Carcassonne door, nu met daglicht en een mildere temperatuur. Ik probeer nog aan een Katarenkruis te komen voor om mijn nek. Vroeger in een vorig leven had ik zoiets gehad, maar toen de relatie uit ging had ik mijn ketting terug moeten geven. Mijn missie mislukt. En misschien is dat maar goed ook. Ik moet niet te veel blijven hangen in het verleden. Laat haar gelukkig zijn met het kruis dat meer van mij dan van haar is.

Als we iedere steen drie keer hebben bekeken pakken we de auto naar het vliegveld. We checken in en nemen plaats in iets dat nog het meest lijkt op een kantine. Een sportvliegtuigje land, stijgt weer op, land, stijgt weer op om vervolgens weer te landen. Van ons vliegtuig is geen teken. Een helikopter land, wij spelen kaart, de helikopter stijgt weer op. Nog steeds geen vliegtuig. Ik eet een bord patat. We spelen nog meer kaart, nog altijd geen vliegtuig.

Er wordt iets omgeroepen, de veertigers kijken op hun i-pads, het vliegtuig is nog niet vertrokken uit Eindhoven zeggen ze. Iets met mist. Het vliegtuig had hier al moeten zijn. Dus spelen we nog meer kaart. Ik maak verbinding met internet via mijn smartphone en vertel dat ik voorlopig nog niet thuis kom. We zitten vast op het vliegveld. Maar we hebben het warm en we spelen kaart. Ik probeer een zelfportret te maken, van mij op het vliegveld.


Ineens veranderd er iets, er komt een bus. De bus brengt ons naar een hotel, we blijven nog een nachtje. Ik voel me raar, ik wil niet in dit hotel, maar ik wil ook niet naar huis. We eten wat, we spelen kaart, drinken een drankje en kletsen wat met mensen die in hetzelfde schuitje zitten als wij. Ik weet nu alles van een huis kopen in deze omgeving. Uitzicht betaal je met graden. Hoe mooier het uitzicht hoe kouder. Je wilt afgelegen zitten maar niet alleen, je hebt je buren nodig, zorg dus dat je ze net kunt zien. Dat soort nuttige tips. We nemen afscheid. Morgen zien we elkaar wel weer, bij het ontbijt.

Ik lig alleen in mijn kamer na te denken. Waarom wil dit land mij zo graag hier houden. Wat is de les die ik nog moet leren? En waarom voelt het zo persoonlijk?

2 december 2013, het magische woud

Steeds als ik denk dat ik nu alles wel gezien heb, dat ik me nergens meer over zal verwonderen, dat het hoogtepunt van de vakantie nu toch echt geweest is, dat ik nu wel weet waarom ik hier ben en wat ik hier te zoeken heb komt er weer een ervaring die alle vorige ervaringen vervaagd.

Je staat op de top van de Cardou en denkt dit is zo mooi, mooier dan dit kan niet. Maar dan vliegt er een adelaar voorbij en weet je dat het toch nog mooier kon.

Je staat in Rennes ‘l Chateau, je voelt de Maria Magdalena energie, en geloofd heel even spontaan in heilige gralen die ook jij kunt vinden. Fantastisch.

We bezoeken meer kastelen op 1 dag dan menigeen in zijn hele leven. Je voelt hoe de energie in al die kastelen anders is. Soms heel vrouwelijk en gemoedelijk, soms heel mannelijk, stoer, een bijna tastbare strijd.

Het kerstmarktje in het fort, de duivelsstoel, de uren lange wandelingen , iedere keer dacht ik weer ja, dit is het! Van de wandeling van vandaag had ik dan ook eigenlijk geen verwachtingen meer. Het magische bos wordt het genoemd. En ik zag zo’n kabouterpad voor me dat we in Nederland graag voor kinderen uit zetten. Je weet wel, met van die tuinkabouters her en der verspreid. Grappig, maar niet echt magisch.

Wat zat ik ernaast. Vanaf de eerste stap die ik in het woud zette voelde, zag, hoorde en rook ik de magie. Die schilder uit Rennes les Bains is hier vast ook geweest, en heeft die groene mannen, elfen, nimfen en bewoners van het kleine volkje hier vast ontmoet en ze daarna in een regenboogjasje gestoken. Als je hier bent is dat geen fantasie meer, maar echter dan echt. Ik sta als een razende foto’s te maken en loop constant achter op de rest. Ik wil niets missen, alles vastleggen, maar ook niet vergeten te genieten van het moment. Bij iedere foto die ik maak realiseer ik me dat het nooit zo mooi wordt als in het echt.Dat ik mensen nooit kan laten mee maken wat ik hier mee maak. Dan ineens sta ik oog in oog met een stok die mij de doorgang versperd. Ik vind dat gek want Romeo en Mister E zijn hier al langs gelopen? Stond die stok er toen nog niet? Waarom hebben zij die hier laten staan? Zou hij hier voor mij staan? Durf ik hem op te pakken? Ik twijfel serieus. Straks beland ik ineens in een soort onderwereld net als in Pan’s labyrint. En moet ik een onmogelijke opdracht vervullen omdat ik de stok pakte. Ik maan mezelf weer terug in de echte wereld. In de echte wereld gebeuren dat soort dingen niet. Pak die stok nu maar gewoon. Op het moment dat ik de stok aanraak zie ik runen voor me, die verborgen zitten in de stok en er graag uit willen.

Ik gebruik de stok mijn verdere tocht als wandelstok. Bij het eind van het pad zal ik hem achterlaten, net zoals ik vroeger als kind deed. Maar Romeo spoort me aan de stok mee te nemen. Ik voel me een ondeugend kind. Je wandelstok mee nemen, dat mag toch helemaal niet? Maar toch laad ik de stok in in de auto.

Van alles wat ik hier tot nog toe heb gedaan is dit wel het meest bijzonder. Alleen ben ik even vergeten waar ik nu precies was. Lieve Romeo, als je dit leest, zou je me dan willen vertellen onder welke naam, en in welke plaats ik deze plek terug kan vinden.

1 december 2013 Kataren kijken

Vandaag hebben we ons bezig gehouden met Kataren Kastelen bekijken.

*Chateau de Quiribus- Cucugnan
*Chateau peyrepertuse- Duilac
*De Termes- Termes
*Villerouge- Termenes

Vooral in Termes had ik een mooie ervaring. Ik was op de restanten van een altaar geklommen van een kerkje gewijd aan Maria. En weer voelde ik die goddelijke energie. Ik begon te praten tegen dit goddelijke wezen. Dat ik haar niet kende, maar dat ik wel open stond voor haar, wie ze ook is. Dat ik strakjes ingewijd ga worden als Priesteres van de Godin, en dat haar dienen dan vast tot mijn takenpakket behoort.

Misschien lijd ik aan wanen, maar ik heb het gevoel dat ik antwoord krijg. Ik ben op de goede weg en moet mijn hart volgen. Dan neem ik afscheid. Ik moet Romeo en Mister E gaan zoeken die nog ergens in deze ruïne ronddwalen, en mij vast missen. (tenzij ze me gehoord hebben natuurlijk, dan heb ik mezelf waarschijnlijk onsterfelijk belachelijk gemaakt)

Ik verbaas me dat de godin nu al twee dagen achter elkaar “contact” maakt. Kennelijk heeft ze wat voor mij in petto.

Als ik mijn reisgenoten weer terug vind vraagt Mister E me uit over dat mysterieuze dagboekje van mij. Wat schrijf ik daar precies in op? Schrijf ik over de oranje klei? En over de duiven? Ik ontken dat ik dat doe (en voeg die elementen daarom wel toe aan de getypte versie). Nee ik schrijf vooral de namen op van de plaatsen en de dingen, opdat ik ze niet vergeet. Dat ik de sneeuw, de duiven of de klei vergeet daar ben ik niet bang voor, ze zit nog op al mijn kleren (die inmiddels wel weer fris gewassen zijn). Maar hoe kan ik de weg hierheen ooit terug vinden als ik de namen van de plaatsen niet opschrijf? Mijn hoofd heeft daar geen geheugen voor. Dus schrijf ik zo precies mogelijk op waar ik was en wat de mystieke eigenschappen zijn die andere of ik zelf aan ze gegeven heb. Ik schrijf mijn ontmoetingen met de Godin op, die vele gezichten en vele namen heeft en zich hier steeds aan mij openbaart met gezichten en namen die ik niet ken.

Bij Chateau Termes sterf ik bijna een aanstellerige dood. De richels waar we langs omhoog klimmen zijn zo stijl, en de schemering slaat al toe. De heenweg gaat nog, maar strakjes de terugweg? In het donker? Een misstap en het is exit Laura, dat realiseer ik me maar al te goed. Ik klamp me vast aan een bosje en roep dat ik niet verder meer ga, dat we terug moeten, en dat we niet veel tijd meer hebben. Of iets van die strekking. De heren zijn geduldig en halen me over die drie meter die ik nog moet toch naar boven te gaan. Ik was al een de terugweg begonnen voor de zekerheid, maar laat me over halen. In drie seconde kom ik bij van mijn prestatie, geniet ik van het uitzicht en maak ik me op voor de terugweg. Want helemaal gek was ik niet. We hebben nog maar weinig tijd. In het donker wil je hier niet zijn. En dat komt echt niet door de spookverhalen over geesten van kataren die hier nog steeds op hun paarden rond zouden rijden. Dit is gewoon geen plek waar je in het ravijn wil storten.

Beneden aangekomen, natuurlijk zonder kleerscheuren vind ik mezelf de grootste aanstellen ooit. Kennelijk is het soms nodig om een aansteller te zijn.

30 november 2013

De gebeurtenissen volgen elkaar zo snel op, en er is zoveel te zien dat ik bang ben dat ik de helft zal vergeten. Nu ja, dat is dan maar zo. Vandaag zijn we naar Perpigran gereden en hebben we de volgende plekken bekeken.

*Palais des Rois de Majouque
* Chapelle Notre-Dame des Angus
*Cathedrale St-Jean/ St Jean le Vieux/ Santo

Daarna rijden we door naar Collioure, een plaatsje aan de kust dat Mister E graag wil bezichtigen. Ik loop er niet direct warm voor, vind eigenlijk alles best. Ook omdat ik zelf niet kan rijden en me dus steeds maar laat rijden. Ik weet dat ze het graag doen. Maar toch voelt dat evenwicht een beetje verstoord.

Ik ben daarom extra verrast door de schoonheid van de kust die mij weet te raken. Eigenlijk iedere keer weer, realiseer ik me nu.Misschien juist omdat ik niet zo’n zon, zee strand mens ben. Ik vind een strand leeg, in het najaar, eigenlijk op zijn mooist. Nu dus! En omdat ik dat iedere keer vergeet lijkt het me iedere keer weer een beetje meer te raken. Iedere keer ben ik weer verrast.

We bezoeken Chateau Royal, een Tempeliers kasteel waar toevallig een kerstmarkt gehouden word. En weer wordt ik geraakt. Ik voel me als een kind zo gelukkig. Al die bedrijvigheid maakt me vrolijk en verdrietig tegelijk. Ik loop met mijn zakje kastanjes en een glaasje glühwein tussen kamelen en wijzen uit het oosten. En even weet ik heel zeker dat ik voor dit leven gemaakt ben. Beetje rondreizen, schminken, kinderen vermaken, heksen, verhalen vertellen. Ik vind mijn werk WEL leuk. Ik zie het aan de vertedering die ik voel bij al die vrolijke kindersnoetjes. En natuurlijk dat ik Sprookjesjuf leuk vind wist ik al, maar over mijn werk als pedagogisch medewerker twijfel ik soms.

Daarna lopen we langs de kust en bekijken we Notre-Dame Des Angelus. Magische mooi. Ik voelt dat er iets is. Ik wil het zelfs wel goddelijk noemen. Maar ik kan er niet de vinger opleggen. Het is niet de Artemis energie die ik zo gewend ben. Het is mij onbekend en toch verwelkom ik haar. Ik doe de groet die we op de Godinnencursus geleerd hebben.

Romeo zegt later dat ik hier misschien mijn watergodin gevonden. Een donkere watergodin. Misschien heeft hij gelijk.