Thuis

Van de kleine dingen die van je huis een thuis maken. 
Eindelijk mijn magneten uitgepakt en opgehangen. Allemaal dragen ze herinneringen met zich mee. Aan mensen van wie ik ze kreeg, festivals die ik bezocht lome dagen in het gras en tijden die voorbij zijn. 
(Of is het niet meer dan mezelf gepresenteerd door de ogen van mijn vrienden)

Picknicken op de maan


Wil je weten wat ik gisteren heb gedaan
ik ben wezen picknicken op de maan
Ik vloog er heen met mijn raket
en had ontzettend veel pret
de hapjes vlogen in het rond
en hoe ik ook kruimelde, niets viel op de grond
Ik dronk champagne met een rietje
En plukte een vergeet me nietje
Ik at een stukje chocoladetaart
En ging toen met grote vaart
Weer terug naar de aarde wat een pech
Want toen ik mijn ogen opende was alles weg

Lieve briefjes


Op mijn werk geef ik de kinderen de opdracht om naar iedereen een lief briefje te schrijven. Met juffen erbij zijn we maar met 15 mensen in huis, dus dat moet een niet al te moeilijke opdracht zijn. Vooral de meiden gaan fanatiek aan de slag. Ze vinden het zo leuk om lieve briefjes te ontvangen dat ze steeds meer briefjes schrijven in de hoop nog een lief briefje te krijgen. 
Ook ik wordt niet over geslagen. En ik moet toegeven dat het voor mij even verslavend werkte als voor mijn meisjes. Juist in deze dagen dat alles zo donker en somber is, en ik soms echt moet strijden om mijn dag door te komen doet het me goed om te lezen dat ik de aller goeiste juf van de hele werelt ben.

Druk


De kinderen op mijn werk zijn druk, erg druk. En wat ik ook probeer ik krijg ze niet rustig. Hoewel ze boven de 7 zijn kunnen ze het nog net aan als ik ze een prentenboekje voorlees, of een verhaaltje van Pinkeltje. Maar verder willen ze alleen maar schreeuwen, rond rennen, stampvoeten en gillen. 
Mijn leidinggevende spreekt me aan, dat dit zo niet kan, dat ik er echt iets mee moet. Ik moet activiteiten aanbieden, en iedereen moet daar aan mee doen, of ze nu willen of niet. De kinderen moeten beziggehouden worden. Ik leg haar uit dat dat normaal niet hoeft met de dinsdag groep. We hebben vooral meisjes die opgaan in net alsof spel, zonder de bemoeienis van de juf. Zo kunnen ze zich uren vermaken, maar vandaag lukt dat niet. 
Als ze eindelijk aan tafel zijn, en eventjes rustig achter een stukje taart zitten, dat een van de kinderen die vandaag voor het laatst is trakteert, zie ik mijn kans schoon. “Waarom zijn jullie vandaag eigenlijk zo druk”, vraag ik tussen twee happen door. Dan komt het antwoord dat zo voor de hand liggend is dat ik mezelf alleen maar voor mijn hoofd kan slaan dat ik daar zelf niet aan gedacht had. “Juf, we zijn zo zenuwachtig, want over 4 nachtjes slapen komt Sinterklaas aan, en de motor van zijn boot is stuk, dus misschien kan hij helemaal niet komen”. “Ja”, vult een ander meisje aan, “in groep 8 zeggen ze dat Sinterklaas helemaal niet meer kan komen omdat hij al heel oud is, of misschien niet eens meer bestaat”.
Opgelucht loop ik naar mijn leidinggevende, ik heb de veroorzaker van al deze drukte ontdekt. Hoopvol kijkt ze me aan. Het is die oude man, die luistert naar de naam Sint Nicolaas. Snel pak ik papier en teken spullen, de rest van de middag zijn mijn kindertjes weer even lief en schattig als altijd. Met hun tong uit hun mondjes van inspanning zijn ze mooie tekeningen aan het maken, want als de motor van de boot straks weer heel is en Sinterklaas toch kan komen willen ze goed voorbereid zijn.

Lezers?

Als het bij #blogpraat (een wekelijkse twitterchat over bloggen) gaat over hoe je meer bezoekers naar je blog kunt trekken, zijn er een aantal mensen die beweren dat ze niet bloggen voor bezoekers.
Ik zelf heb dat ook lang geroepen. Maar als ik heel eerlijk ben is dat niet waar, en geloof ik dat van andere bloggers eigenlijk ook niet.

Want zijn wij bloggers niet gewoon een volkje dat het eigenlijk best leuk vind om gelezen te worden? Natuurlijk vinden we het ook ongemakkelijk als u, als lezer, ons daarmee confronteert. Praat er niet over op feestjes, schep er niet over op tegen uw vrienden als we er naast staan, daardoor voelen we ons ongemakkelijk, maar alsjeblieft, lees ons wel. En laat ons weten dat u ons leest door commentaar te leveren over hetgeen we schreven, het liefst een beetje verpakt in aardige woorden.

Het feit is, dat we het niet zouden publiceren als het niet de bedoeling was dat het gelezen zou worden. Dan zouden we wel schrijven in ons lief dagboek, net als vroeger, en dat afsluiten met een slotje al dan niet digitaal. Maar nee, wij kiezen ervoor dat iedereen met een internetverbinding ons zou kunnen vinden, ons zou kunnen lezen. Natuurlijk weten we dat niet iedereen ons zal lezen, natuurlijk zijn er mensen waarvan we liever niet hebben dat ze ons lezen. Maar door helemaal niemand gelezen worden? Nee dat willen we niet, dat lijkt ons verschrikkelijk. Want ergens zijn we arrogant genoeg om te denken dat we iets kunnen veranderen, dat we u informatie kunnen geven, of een kijkje in ons leven. En dat u dat heel interessant vind, dat u heeft moeten glimlachen, of een wijze les heeft geleerd, gewoon alleen omdat u onze woorden las.

Een blogger die zegt niet te schrijven om gelezen te worden is als een schrijver die zegt dat publicatie totaal onbelangrijk voor hem is, en dient daarom gewantrouwd te worden.

Dertig en dan?

 Dertig worden, het leek zoiets simpels, iets dat je gewoon even doet, je voelt er niets van, en daarna gaat je leven weer precies zo verder als het daarvoor ook al ging.
Maar niets is minder waar. De hele wereld veranderde. Misschien niet voor iedereen, maar mijn wereld staat op zijn kop. Ik heb een huis gekocht. Een huis dat helemaal van mij is. Dat ik kan inrichten zoals ik dat wil, waar ik troep kan maken of kan opruimen precies wanneer ik dat wil. Waar alles nog een plekje moet krijgen, waar ik niets kan vinden, waar dozen nog maar half uitgepakt zijn. Met een dak erop waar de regen zo gezellig tegen aan klettert, en een raam erin waaruit je de kerk met de twee torentjes kunt zien. En met deuren erin die mij meteen in de gezelligste straat van Rotterdam laten zijn zodra ik naar buiten ga. Zo’n huis, en het is helemaal van mij! En ik heb de allerliefste vrienden van de hele wereld die me hebben geholpen met sjouwen, verven, heen en weer rijden en uitpakken.
Toch is het niet alleen maar rozengeur en mannenschijn in huize Artemis. Want mijn lief die is niet mee verhuisd. En ik weet dat dit op mijn eigen verzoek was. Ik weet dat het zo niet langer ging, omdat we van elkaar steeds minder zagen wat er ook alweer zo leuk was. En steeds meer wat we graag veranderd zouden willen zien. Het breekt mijn hart en geeft alles een zwart randje. Een randje van rouw, van verdriet van emoties die me in de weg zitten.
Zo komt het dat ik hier zit, en soms niet kan kiezen. Of ik nu uitzinnig moet zijn van geluk. Omdat ik in het mooiste huis woon dat binnen mijn macht licht, gevuld met mijn spulletjes die allemaal even mooi en bijzonder lijken in hun nieuwe omgeving. Of dat ik moet huilen omdat het universum dat lief en ik creëerden plotseling niet meer bestaat. Dus doe ik allebei maar, en ben ik blij dat niemand me kan zien, als ik door mijn tranen heen moet glimlachen of door het glimlachen heen plotseling in tranen uit barst.

Mooie meisjes hebben het zwaar


Mooie meisjes hebben het zwaar, die conclusie kon ik na het kijken van de film Isabelle, waarin een mooie actrice door een lelijke vrouw wordt ontvoerd en uitgehongerd, wel trekken.

Want als je een mooi meisje bent, weet je nooit of iemand met je om wilt gaan om jou, of om je verpakking. En ook al doe je iets waarvan je weet dat je er talent voor hebt, of dat je er gekwalificeerd voor bent, dan nog zullen er altijd mensen zijn die daar aan twijfelen. Mensen die denken dat je je baantje alleen maar hebt gekregen omdat je er mooi uit ziet. En prompt zal er weer een artikel in een of ander quasi wetenschappelijk blad staan dat bevestigd dat mooie mensen het allemaal maar zo makkelijk hebben. Dat ze sneller aardig gevonden worden en op die manier eerder aan banen en lovers komen. Maar wat zijn die banen en lovers waard als je nooit zeker weet of het je goede karakter of je weelderige haarbos is die er voor zorgde dat je ze überhaupt kreeg
.
Ik zal mezelf niet direct als een mooi meisje bestempelen. Ik weet dat ik niet lelijk ben, maar ik ben ook anders, apart, niet helemaal standaard. En dat schrikt mensen soms af. Gelukkig maar, het is een muur waar ik me achter kan verstoppen. Maar dat werkt niet altijd. Soms dan zijn er mensen die menen alleen dat mooie meisje te zien. Als dat om onbekende gaat vind ik dat vervelend, maar het brengt me niet van slag. De mannen die onder aan de roltrap stil blijven staan om te kijken hoe ik met mijn rokje en mijn hakjes naar boven waggel, ach die scheld ik gewoon uit. Ik roep iets over oogballen die ik eruit prik als ze niet ophouden met hun onbeleefde gestaar en weg gaan ze. Ik hoef ze nooit meer te zien.
Kwalijker is het als je een vertrouwensrelatie met iemand hebt, of had die als een zeepbel in je gezicht uiteen spat. Een afhankelijkheidspositie. Jaren geleden was hij mijn werkbegeleider, en ik een meisje van 16. Hoewel ik van hem vaak leerde hoe ik het later niet ging doen mocht ik hem graag. Er was een maatjes gevoel. Mijn maag draaide dan ook om toen hij, in een dronken bui, het ineens nodig vond allerlei bekentenissen te doen over hoe leuk ik wel niet was en hoe erg hij ons contact miste. Geloof me dat de omschrijvingen die volgde weinig zakelijk waren. Terwijl het contact dat we hadden altijd vooral zakelijk was geweest met een klein vleugje vriendschap.
Mooie meisjes, ze hebben het zwaarder dan je denkt! Tot lust object verworden, en niets meer dan dat, dat gin je je ergste vijand nog niet!

Anders WOT # 28

Ik ben anders, altijd al geweest.
Soms omdat ik daarvoor koos.
Soms gebeurde het toevallig.
Soms omdat de maatschappij dat besloot.

Ik ben niet de gemiddelde Nederlander.
Heb geen ander half kind.
Geen huisje, boompje, beestje.
Geen vette auto voor de deur.

Status kan me gestolen worden.
Hoeveel ik verdien weet ik zelf niet eens.
En wat de buren van me denken interesseert me niet.
Althans, meestal niet dan.

Toch heb ik het geprobeerd.
Normaal te zijn, net als iedereen.
En het gekke was, dat iedereen mij toen miste.
Omdat anders toch leuker was.

De avonturen van Pipi op vakantie

Pipi is helemaal klaar voor haar tripje naar Manchester/ Liverpool. Nog eventjes wachten op de trein en dan kan het avontuur beginnen.

Nog even de kaart van Liverpool bekijken. Waar zijn de winkels, en wat is hier verder eigenlijk te doen?
Even bij komen met een kopje warme chocolademelk! Met slagroom natuurlijk, heel veel slagroom!!!
Het Flow vakantieboek doornemen. Ook erg belangrijk! 
Jippie, sale bij Jane Noman, want een meisje kan nooit genoeg jurkjes hebben!!! 
Oh nee, het weekend is alweer voorbij, terug in de trein naar Manchester airport, oh ja de meneer naast me heet Aldo, die was ook mee. 
Terug in Nederland 
Home Sweet Home 
Het leven van alledag gaat gewoon weer door, in een mandje door de AH racen!!!
En weer hard aan het werk!!!!