Borstvoeding in het openbaar

Van de week plaatste ik op Facebook een opmerking over borstvoedende vrouwen. Ik had op datzelfde facebook dit artikel gelezen, over een borstvoedende vrouw in de Walmart,die door de filiaalmanager weg gestuurd werd. En vervolgens terug kwam met een 30 tal vriendinnen die massaal gingen borstvoeden in de Walmart.

Ik vraag me dus serieus af waarom mensen altijd en overal maar willen voeden, en dan ook nog eens vinden dat dat altijd en overal maar moet kunnen. En vooral dat niemand dat dan aanstootgevend mag vinden, want niets is toch natuurlijker dan borstvoeden.

Al snel ontstond er een tweedeling, mijn mannelijke vrienden (en een enkele vrouw) vinden het niet echt nodig dat iemand voed in de supermarkt, aan tafel in een restaurant, of op andere openbare plaatsen. Behalve dan als mensen zich terug trekken in een hoekje.

De meeste van mijn vrouwelijke vrienden (en een enkele man) vinden borstvoeden mooi om te zien. Bovendien wil je ook niemand opzadelen met het gebler van een baby die honger heeft. Dus hup, die tiet eruit en voeden maar. Waar je ook bent.

Tja, roepen de mannen, plassen is ook natuurlijk, of seks hebben, zal ik dat dan voortaan ook maar tussen de aardappels en de bloemkolen gaan doen? Maar nee, dat is dan kennelijk weer anders natuurlijk, en dient achter gesloten deuren te gebeuren.

Waarom die dubbele moraal? Waarom moeten we ons aan fatsoensnormen houden zonder kind. Maar verdwijnenen die fatsoensnormen zodra er een kind bij komt kijken?

Een free the nipple activiste mengde zich in het gesprek, mannen mogen ook met blote tepels rondlopen, dus waarom vrouwen dan niet? Is dat waar het om te doen is? Gelijkheid tussen man en vrouw? En komt het “het is zo naturlijk argument” dan ook daar vandaan? Vinden ze het natuurlijker dat een vrouw haar baby voed, want dat heeft een nut, dan dat een man met zijn blote bast in bijvoorbeeld een supermarkt rond loopt?

En willen die vrouwen dan echt dat de norm wordt dat iedereen met een ontbloot boven lijf rond kan lopen? Waarom starten we geen “Trek een s-hirt aan op openbare plaatsen” actie voor mannen? Waarom moet de norm bij gesteld worden naar meer naakt op straat in plaats van minder.

Terwijl ik me dit zo zit af te vragen krijg ik ondertussen een priveberichtje. Of ik misschien vergeten was dat ik zelf ooit naakt op Facebook te bewonderen was. (ja, dat was ik inderdaad vergeten).

Een vriendinnetje had een fotoalbum van de Zwarte Cross gemaakt. Waar wij beide mee deden met the naked run. Op de cover van dat album stond een collage van foto’s, waaronder een foto van die run. Maanden later stuurde ze mij dat album op, ik was natuurlijk helemaal blij, want wist niet van het bestaan van dit album. Dus zette een foto  van mijn cadeauje op Facebook. Waarop de maakster van het album zich afvroeg of ik me realiseerde dat ik ons nu naakt op Facebook had gezet.

Misschien was dat idd niet zo handig. En mag ik nu ook beticht worden van een dubbbele moraal. Want als je zelf wel eens naakt geweest bent mag je je natuurlijk niet meer afvragen waarom anderen de dingen die ze doen doen.  En moet ik het maar heel normaal vinden dat een vrouw haar kind aan tafel in een restaurant (waar je maar een uurtje mag eten) voed. Dan mag ik niets zeggen over een planning die beter had gekund, en moet ik maar gewoon de andere kant op kijken als ik het niet wil zien. Heel logisch!

 

 

 

 

Utopia

Oke, oke, ik geef het niet graag toe, maar ik ben verslaafd.

Verslaafd aan Utopia. Het begon allemaal toen mijn vorige huisgenoot in dat programma bleek te zitten. Meteen kreeg ik appjes, sms’jes en facebook berichtjes van collega’s, vrienden en familie. Of ik wist dat mijn Huisgenoot nu de huisgenoot van de Utopianen geworden was. Toevallig wist ik dat al, want in de aanloop van de wedstrijd om de deuren  van Utopia binnen te komen had hij mij een berichtje gestuurd met de vraag of ik op hem wilde stemmen. En op een feestje kwam ik zijn ex tegen die de stad aan het vol plakken was met posters waarop opgeroepen werd om vooral op hem te stemmen. Ja, hij weet van aanpakken als hij iets echt wil, die ex huisgenoot van mij.

Die posters en berichtjes aan iedereen in zijn adresboek bleken te werken, want enkele dagen later stapte hij de poort van Utopia binnen. En ik keek, de 4 dagen daarna (want langer zat hij er helaas niet in) keek ik ook. Ook toen hij er al lang en breed uit was bleef ik kijken. Want ik wilde toch weten hoe het zat met Billy en Ruud. En ik was ook wel nieuwsgierig naar de taarten van Elzewieke. En hoe zat dat met Vanessa en die ene jongen?

Kortom ik ging mee leven met alle nog overgebleven bewoners. Het ging niet eens om hele grote dingen. Maar ik wilde weten waarom LauraB een rotonde wilde. En of ze het voor elkaar kreeg een hondje te gaan trainen. Hoe het zat met dat ene mens dat de hele tijd al het geld opmaakt aan haar zangcariere. En of de nieuwkomers makkelijk een plekje in de groep konden vinden.

Ik weet dat het niet sjiek is. Ik hoor natuurlijk te zeggen dat ik vooral de sociale processen en de groepsdynamiek erg interessant vind. En dat het heel nuttig en toepasbaar is op mijn werk voor een groep als ik dit soort processen kan aanschouwen en doorgronden. Maar dan zou ik liegen. Ik vind het gewoon leuk.

Toch heb ik het na een klein maandje kijken ook wel weer gehad met de Utopianen. Na het zoveelste ruzietje en het zoveelste conflict begint het idd net op mijn werk te lijken. Alleen ben ik er dan niet om hier iets te sussen en daar iets te blussen. Nee, de Utopianen moeten het helemaal zelf doen. En het gekke is, eigenlijk zijn ze daar helemaal niet zo heel veel beter in dan de kinderen op mijn werk.

 

Leve Sotsji!

Arthur Japin presenteert het programma Leve Sotsji!, ter voorbereiding van dit programma schreef hij deze brief. Een brief die mij diep ontroerd heeft. En ook nu ik naar het programma kijk ben ik ontroerd. Mijn emoties wisselen snel.

Verdrietig ben ik, omdat de situatie in Rusland zo verschrikkelijk is. Propaganda filmpjes tegen homoseksualiteit, die gewoon uitgezonden worden op televisie. Programma’s waarin een presentator verteld hoe gevaarlijk de invloed van Europa is, die hen normen en waarden willen opleggen van vrijheid en gelijkheid die tegen hun normen en waarden in gaan. Want vrijheid en gelijkheid zijn natuurlijk heel gevaarlijk!

Boos ben ik, omdat ook in Nederland 3 aangiftes per week gedaan worden van homogerelateerd geweld. En ik weet dat lang niet iedereen die slachtoffer word van dit geweld aangifte doet. Een vriend van mij is zo vaak in elkaar geslagen alleen omdat hij homoseksueel is dat hij er eigenlijk al vanuit gaat dat er wel weer iets zal gebeuren als hij de deur uit gaat.

Blij ben ik, dat dit programma wordt gemaakt, dat we te zien krijgen hoe erg de situatie is in Rusland, maar ook dat in tolerant Nederland de situatie ook verre van wenselijk is.

Verdrietig word ik dan weer, als ik hoor hoe alle tafelgasten zeggen dat je eigenlijk niet hand in hand kunt lopen met je partner. Ja, misschien in een bos, heel ver van de bewoonde wereld vandaan, waar niemand je kan zien.

Zelf ben ik biseksueel, daar heb ik nooit een geheim van gemaakt. Hoewel de kinderen op mijn werk me tegenwoordig meer als een hasbian zien. “Juf, u was vroeger toch lesbisch?” vroeg een jongetje laatst. Ik heb zo goed mogelijk proberen uit te leggen dat ik inderdaad relaties met vrouwen heb gehad, maar dat het niet iets is dat voorbij is en nooit meer zou kunnen gebeuren. Dat ik niet lesbisch was, maar nog steeds biseksueel ben!

Omdat ik graag een voorbeeld wil zijn. Maar kennelijk niet genoeg een voorbeeld ben om helemaal vrij te zijn van de invloeden van mijn omgeving. Tijdens mijn relaties met vrouwen ben ik zo gewend geraakt om altijd over je schouder te kijken of je wel of niet genegenheid kunt tonen aan elkaar dat ik dat ik nog steeds moeite heb met het tonen van die genegenheid in het openbaar. Want inderdaad, de handjes werden losgelaten zodra we in de bewoonde wereld kwamen. Soms gebeurde het zelfs dat we spontaan van partner wisselde met een bevriend homopaar zodra de buitenwereld zichtbaar werd. Niet bewust. Maar het gebeurde wel. Mijn huidige lief, een man, wijst mij er soms grappend op dat hij een man is. Dat ik niet steeds over mijn schouder hoef te kijken, dat ik ook buiten het bos hand in hand zou mogen lopen, als ik dat zou willen. En natuurlijk weet ik dat ik hand in hand mag lopen met een lief, of het nu een man of een vrouw is. Maar de keren dat ik uitgescholden werd omdat ik ben wie ik ben staan me nog te vers in het geheugen om dat ook werkelijk te doen.

En dan te bedenken dat schelden niet eens echt zeer doet.

Sletvrees

Ik heb lang nagedacht of ik wel of niet moest bloggen over Sletvrees. Net toen ik bedacht had dat ik dat niet ging doen, omdat ik dacht dat het niet nodig was las ik een blog dat me deed beseffen dat het wel degelijk heel erg nodig is hierover te bloggen.

Voor wie de afgelopen week op een andere planeet heeft doorgebracht (of geen tv heeft natuurlijk) hier een linkje naar de docu van Sunny Bergman. Sunny onderzoekt in deze documentaire hoe seksueel bevrijd we nu eigenlijk zijn. Als ik naar mezelf en mijn directe omgeving kijk denk ik dat het nogal tegen valt met die seksuele bevrijding van ons vrouwen.

Hoewel ik er geen geheim van maak dat mijn relaties niet perse monogaam zijn haast ik me vaak  om daar aan toe te voegen, maar ik ben geen slet hoor, ik deel heus niet het bed met iedereen. Ik denk dat ik mijn bed met minder mensen gedeeld heb dan de meeste vrouwen van mijn leeftijd. (het zijn er minder dan 10)Toch zal ik sneller als slet bestempeld worden omdat ik nu eenmaal met zowel vrouwen als mannen naar bed ben geweest (en langere relaties heb gehad) en ik weleens twee partners tegelijk heb gehad. Dat kan natuurlijk niet. Beschaafde meisjes doen dat niet, dus zal ik wel een slet zijn.

Het gekke is dus dat ik daar zelf in mee ga door te benoemen dat ik GEEN SLET ben als mensen vragen hoe het nu zit me mij en relaties. Waarom doe ik dat? Waarom ben ik bang dat mensen zouden kunnen denken dat ik wel een slet ben? En als zou ik wel een slet zijn, wat dan nog? Waarom zou ik niet dezelfde rechten hebben op seksuele vrijheid als die mannen zichzelf toe-eigenen?

Als Sunny met een seksuoloog praat komen ze tot de conclusie dat vrouwen vaak minder van seks genieten dan ze zouden kunnen omdat ze zich schuldig maken aan sletvrees. En weer ben ik schuldig. Ik herken me in het profiel van seksuele geremdheid. En als ik met vriendinnen over dit onderwerp praat (ja meisjes praten ook over seks) merk ik dat ik hier niet alleen in ben. Waarom doen we dat toch?

Ik zou verwachten, of nu ja misschien is het meer hopen, dat een documentaire als deze vrouwen aanmoedigt die waarom vragen te beantwoorden. Maar het tegendeel lijkt waar te zijn. Nee in plaats daarvan vinden we Sunny een slet, gooien we met modder en vinden we haar vooral heel stom. En eerlijk gezegd vind ik dat dan weer heel stom. Sunny roept ons niet op ineens massaal te gaan sletten, lijstjes bij te houden van het aantal veroveringen in ons bed of er bij te gaan lopen alsof bedekkende kleding niet meer binnen ons budget paste. Het enige wat ze ons vraagt is, hoe seksueel vrij ben jij eigenlijk? Maar een eerlijk antwoord op die vraag geven is waarschijnlijk te confronterend. En dat, is best een beetje jammer.

Gewoon Single

Gewoon Single
vooroordeleln, misvattingen en andere ongemakken
Karin Ramaker www.met-k.com
uitgeverij scriptum
ISBN 9789055947935

Nadat het recensie exemplaar van “Gewoon Single” bij mij in de brievenbus viel nam ik de houding aan van kritische lezer. Want dat had de lezer van mijn blog toch zeker verdiend? Een oprecht kritische blik op dit boekje? Maar al snel veranderde die kritische blik. Want oké, toegegeven, het is geen boekje dat je leest om de mooie zinnen of formuleringen. Arthur Japin schreef in zijn dagboek dat hij een zin had geformuleerd die zo mooi, zo lang en zo ingewikkeld was dat zijn computer er iedere keer op vast liep. Zo’n boekje is dit dus niet. Nou en!

Wat het wel is? Een heel praktisch en herkenbaar boekje. Voor de singles onder ons zal het een feest van herkenning zijn. Terwijl het de niet singles onder ons aanmoedigt een beetje begripvoller  om te gaan met de singles in hun omgeving. En daarmee zou ik het vooral willen laten lezen aan al die mensen die al jaren gesteld zijn, of net verliefd en totaal op gaan in de ander, die vergeten zijn hoe het ook alweer was om single te zijn. Of die dat misschien wel nooit geweten hebben omdat ze van huis uit direct zijn gaan samen wonen en dus echt niet weten hoe het is om alles zelf te moeten regelen.

In de regel zal ik misschien niet gezien worden als single. Maar ik leef wel al een hele poos alleen. De relaties die ik had in die jaren waren ook niet van het soort waarbij het vanzelfsprekend is dat je de feestdagen gezellig met elkaar doorbrengt of leuk samen op vakantie gaat. In die zin weet ik dus wat het is om te moeten leuren of iemand met je mee wil gaan iedere keer dat je iets wilt ondernemen. Karin weet dat op een fijne manier te omschrijven waarbij de single nooit als sneufiguur wordt weggezet. En dat vind ik knap. Ze slaagt erin de kracht die er in de single zit steeds weer naar voren te brengen. Daarmee is dit dus ook een ideaal boekje voor mensen die net weer single zijn of zij die het single zijn even niet meer zien zitten. Het zal ze geen dingen vertellen die ze nog niet wisten. Maar het zal ze wel wijzen op de dingen die ze toch maar even voor elkaar weten te boksen. Alleen! Het laat ze zien hoe moedig en dapper ze eigenlijk zijn.

Buiten de Twitter bekende van mij die in dit boekje hun zegje doen was ik ook aangenaam verrast door het interview met Lenie de Zwaan. Zij geeft dit boekje ook nog een beetje politiek mee. Want politiek gezien is er nog een heleboel waar de single (en in mijn ogen zeker de single vrouw) mee te kampen heeft. In de wet is iedereen gelijk, maar gehuwde personen worden wel een beetje voorgetrokken. Want de wet is niet gewend aan singles. Iedereen betaald bijvoorbeeld nabestaanden pensioen, maar je mag niet zelf weten aan wie je dat wilt nalaten. Als single mag je dus niet een goede vriend, vriendin, broer of zus aanwijzen als jouw nabestaande. Iets waar ik me al jaren boos over maak. (meestal heel stil en in mijn eentje, want je wilt natuurlijk niet zeuren, of overkomen als verbitterde single, maar krom is het wel)

Buiten de liefdevolle adviezen en politiek staan er ook persoonlijke verhalen over bijvoorbeeld rampzalige dates in het boekje omschreven. Iets dat volgens mij ook iedere single wel herkent. Ik zou er in ieder geval ook een klein boekje mee kunnen vullen. Ik had het niet verwacht, maar dit boekje is een feest van herkenning dat zo vol liefde is geschreven dat ik het iedereen kan aanraden.

Ik ben benieuwd naar het volgende project van Karin, want ongetwijfeld woont er in haar hoofd alweer een nieuw boek dat wacht om geschreven te worden.

Munttheemoeders

Ik ben mijn hyves aan het leeghalen. Daar staan nog een heleboel oude blogjes op. Wat de moeite waard is zal ik hierheen overplaatsen. Op 30 mei 2011 schreef ik een stukje over munttheemoeders.
Een term die ik sinds dien nog steeds af en toe gebruik. Soms zeg ik voor de grap dat ik het ambieer om munttheemoeder te worden. Hoewel dat een grapje is zou ik het helemaal niet erg vinden om minder te werken. Jammer genoeg moet de hypotheek gewoon betaald worden. En zit minder werken er dus gewoon echt niet in. Hoe dan ook, hier het stukje van toen!

Als ik lui met mijn moeder en stiefvader op een terrasje zit en een kopje muntthee bestel reageert mijn moeder zogenaamd geschokt. “Zou je dat nu wel doen? Straks denken de mensen nog dat je een munttheemoeder bent.” Ik kijk haar bedenkelijk aan. Een wat? “Een munttheemoeder”, herhaald mijn moeder, kennelijk had ik haar toch goed verstaan.

Munttheemoeders is een term uit de Opzij. Het gaat om hoger opgeleide vrouwen met kinderen, zonder baan. Op zich is daar niets vreemds aan. Maar deze moeders moederen ook niet, de zorg voor de kinderen word uitbesteed aan een nanny, reguliere kinderopvang of oppasmoeder zodat ze tijd over hebben om zichzelf te ontplooien.

Binnen no time pikt ook twitter de term op en lijkt iedereen een mening te hebben over deze munttheemoeders. Tja, mij lijkt het niets om de hele dag een beetje vakantie te vieren terwijl je kroost op de opvang zit. Heb je tijdens schooltijden niet genoeg tijd om jezelf te ontplooien? Als je je kinderen laat overblijven ben je ze toch ook van 9 tot 3 kwijt? Lekker een werkster inhuren die in die tijd je huishouden doet en jij kunt je nagels laten lakken of lekker naar yogales. Want dat schijnt een geliefde hobby te zijn van munttheemoeders. Daarna heb je nog plenty tijd over om ijsjes te eten met je kinderen of op de rand van de zandbak toe te kijken hoe zij lief aan het spelen zijn. Ideaal als je het mij vraagt.

Aan de andere kant snap ik het ook wel als de werkende moeders bij ons op de BSO een dagje vrij nemen en hun kids toch naar de BSO laten komen. Even lekker wat tijd om met vriendinnen af te spreken of ongestoord te kunnen shoppen. Munttheemoeder voor een dagje, genieten moet dat zijn.  Het is immers allemaal al druk genoeg als werkende vrouw en moeder. Waarom roept het dan zoveel weerstand op als vrouwen die (tijdelijk) niet werken behoefte aan die vrijheid hebben en hun kinderen een of twee dagen uitbesteden? Als hun mannen dat nu voor hen over hebben? Als zij het niet erg vinden om financieel afhankelijk te zijn? Waar zou ik me dan druk om maken?

Zwarte Piet, wat vind jij daarvan?

“Tante Rauwra, het is bijna Sintelkaas, fijn hé”, zegt mijn nichtje van 4.
Dat is zeker fijn, zeg ik, maar er zijn mensen van de VN en die willen niet meer dat we Sinterklaas vieren. Daar moet ze even over nadenken. Dan vraagt ze, maar waarom willen ze dan niet meer dat we Sinterklaas vieren? Dan worden de kindertjes toch verdrietig? En ik ook.

Ik heb haar geknuffeld en gezegd dat wij gewoon Sinterklaas blijven vieren. Dat we desnoods zelf als Sinterklaas verkleed gaan als hij het land niet meer in mag komen. Dat zag ze dan weer wel zitten.

Die avond vraagt een Facebook vriendin wat ik eigenlijk vind van die hele Zwarte Piet discussie. Als Zwarte Piet inderdaad zwart van het roet is en niet zwart als roet voel ik er wel iets voor om de schmink aan te passen. Geef de beste man wat zwarte vegen in plaats van een heel zwart gezicht. Probleem opgelost zou ik zo zeggen, en het plezier wordt er niet minder om.

Maar wat nu als het hier wel zou gaan om een negerslaaf in Spaanse kleren? Is dit kinderfeest dan ineens een racistisch feest? Een verhaal dat dit jaar overal de kop op steekt is dat Zwarte Pieten in eerste instantie inderdaad kinderslaven waren, die door Sint Nicolaas zijn vrij gekocht en bij hem in loondienst mochten werken. Omdat de beste man niet alle slaven kon vrij kopen is hij lekkernijen gaan uitdelen aan de andere arme kinderen. Een verhaal dat ik ergens wel logisch vind klinken.

In dat geval zou Zwarte Piet niet racistischer zijn dan H&M. Want al die mensen die zo hun mond vol hebben over racisme en een afschuwelijk verleden waarin hier, in dit land inderdaad slavernij heeft geheerst, iets dat niet te ontkennen valt, dragen die nu alleen maar kleding van merken waar nooit kindjes voor een hongerloontje t-shirtjes in elkaar moeten zetten? Eten die altijd chocolade waar geen slavenbloed bij vergoten wordt? Zijn die in hun dagelijks leven ook maar een seconde bezig met de vormen van slavernij die nu op dit moment overal op de wereld in meerdere of mindere mate nog steeds voorkomt? Waar vooral vrouwen en kinderen slachtoffers van zijn? Die maar al te graag door een moderne Sint Nicolaas vrij gekocht zouden willen worden en het dan helemaal niet erg zouden vinden om voor een normaal loon een avondje cadeautjes rond te brengen?

Ik vrees dat ze het te druk hebben met de pijn voelen van hun over, over, over, overgrootouders die ooit als slaven geboren zijn om de pijn te voelen die nu nog overal om ons heen is.

Dus om heel eerlijk te zijn maak ik me eigenlijk meer druk of de poppen, de autootjes, de wii’s en de playstations die in schoenen verdwijnen niet gemaakt zijn door kinderhandjes uit de derde wereld dan of ze er door een rood, groen, geel, paars, wit of zwart persoon in worden gestopt. En dan nog heb ik liever dat Zwarte Piet gewoon zwart blijft, en dat we vanaf groep 8 de waarheid over Zwarte Piet doceren. Als voorbeeld hoe slavernij nu en in de toekomst nergens op de wereld meer zou mogen bestaan!

Leeftijd

Vorig jaar werd ik 30. Dat was best een dingetje. Want 30 worden, wie wil dat nu? Mijn generatie, die opgegroeid is met televisie series als Ally Mc Beal in ieder geval niet. Want op je 30 hoor je gesetteld te zijn. Je kent het wel, huisje, boompje, beestje, carrière, leuke vrienden, schattige kindjes, de liefde van je leven, die trouwring om je vinger, een hypotheek, autootje voor de deur, tuintje op het zuiden, dat dus.

Omdat we vaak maar een deel van al die dingen hebben en de rest in het honderd laten lopen willen we dus geen 30 worden. Want 30 betekend dat je geen meisje meer mag zijn, dat je volwassen moet doen, mantelpakjes moet dragen en keke schoentjes. En als je al die dingen nog niet doet, dan moet je er dus zo snel mogelijk voor zorgen dat je ze gaat doen! Anders wordt je voor de rest van je leven achtervolgd door baby’s die over het plafond kruipen naast Al Green in een unisekstoilet. De horror.

Daarom willen we dus geen 30 worden! Maar voor eeuwig 29 1/2 blijven. Totdat we jarig zijn geweest en we merken dat het allemaal heus zo erg niet is. Dat het feestje leuk was, de wijn goed, de vrienden lief. En dat je morgen ook nog wel kunt werken aan al die doelen die je leven tot een succesvol leven schijnen te maken. Ik dacht dus dat daarmee de kous af was. Dat je die les leert op je 30e om daarna voor altijd te verinnerlijken. Age is just a number.

Maar helaas, ik leerde op Twitter dat die hele ongein gewoon weer begint met 40, en daarna nog een keertje met 50. Misschien zelfs ook wel met 60 of met 70. Maar mensen uit die leeftijdscategorie mis ik in mijn timeline. Ik hoop van harte dat die ellende je dan bespaard blijft. Dat je tegen die tijd wel door hebt dat het allemaal niet zo heel veel uit maakt hoe oud je bent en of je je nu wel of niet naar je leeftijd gedraagt. Dat Al Green je tegen die tijd met rust laat. En je gewoon mag zijn wie je bent.

Voor mezelf heb ik overigens besloten dat ik er nu per direct mee stop. Dat ik dat moeilijke gedoe bij 40 en 50 ook maar gewoon over sla. En vanaf nu overga op totale acceptatie, welke leeftijd daar an ook bij hoort. Oh zo!

(of zoals mijn moeder zou zeggen, je bent interessant op elke leeftijd, of je bent het niet!) 

Kinderloosheid een tabboe?

Toen ik een kind was hadden mijn ouders een vrienden stel, Pim en Marijke. Marijke wilde geen kinderen en ik weet nog dat mij die bewustwording een ongemakkelijk gevoel bezorgde, alsof ze mij daardoor niet leuk zou vinden. Hoewel ze volgens mij wel altijd vriendelijk voor mij en mijn zusjes was.

Ik nam me toen dus voor om wel kinderen te willen. Alsof je opslag een leuker mens zou worden als je een kinderwens zou hebben. Het idee dat ik moeder wilde worden en het liefst een beetje jong was vrij hardnekkig. Op mijn 25e serieus gaan nadenken over kinderen leek mij een zeer goed idee. Toen ik op mijn 21e een serieuze relatie kreeg waren kinderen dan ook vanaf dag 1 zo ongeveer een discussiepunt. Want hoe zouden we dat aan gaan pakken? Een bekende donor? Een onbekende donor? Moet die donor dan wel of geen vaderrol gaan spelen? We kwamen er niet uit. Want ik wilde graag een bekende donor die ook een vaderrol vervulde, ik vond dat mijn kinderen het recht hadden om te weten waar hun DNA vandaan komt. En ik had liever geen kinderen dan dat ik de egoïstische keuze zou maken voor een anonieme donor. Mijn vriendin dacht daar anders over. Bovendien hadden we ook een ander idee over wat een bekende donor dan precies inhield. Ik dacht aan een van mijn vrienden. Zij dacht aan een van haar mannelijke familieleden. Zo’n dubbele rol leek mij voor mezelf al veel te verwarrend, laat staan voor een kind. Ik ben je oom, maar ook je vader. Ja, natuurlijk!

Daarnaast had het ons vanaf het begin niet meer dan logisch geleken dat ik zou het kind zou gaan “dragen”. Ik was jonger, vrouwelijker en bovendien was mijn kinderwens groter. Niet meer dan logisch. Maar ineens besloot mevrouw dat zij de draagmoeder wilde zijn. Niet omdat ze nu zo graag een kind wilde dragen, maar omdat ze zich niet voor kon stellen dat ik daartoe in staat zou zijn, en bovendien was het wel een goed excuus om nog langer lekker thuis te kunnen zitten.

Vlak voor ik 25 werd ging het niet zo goed in onze relatie. Ik denk dat het idee van die dreigende kinderwens haar te veel werd. Althans, op mijn 25e verjaardag gaf ze me te kennen dat ik misschien mijn geluk maar beter elders kon zoeken. Want ze wilde ze niet meer, die kinderen. Natuurlijk had ik dat wel aangevoeld. En ook dat als het niet nu zou gaan gebeuren het waarschijnlijk nooit meer zou gaan gebeuren. Dus maakte het voor mij niet zoveel uit of ik nu met of zonder haar die kinderen niet zou krijgen. Maar zij had het idee dat ze mijn geluk in de weg stond. Dat ik moeder moest worden. Waarom ze precies mijn verjaardagsetentje uit koos om die boodschap over te brengen is me nog steeds een raadsel.

Hoe dan ook, die kinderwens verdween. Ik wilde niet nog eens iemand zo dichtbij laten komen. Ik wilde me niet meer zo op laten sluiten in een contact. Ik had vrijheid nodig en realiseerde me dat ik met een kind alleen maar meer opgesloten zou zijn dan ik nu al was geweest. Nooit heb ik er spijt van gehad. Nooit heb ik gedacht had ik nu toch maar…..

Ook toen mijn zusje beviel van mijn nichtje had ik geen gevoel van, was ik dat maar. Of toen mijn andere zusje zwanger werd. Of als ik een dagje met mijn nichtje doorbreng. Ik vind het heerlijk hoor, begrijp me niet verkeerd. Dat kleine meisje dat mij zo vol vertrouwen aankijkt, denkt dat ik weet hoe heel de wereld werkt. Maar die me ook weer echt laat kijken naar de dingen. Want dat kunstwerk? Waar is dat nu precies van gemaakt? Het voelt niet als hout, maar het klinkt wel als hout. Ik ben gek op haar, kan niet in woorden omschrijven hoeveel ik van haar hou. Maar ze zorgt er niet voor dat ik ook perse moet.

Oke, een keer, toen ik een soort van iets had met iemand die zelf twijfelde of hij nu wel of niet vader wilde worden, en de tijd qua leeftijd voor zijn gevoel voor hem begon te dringen, toen heb ik me afgevraagd hoe het zou zijn. Een kindje. Maar eigenlijk kon ik me er niet zoveel bij voorstellen.

Mijn vrienden en vriendinnen zijn over het algemeen ook in meedere of mindere mate bewust kinderloos. Als gay m/v zit het nu eenmaal wat ingewikkelder in elkaar om een kindje te krijgen. Het gaat niet vanzelf. Ik had dus eigenlijk helemaal niet door dat het een taboeonderwerp is. In een meer heteronormatieve omgeving dan. Totdat ik op Twitter iemand leerde kennen die alleen maar blogt over haar twijfels over het moederschap. En wat dat met haar, haar partner en haar omgeving doet. Het bleek voor haar een groot taboeonderwerp te zijn.

Even voelde ik me bevoorrecht. Dat ik alleen op mijn werk en bij 1 vriendin constant de vraag krijg of ik niet ook eens aan de beurt ben. En oke, mijn partner van het moment denkt ook dat ik mijn tijd verdoe, door kinderloos bij hem te blijven. Hij vind dat ik mijn vleugels moet uitslaan en moeder moet worden van een schattig kindje waar ik dan een hele leuke moeder voor zou zijn. En ik weet dat ik inderdaad een leuke moeder zou zijn. Maar moet ik alleen om die reden een kind nemen?

“Mam, waarom ben ik eigenlijk geboren?”. “Nou lieverd, zodat ik een leuke moeder kan zijn”. Dat spoort toch niet?

Ik sluit niet uit dat ik ooit weer wel het gevoel krijg van nu moet het, het is nu of nooit. Ik sluit niet uit dat de kinderwens ooit weer terug komt. Maar ik sluit ook niet uit dat dat niet meer gebeurd. Ik geloof dat er altijd meerdere mogelijkheden zijn om een leven te leven. Door omstandigheden heb ik gekozen voor dit leven. En dat leven bevalt me. Ik heb geen spijt van keuzes die ik al dan niet gemaakt heb. En denk dat ik inmiddels oud genoeg ben om in te kunnen schatten hoe dat in de toekomst gaat zijn. Ik denk niet dat ik ooit wel spijt ga krijgen. Daarvoor geniet ik te veel van het nu, van hoe mijn leven is. Bovendien sta ik mezelf altijd toe om van gedachten te veranderen. Daar ben ik werkelijk flexibel in. Ik denk dat dat een grotere sleutel naar geluk is dan je vastbijten in oude ideeën en idealen die dan achteraf helemaal niet zo ideaal blijken te zijn!

Opvoeden doe je samen

Opvoeden. Het is mijn werk. Want ik ben geworden wat ik nooit wilde worden. Pedagogisch medewerker kinderopvang. Vroeger was je gewoon leidster, maar dat was niet gewichtig genoeg. Dus nu zijn we pedagogisch medewerksters. Dat klinkt alsof je er verstand van hebt. Alsof je meer bent dan alleen maar lief, meer dan alleen maar oppas. Alsof je kunt opvoeden, want je hebt er een diploma voor.

De waarheid is dat het voor ons ook steeds puzzelen is. Met elkaar. Als je geluk hebt ook met ouders, of juffen. Want opvoeden, dat doe je niet alleen. “It takes a village to raise a kid”. Een zinnetje dat Hillary Clinton in 1996 gebruikte om aan te geven dat opvoeden niet alleen een zaak van ouders is. Maar van een hele maatschappij. Wij hebben allemaal een voorbeeldfunctie, iedere dag weer. Of we nu ouder zijn, juf, pedagogisch medewerker of gewoon op straat lopen. Alle indrukken die een kind opdoet zullen het vormen. En natuurlijk, hoe belangrijker de rol van een persoon in het kinderleven, hoe groter de impact. Als een wild vreemde door rood loopt, snapt het kind op een bepaalde leeftijd dat dat een stoute meneer kan zijn, die gewoon niet zo goed weet hoe het hoort. Als papa door rood loopt is dat echter een ander verhaal. Om maar met een stom voorbeeld te komen.

Maar het puzzelen zit hem niet alleen in wie verantwoordelijkheid is voor wat, die zit hem ook in de kinderen zelf. Want ieder kind is uniek en vergt een andere aanpak. Iedere leidster is bovendien ook uniek. En iedere dag is ook uniek. Iets wat je vandaag prima kunt hebben, kan morgen weleens heel anders vallen. Omdat je net gehoord hebt dat je moeder heel erg ziek is bijvoorbeeld. Omdat je met je verkeerde been uit bed bent gestapt. Of omdat je konijn is overleden.

Datzelfde kan voor het kind gelden. Het kan net ruzie gehad hebben met een vriendje of vriendinnetje, een toets niet zo goed gemaakt hebben of een rot weekend gehad hebben. Allemaal factoren die gedrag beïnvloeden. Om nog maar te zwijgen over persoonlijke normen en waarden, referentiekaders zo gezegd. Die ook weer per individu verschillen. Dat is immers wat ze zo persoonlijk maakt.

Opvoeden, ik heb er voor geleerd, ben er dagelijks heel veel mee bezig, maar als het puntje bij paaltje komt voel ik me vaak net een ouder. Ik doe maar wat, en het lijkt aan te slaan. En natuurlijk ik weet heus wel waarom ik bepaalde dingen doe zoals ik ze doe. Ik heb er heus wel over nagedacht. Maar niet constant de hele tijd. Soms dan handel je gewoon uit gewoonte, of spontaniteit.

Daarom is de VIB (video interactie begeleiding) zo leuk. Als je jezelf op film terug ziet, beeldje voor beeldje, iedere handeling analyseert, en er iemand met je mee kijkt, die daar dan weer voor heeft geleerd, dan kun je nog veel van jezelf leren. Je ziet het effect van de dingen die je bedacht had, maar ook de dingen die zo ingesleten zijn dat je ze bijna onbewust doet. Je ziet jezelf opvoeden. Word gewezen op je aandachtspunten en bevestigd in dat wat je vanzelf af lijkt te gaan. Nee, opvoeden, doe je niet alleen!