28 nov 2013 naar de top van de Cardou (en terug)

We hebben de top van de Cardou beklommen. Er gaan verhalen in de ronde dat de Ark van Noach hier gestrand zou zijn. Nu heb ik zelf altijd geleerd dat de Ark gestrand zou zijn op de Ararat, en ik vind het lastig daar van af te stappen. Eigenlijk dacht ik dat iedereen alleen het verhaal van de Ararat kende. Als er twee volkeren een oorlog kunnen voeren om een berg dan zou je zeggen dat er een kern van waarheid in zou moeten zitten.


Er zijn ook mensen die beweren dat er een kopie van de tempel van Salomo in de Cardou zit. Een boel mooie verhalen waarvan ik me levendig kan voorstellen dat je ze verzint of zelfs geloofd als je hier bent. Deze plek doet iets met je. Ik snap zo goed dat je dat buiten je zelf wilt plaatsen en met iedereen wilt delen. Daar een gemeenschappelijke ervaring van wilt maken. Toch hou ik het zelf maar even op mijn eigen waarnemingen en ervaringen. 

De klim naar boven van zo’n 750 km hoogte (correct me if i’m wrong, ik heb geen hoogtekaart naast me liggen) wordt gemarkeerd met een geel/blauwe wandelroute. Ik kan u aanraden om die route te volgen en er niet van af te wijken. Ook niet om een of andere oude mijn te gaan bekijken. Wij hebben mogen ervaren dat andere paden lastiger begaanbaar waren. Als je de klim gemaakt hebt wordt je getrakteerd op een bijzonder mooi uitzicht. Je kunt de Pyrieneen  zien maar ook Rennes ‘l Chatteau, en eigenlijk alles wat je in de wijde omtrek kunt bedenken dat je zou kunnen zien. (nu hadden wij geluk met extreem helder weer) Nog een beetje hoger vinden we een steencirkel die is neergelegd in een prefect Keltischkruis. Dit wordt duidelijk door iemand als krachtplek gebruikt. En ik kan die persoon geen ongelijk geven. Het is even een klim, vanaf het dorpje waarvan wij vertrokken 1,5 uur lopen, maar dan ben je wel op een plek die zo mooi is, en waar je niet eens fantasie nodig hebt om de energie te voelen. Ik kan me niet voorstellen dat er mensen zijn die op toppen van bergen als deze hebben gestaan en dan nog steeds in geen enkele vorm van spiritualiteit geloven. Vinden zij het uitzicht alleen maar mooi? Voelen ze dan helemaal niets? Of geven ze er andere woorden aan? 

Ik kreeg in ieder geval spontaan zin in uren lange meditatie en het uitvoeren van rituelen. Maar het was inmiddels zo koud dat lang mediteren er niet in zat. Wel heb ik even een snelle shapeshift met een grote roofvogel, vermoedelijk een Arend (Adelaar) die boven onze hoofden bleef rond cirkelen. Later als ik thuis ben ben ik zeker van plan om tijdens een trance of visualisatie terug te gaan naar deze plek en mijn reis met de Arend af te maken. 

Daarna zijn we doorgereden naar Rennes le Bains. Een gemeente die vooral wordt aangetrokken door hippies. Wij komen terecht in een cafeetje waar de eigenaar schilderijen maakt in vrolijke regenboogglitter kleurtjes. Overal waar je kunt kijken staan nymfen, groene mannen en andere mythologische figuren afgebeeld in een regenboogdecor. Wij wenste vurig dat hij kleinere schilderijen maakte zodat we er een mee konden nemen. Nu zouden de kosten van het vervoeren waarschijnlijk hoger zijn dan de prijs van het schilderij zelf.

Vanaf hier wandelen we naar le Fateuil du Diable. Of zou het toch de troon van Isis zijn, zoals iemand op het bordje heeft geschreven. In deze omgeving ben je geneigd te geloven dat alles omgeven is door vrouwelijke energieën. Romeo heeft niets te veel gezegd. Inmiddels leer ik van vrienden op Facebook dat het symbool voor Isis en voor troon hetzelfde is. Isis is dan ook een Godin die met een troon op haar hoofd wordt afgebeeld. Dus het is niet heel gek dat mensen een stoel/troon aan haar linken. De link naar de duivel snap ik zelf ook heel goed. In de zetel gezeten kijk je uit over de vallei. Als je de vallei als onderwereld ziet zou het dus kunnen dat het een troon is die de onderwereld overziet. Er zijn ook mensen die geloven dat de troon daar staat om iets te bewaken dat erachter ligt. En dat je eerst “de Duivel” moet passeren voordat je daarbij kunt komen.

We zullen er waarschijnlijk nooit achter komen waar de stoel voor gediend heeft. Feit is dat er nu vooral hippies op af komen die lintjes met wensintenties in de bomen hangen. En dat de sfeer daardoor heel magisch en sereen is.

27 november 2013 Carcassonne/ Quillan

Ik neem jullie verder mee op reis. Vandaag ging onze tocht van Carcassonne waar we de nacht hebben doorgebracht naar Quillan waar we een huisje gehuurd hebben van een dame genaamd Ruth. Ruth is van Britse afkomst, Britten schijnen nogal gek te zijn op deze streek en hier massaal heen te verhuizen. Onderweg zullen we verschillende stops maken om dingen te bezichtigen. En ik ben nu al dankbaar dat ik deze reis met deze mensen mag maken. Romeo en Mister E houden precies even veel van dingen zien, voelen, ervaren en bezichtigen als ik. Vol enthousiasme willen ze mij maar al te graag de plekken laten zien waar zij eerder al waren of waarvan ze hoorde of laten dat die plekken bezienswaardig zijn. Bezienswaardig wordt het sleutelwoord van deze reis.

We beginnen natuurlijk in de oude binnenstad van Carcassonne die het zeker verdiend ook bij daglicht bekeken te worden. Carcassonne heeft een dubbele stadsmuur. De buitenste stadsmuur is het oudst, later is er een tweede muur binnen deze stadsmuren gebouwd. Ik kan iedereen aanraden een wandeling tussen de twee muren te maken. Binnen de binnenste muren staat een kasteel dat je kunt bezichtigen. Hier schaffen we ons Katarenpaspoort aan. Persoonlijk vind ik het vooral leuk dat je stempels kunt verzamelen van de plekken die je gezien hebt. Leuk voor later ofzo. Maar eigenlijk is het een kortingspas. Een korting die je niet mag weigeren leerde we later in The abbey of Alet les Bains. We hadden al betaald toen ik zag dat ze mee deden met het paspoort, ik wilde graag een stempeltje maar werd verplicht dan ook de euro korting die we kregen terug te nemen. Toen wij aangaven dat we daar niets van wilde weten wilde zij er niets van weten dat wij daar niets van wilde weten. Na een hoop getrouw trek wie er het meest niets van wilde weten won de Abbey en pakte wij het geld aan.

Er gaan geruchten rond dat de Godin Diana op deze plek vereerd werd. Ik ben meteen geneigd dat te geloven als ik de diepe vrouwelijke energie voel die daar hangt. Volgens Romeo wordt dat gevoel alleen maar heftiger als je dieper het gebied in gaat. Mister E vermaakt zich vooral met de duiven. Die zijn hier in nogal grote getalen aanwezig en vliegen verschikt naar de overkant als wij aan komen lopen om weer terug te keren zodra wij uit het zicht zijn. Waarom doen ze dat toch?!?

Onze volgende stop is L’ angelus de Notre-Dame de Marceille. Hier is een Mariabeeld uit de 15e eeuw te bezichtigen, maar nu even niet. Het origineel van het beeld staat namelijk sinds 2007 ergens in het Vaticaan te wachtten tot het heilig verklaard wordt.

(de Maria waar we voor kwamen mocht dan weg zijn, ik was ook onder de indruk van deze dame. Waarom draagt ze een kroon? Wie is ze?)

Hierna doen we de kerk van Sint Maarten aan in Limoux. Wij kijken onze ogen uit, de glas in lood ramen hier zijn zo bijzonder. In de folder is hier echter helemaal geen informatie over te vinden. Zelf vinden ze kennelijk dat ze hele andere kwaliteiten hebben.

Carcassonne 26 nov 2013

Tijdens mijn vakantie heb ik een dagboekje bij gehouden. Ik zal jullie niet vermoeien met het hele dagboek. Maar de leukste stukjes uitkiezen.

Carcassonne bij nacht 

Als je deze streek bezoekt dan weet je dat je je begeeft tussen schatzoekers en na jagers van de heilige graal. Wij hebben niet direct de heilige graal voor ogen. En fysieke schatten verwachtten we ook niet te vinden. Toch zijn de verwachtingen hoog gespannen. Mijn reisgezelschap heeft deze reis al een of meerdere malen gemaakt. Er zijn mij verhalen verteld over het goddelijke vrouwelijke dat je hier overal zou kunnen voelen. Echt iets voor mij, werd er nog bij gezegd. Nu ik zo bezig ben met de godinnencursus en zo. En ik ben de laatste tijd al zo ontvankelijk voor spiritualiteit, of misschien zelfs wel goddelijkheid. Al heb ik er nooit precies de vinger op kunnen leggen wat goddelijkheid dan precies is.

Voordat ik op reis ging maakte ik een wandeling van mijn ene werk naar mijn andere werk. Ik zou met het openbaar vervoer kunnen gaan, maar het is maar 5 km en ik had de tijd. Met een uurtje flink doorstappen ben je er zo. Maar natuurlijk blijft het niet altijd bij flink doorstappen. Zo werd mijn aandacht getrokken door een wat sneller stromend watertje. Ik bleef daar een tijdje naar kijken en zag hoe afgevallen bladeren mee gingen met de stroom om uiteindelijk te verdrinken en niet meer boven te komen. Ik meende een wijze les te leren door hier naar te kijken.

Soms verdrink je als je met de stroom mee gaat. 

Even later werd het voetpad versperd door grote hopen bladeren, netjes bij elkaar geveegd. Eerder had ik tijdens een wandeling al gemeend dat de boom die zijn herfst bladeren los liet mij ook vertelde dat je soms moest loslaten om verder te kunnen. Allemaal leuk en aardig, maar nu lag al die losgelaten zooi hier toch maar op mijn pad en ik kon niet verder. Wat doe je dan? Ik meende dat ook hier een wijze les in verborgen zat.

We denken dat loslaten de oplossing voor alles is. Maar loslaten is zelden een oplossing.
Het is slechts het begin, hetgeen je losgelaten hebt kan danig in de weg liggen.
En wat doe je dan? Loop je eromheen? Ruim je het op? Wacht je tot het vanzelf verdwijnt?
Omdat ik al die wijze levenslessen niet wilde vergeten noteerde ik ze op Facebook. Waar iemand met de bijdehante opmerking kwam dat je hetgeen je loslaat als compost moet laten dienen om verder te kunnen. Ze wist niet half hoe raak deze opmerking was. Mensen vinden het kennelijk nodig losgelaten dingen netjes op een grote hoop te vegen zodat het onverwerkbaar wordt. maar waarom eigenlijk niet gewoon laten liggen en wachten tot het compost wordt? 
Nog wat verder op mijn pad zie ik een treurwilg, een van de buigzaamste bomen die ik ken, omgehakt door mensen handen. 
Hoe buigzaam je ook bent, tegen mensen kun je niet op
Op Facebook schrijf ik erachter dat het over die omgehakte boom gaat. Maar eigenlijk geeft die boom de perfecte reflectie van mij weer. Mijn anders zijn zorgt weer eens voor problemen. Ik val weer eens buiten de norm. En niet iedereen kan daarmee overweg. Je zou zeggen dat het went. Of dat ik me aan zou kunnen passen. Geloof me, ik heb me al enorm aangepast en veranderd. Ik blijf te anders. 
Maar goed, nu heb ik al een heleboel gezegd maar over de eigenlijke reis nog niet zoveel. We, of in ieder geval ik, verwachten dus dat dit een bijzondere reis gaat worden. Ook spiritueel. Ik grap nog dat vriendschappen kapot kunnen gaan van een vakantie samen. Maar daar gaan we niet van uit. De schrijver was altijd jaloers op onze vriendschap. Hij beweerde dat wij elkaar over 10 jaar nog steeds zouden kennen, en over 20 en 30 jaar ook. Ik denk dat hij toen al wist dat wij elkaar dan niet meer zouden kennen. En dat hij niet alleen jaloers was dat ik in staat ben dat soort banden met mensen aan te gaan. Maar ook dat anderen mensen dan hij wel zo’n vriendschap met mij aan kunnen gaan. 
Onze reis begon dus in Carcassonne. Het landen daar is al een beleving op zich. We vlogen zo dicht over de stad dat we haar bijna konden aanraken terwijl ze tegelijk nog zo ongrijpbaar was. Ik zag de kermis al die bezig was. Ik voelde de sensatie van wat nog komen zou. 
En het begon goed. Romeo had een restaurantje voor ons uitgekozen. Het was gevestigd in een oude stal en zou vooral homo’s en lesbo’s aantrekken. Daar hadden wij natuurlijk wel oren naar. We namen plaats in een stal die ooit van Cherrie geweest was. Een onstuimig paardje want er zaten wat beschadigingen in haar stal. Ironisch genoeg stond er vooral paard op het menu. Vegetariërs kennen ze hier niet echt. Uiteindelijk vinden we een gerecht met iets met linzen. Als het wordt opgediend blijkt het een halve kreeft te zijn, met een schaaltje linzen ernaast. Ik besluit maar niet al te moeilijk te doen deze vakantie en geniet van mijn zee-insect.  
Na het eten maken we een nachtelijke wandeling door het oude Carcassonne. Ik kijk mijn ogen uit, maar het is ook erg koud. We gaan terug naar het hotel dat volgens Romeo naar Ibis hotel ruikt. Ik ben nog nooit in een Ibis hotel geweest maar neem het zonder meer van hem aan. Voor mijn nichtje neem ik het zeepje uit de badkamer mee. Dan kan ze alvast wennen aan de geur van Ibis. Ze heeft nog zo’n leven voor zich. Welke paden zal ze bewandelen? Zal ze ooit (verre) reizen maken? En dan het zeepje voor mij mee nemen? 

Nieuwe mensen leren kennen

Vroeger deed ik nog wel eens spannende dingen, nieuwe mensen leren kennen bijvoorbeeld. Lees hier wat ik daarover schreef op 5 april 2011.

Als de gitarist en ik in het Vondelpark hangen bedenken we dat het wel leuk is om af te spreken met een vriend van hem die net in Amsterdam is komen wonen. De vriend heeft nog geen tijd want die heeft net een kussengevecht op de dam. Ik gok iets met een flashmob. Maar als hij daar mee klaar is heeft hij nog wel even tijd iets met ons te drinken,  voordat hij nieuwe mensen gaat leren kennen. Bedenkelijk kijken we elkaar aan. Kun je tegenwoordig van te voren bepalen dat je nieuwe mensen gaat leren kennen? Is dat niets iets dat zomaar spontaan gebeurd?

De vriend legt ons uit dat het een website is. Als je lid bent van die site kun je op duizenden activiteiten intekenen met als doel nieuwe mensen te leren kennen. Eigenlijk is het enige dat je hoeft te doen open te staan voor nieuwe mensen. Onze nieuwsgierigheid is gewekt en we vragen de vriend een zo gedetailleerd mogelijk verslag te geven van zijn bevindingen. “Waarom gaan jullie niet mee, dan kun je zelf zien wat het is”, vraagt de vriend die overduidelijk geen zin heeft in gedetailleerde verslaggeving. Stel je voor dat je dan net dat enne belangrijke detail vergeet? Of dat hij op hele andere dingen let dan wij? Nee, het is maar het beste als we zelf op verkenning uit gaan.

En dus zitten we even later aan een tafeltje in een restaurant, want dat was de activiteit van vandaag. Ik kijk de tafel rond. Dus deze mensen moet ik leren kennen. Zou ik aan het eind van de avond overhoord worden? Om te kijken of ik wel goed genoeg heb opgelet? Voor de zekerheid probeer ik mijn buurman te leren kennen. Hij doet iets als it’er. Voor de rest komt er niet veel uit. Ik probeer mijn andere buurman te leren kennen. Die doet iets agrarisch. Ik hou van agrarisch. Ik heb zelf op een agrarische school gezeten en sommige van mijn vrienden zitten nog steeds in die branche. Het is dus een onderwerp waar ik best wel over mee kan praten. De organisatrice doet haar best mij te leren kennen, maar als ik niet uit Amsterdam blijk te komen maar uit die andere grote stad is haar interesse snel over. Ik wil de vegetariërs aan de overkant van de tafel wel leren kennen. Maar ze zitten zo ver weg, en de muziek staat zo hard dat ik er niet toe kom. De vrouwen links van me zou ik ook best willen leren kennen, maar ze zijn zo druk met elkaar bezig dat ze niet eens opmerken dat ik er ook ben. Dus zit ik opgesloten tussen mijn buurmannen, de gitarist en de vriend die net in Amsterdam is komen wonen. Maar die ken ik al, dus dat lijkt me niet de bedoeling van de avond.

Als het eten op is word er nog gestapt. Wij gaan niet meer mee. Ik voelde me al niet zo lekker en mijn buikpijn begon nu goed door te zetten. Nieuwe mensen heb ik niet leren kennen, ik heb er hoogstens aan mogen snuffelen. Namen ben ik alweer vergeten, zoals zij mij waarschijnlijk ook alweer vergeten zijn.

Munttheemoeders

Ik ben mijn hyves aan het leeghalen. Daar staan nog een heleboel oude blogjes op. Wat de moeite waard is zal ik hierheen overplaatsen. Op 30 mei 2011 schreef ik een stukje over munttheemoeders.
Een term die ik sinds dien nog steeds af en toe gebruik. Soms zeg ik voor de grap dat ik het ambieer om munttheemoeder te worden. Hoewel dat een grapje is zou ik het helemaal niet erg vinden om minder te werken. Jammer genoeg moet de hypotheek gewoon betaald worden. En zit minder werken er dus gewoon echt niet in. Hoe dan ook, hier het stukje van toen!

Als ik lui met mijn moeder en stiefvader op een terrasje zit en een kopje muntthee bestel reageert mijn moeder zogenaamd geschokt. “Zou je dat nu wel doen? Straks denken de mensen nog dat je een munttheemoeder bent.” Ik kijk haar bedenkelijk aan. Een wat? “Een munttheemoeder”, herhaald mijn moeder, kennelijk had ik haar toch goed verstaan.

Munttheemoeders is een term uit de Opzij. Het gaat om hoger opgeleide vrouwen met kinderen, zonder baan. Op zich is daar niets vreemds aan. Maar deze moeders moederen ook niet, de zorg voor de kinderen word uitbesteed aan een nanny, reguliere kinderopvang of oppasmoeder zodat ze tijd over hebben om zichzelf te ontplooien.

Binnen no time pikt ook twitter de term op en lijkt iedereen een mening te hebben over deze munttheemoeders. Tja, mij lijkt het niets om de hele dag een beetje vakantie te vieren terwijl je kroost op de opvang zit. Heb je tijdens schooltijden niet genoeg tijd om jezelf te ontplooien? Als je je kinderen laat overblijven ben je ze toch ook van 9 tot 3 kwijt? Lekker een werkster inhuren die in die tijd je huishouden doet en jij kunt je nagels laten lakken of lekker naar yogales. Want dat schijnt een geliefde hobby te zijn van munttheemoeders. Daarna heb je nog plenty tijd over om ijsjes te eten met je kinderen of op de rand van de zandbak toe te kijken hoe zij lief aan het spelen zijn. Ideaal als je het mij vraagt.

Aan de andere kant snap ik het ook wel als de werkende moeders bij ons op de BSO een dagje vrij nemen en hun kids toch naar de BSO laten komen. Even lekker wat tijd om met vriendinnen af te spreken of ongestoord te kunnen shoppen. Munttheemoeder voor een dagje, genieten moet dat zijn.  Het is immers allemaal al druk genoeg als werkende vrouw en moeder. Waarom roept het dan zoveel weerstand op als vrouwen die (tijdelijk) niet werken behoefte aan die vrijheid hebben en hun kinderen een of twee dagen uitbesteden? Als hun mannen dat nu voor hen over hebben? Als zij het niet erg vinden om financieel afhankelijk te zijn? Waar zou ik me dan druk om maken?

Samhain

In de nacht van 31 oktober op 1 November was het Samhain, het keltisch nieuwjaar.
Halloween, allerheiligen, allerzielen en Dia de los Muertos (de Mexicaanse dag van de doden) worden ook rond deze periode gevierd. 

Feesten die allemaal hetzelfde thema hebben, de dood. Dat is niet zo gek. In deze periode is de sluier tussen deze wereld en de wereld van de doden namelijk het dunst. En daarmee kun je op deze dag makkelijk contact maken met de doden. Traditoneel wordt dit gedaan door een extra bord op tafel te zetten, zodat je overleden dierbaren weten dat ze welkom zijn om aan te schuiven. Je kunt natuurlijk ook iets te eten of te drinken aanbieden op een altaar of zoals ze in Mexico gewend zijn op de graven van je dierbaren.

In 2008 heb ik de rite in Mexico Mogen mee maken. Een ervaring waar ik nog steeds erg dankbaar voor ben. Als je daar bent tussen al die mensen die hun doden eren met bloemen, voedsel en de nodige alcohol kun je bijna niet anders dan geloven dat er contact mogelijk is.

Mijn schmink geinspireerd op de dag van de doden

 
Ook is dit een  periode van oogsten en slachten.

Een periode van loslaten wat je niet meer nodig hebt. Het dumpen van je ballast. Zodat je mee kunt nemen wat je nodig hebt om te groeien.

Ik realiseerde me nooit dat mensen niet alleen loslaten maar ook losgelaten kunnen worden.

Zwevend tussen iets en niets.

Volgend jaar weet ik vast wat ik moest leren




Maar eerst heb ik een feestje te vieren. De juf van de Godinnencursus organiseerd namelijk ook vieringen van dit soort jaarfeesten. Ze begint positief, al was ze wel de helft van haar spullen vergeten. Omdat we de juf al langer kennen is niemand echt verbaasd. Ze is een chaoot. Maar dat maakt haar juist zo leuk. Iemand uit de groep merkt op dat haar partner er niet bij is. En ze verteld een verhaal over een file. Uiteindelijk kan ze het niet meer voor zich houden. De file was een leugen. Ze zijn uit elkaar. Hoewel ik niet van plan was er tegen iemand over te beginnen kan ik niet anders dan ook maar vertellen dat mijn lief en ik wat afstand van elkaar hebben genomen. Als we elkaar aankijken weten we dat wij als geen ander weten wat loslaten is. Onze situatie is verglijkbaar. We houden van onze liefdes. Gitaristen, allebei. We weten dat we ze zullen blijven zien. Dat we heus nog wel naar
optredens zullen gaan. Maar dat het soms voor allebei beter is om los te laten, tijdelijk of voor altijd.

De rest van de viering is vooral heel mooi. We mogen trommelen op de powwow. We lopen een driesprong, krijgen advies voor de rest van het jaar door middel van orakelkaarten. En geven en krijgen heel veel liefde. Er zitten mensen tussen die elkaar al een eeuwigheid kennen. We zalven ons aan hun vriendschap. Maar ook ontstaan er nieuwe verbintenissen. Voor mij persoonlijk gebeurde dit nogal heftig toen ik samen met een nieuw vriendinnetje op de powwow aan het trommelen was. We hadden er zoveel plezier in alsof we iets deden dat eigenlijk niet mocht. Een moment van verbondenheid dat niet in woorden te vangen is.

Je laten adviseren door een orakel is ook iets dat in deze periode veel gebeurd. Op Facebook heb ik voor een aantal mensen een jaarkaart getrokken. Voor mezelf heb ik  natuurlijk ook een kaartje getrokken. Mijn kaart gaf verandering aan, ook op spiritueel gebied. Een verandering die reeds is begonnen. Ik moet mezelf serieuzer nemen. Op tal van gebieden, maar zeker ook op spiritueel gebied.
De huiswerkopdracht die ik 3 weken geleden al op kreeg, maar waar ik maar niet aan toe leek te komen vind vanavond spontaan doorgang. Hoe kan het ook anders? Is er een betere periode om een orakel te maken dan de periode van Samhain? Ik kon er eerder niet aan beginnen omdat de tijd er niet rijp voor was. Later zal ik meer over mijn schelpenorakel vertellen.  
Voor nu wil ik afsluiten en aanbieden een jaarkaartje te trekken voor mensen die daar behoefte aan hebben. Niet iedereen die dit blog leest is immers op Facebook te vinden. Ik wil jullie, trouwe en minder trouwe lezers graag bedanken voor jullie reacties en natuurlijk ook een heel gelukkig nieuwjaar toe wensen. En hoe kan dat nu beter dan door te doen waar ik goed in ben, door te orakelen! (ik begin maar meteen met mezelf wat serieuzer te nemen) 
Jullie kunnen hieronder een reactie geven of een mailtje sturen naar mis.laura.artemis[at]gmail.com
(ook voor mensen die het aandurven een schelpje te laten trekken uit mijn eigen orakel 🙂


Regenboog

Als ik naar mijn werk loop is de stoep van goud. De zon staat zo laag dat ze mij verblind en alles goud kleurt. Ondertussen valt er een verfrissende miezer bui op mij neer. Nu komt er vast en zeker een regenboog denk ik. En niet veel later wordt ik inderdaad getrakteerd op een regenboog.

Ik kijk, ik geniet.

De mensen die mij tegemoet komen fietsen zien mijn blije gezicht en lijken het niet helemaal te kunnen plaatsen. Zij zien de regenboog niet, zij hebben de regenboog in hun rug. Ik zou naar ze willen roepen, kijk dan achter je, een regenboog, zie dan, hoe mooi. Maar realiseer me dat dat geen zin zal hebben. Sommige mensen hebben nu eenmaal altijd de regenboog in hun rug, en hoe ik ook zou roepen, ze zullen niet zien wat ik zie.

Dus zwijg ik, kijk ik en geniet ik. In mijn eentje. Met de regenboog recht voor me!

Wateraltaar

Het huiswerk van de Godinnencursus van deze periode is: maak een water altaar.
En ik vind het verschrikkelijk. Liever schrijf ik een ode aan een Godin die ik niet ken. Liever ben ik een boom, of een vogel. Liever wandel ik uren en uren achter elkaar. Maar een water altaar? Nee!

Ik heb niets met zeemeerminnen, dolfijnen, zeehondjes, of andere water wezentjes. Ze zijn mij iets te zoet. En vissen vermoord ik alleen maar, omdat ik dan de kom wil schoonmaken, en dat niet kan met zeep. Als ik dieper dan tot mijn enkels in het water ben dan raak ik in paniek. En zwembaden vind ik best oké, als het er maar lekker rustig is. Zonder mensen die onverwachte bewegingen maken waardoor ik half verdrink. Ik ben geen waterrat, nooit geweest, naar mijn idee heb ik jaren over mijn A diploma gedaan. Alleen in bad vind ik water leuk. Want mijn bad is veilig. En vooruit, wandelen aan het strand met mijn voeten in het water, dat vind ik ook wel fijn. Je bent tenslotte niet echt op het strand geweest als je geen water hebt aangeraakt. Maar ik ga niet mee om gezellig een eindje te gaan zwemmen. Ik ben veel te bang dat ik nooit meer terug kom. Een regenplas kan ik net aan. Lekker stampen!

Dus zit ik maar in mijn hoofd met dat water altaar en doe ik ondertussen helemaal niets. Tot er een vriendinnetje langs komt en me vraagt of ik orakel kaarten voor haar wil trekken. Ik lees de kaarten voor haar, als dank wil ze de kaarten voor mij lezen. Ze trekt “de roep van de orka”. De stomste kaart van het hele spel. Wat moet je nu met zo’n stomme Orka! Bah! Mopper ik. Het vriendinnetje begint te lachen. Vind je water echt zo erg? Vraagt ze. En ik knik van ja. Ik voel een enorme weerstand tegen water! Geef mij maar vuur, aarde of lucht, maar nooit meer water! Ze lacht alleen maar harder. Maar waarom dan? Wat heb je tegen water?

Ik weet het niet, echt niet. Dus loop ik mijn huis rond op zoek naar waterige spulletjes. Ik vind een bak met drijfkaarsen, gekregen voor mijn verjaardag, ik had er rozen in gedaan, geen water! Maar ik haal de rozen eruit en vul hem zuchtend met water. Op de rand van mijn bad vind ik een eendje, een kikker en een nijlpaard, best waterig als je het mij vraagt. Ik sleep ze naar mijn woonkamer, ze krijgen een plekje op het altaar. Ik vind schelpen, ook die mogen erop. En dat orakel heeft nog meer water kaarten, die mogen ook naar het altaar. Uiteindelijk krijg ik er nog best plezier in. Trots plaats ik een foto oop facebook. Om als eerste commentaar te krijgen, zeg Miss, dat water altaar van jou is best wel vurig, wat zegt dat over jou?

Zucht! Ik geef het op!

Wandeling #1

Als ik wat over en weer aan het appen ben met een ex vriendje stelt hij voor om een boswandeling te gaan maken. Het is mooi herfstig weer voor een wandeling. Misschien weet ik wel een leuk bos. Nu weet ik zeker een leuk bos, waar ik als kind vele uren heb doorgebracht, maar naar Arnhem gaan lijkt me een beetje overdreven voor een wandelingetje. Gelukkig weet hij ook nog wel een bos, ongeveer een uurtje rijden van waar we wonen.

Ik vergeet te vragen welk bos hij dan op het oog heeft. Als we langs ieder bos dat ik ken heen gereden zijn en de bordjes Amsterdam op beginnen te duiken begint er een lampje te branden. Wat ik met Arnhem heb heeft hij met Bergen aan zee. Lang geleden, toen we nog een soort van iets hadden vertelde hij veel over die omgeving die hem bleef trekken. Ik geloof dat hij er zelfs wilde gaan wonen, als hij ooit genoeg geld zou kunnen sparen om daar een huis te kopen.

Omdat ik de pret niet wil bederven vertel ik niet dat ik door heb dat we onderweg zijn naar Bergen aan zee. Maar het lukt me ook niet om heel verrast te klinken als we inderdaad in deze badplaats stoppen. Zee en bos raken elkaar hier bijna aan. Toch kiezen wij voor het bos. We kiezen voor de oranje route, in de hoop dat dit de langste route zou zijn. Verkeerd gegokt. Met zijn 7 km is dit de middelste route.

Het grootste gedeelte van de wandeling lopen we zwijgend naast elkaar. Af en toe wijzen we elkaar op een mooie paddenstoel of een boom. Ik verkeer vooral in gedachten. Want hoe zwijgend je ook met zijn tweeën kunt lopen, op de een of andere manier kun je je toch niet even vrij bewegen als wanneer je in je eentje loopt. Ineens snap ik heel goed waarom een medicijnwandeling in je eentje moet. Ik probeer de dingen wel in mijn eigen ritme te doen. Maar het blijft lastig. Alsof ik automatisch rekening probeer te houden met een ander. Alsof ik niet mag zeggen ik wil nu even onder deze boom zitten en gewoon zijn, vind jij dat ook oké? Kun en wil jij rekening met mij houden? Uiteindelijk lukt het me zonder woorden. Ik ga gewoon zitten onder een boom, sluit mijn ogen en probeer contact te maken met de boom. Het lukt mee een seconde of tien, voordat ik me weer super bewust wordt van de aanwezigheid van iemand die misschien helemaal niet snapt wat ik aan het doen ben, of er een oordeel over zou kunnen hebben. Ik verbaas mezelf dat ik hier kennelijk zo’n last van heb.

We lopen verder als ik me bedenk dat het wel leuk is om af en toe met mensen te gaan wandelen en dan te bloggen over die wandeling. De omgeving, de gesprekken, dat soort dingen. Als hij op dat moment voorstelt me een gebouw te laten zien dat hij erg mooi vind knik ik gretig van ja. Dus staan we even later in Huize Glory. In de tijd dat hij hier voor het eerst kwam zat er een sekte in. De Moon sekte. Informatie die ik erover op internet kan vinden is weinig positief. Maar volgens mijn rondleider was de sfeer er heel goed en waren het hele lieve hartelijke mensen die de sekte bestierde. Laten we het er maar op houden dat je met stroop meer zieltjes wint. Zijn ouders waren beduidend sceptischer tegenover de sekte. Want als kind kon hij het huis wel zien maar mocht er nooit in de buurt komen omdat er een “enge sekte” zou huizen.

Ik kan me maar slecht voorstellen hoe dat dan in zijn werk ging. Het “natuurvriendenhuis het Zeehuis” waar zij zelf verbleven is maar een paar honderd meter verwijderd van Huize Glory. Ik kan me de aantrekkingskracht die dat als kind op je moet hebben goed voorstellen.

Ook het Zeehuis heeft overigens  een geschiedenis die voor mij niet al te rooskleurig is. Dit is een vakantiekolonie geweest die lijkt op de kolonie waar mijn moeder heen is gestuurd. Mijn hart krimpt ineen als ik er alleen maar aan denk. Zes weken lang verstoten van je eigen veilige omgeving. En maar pap moeten eten, of je het nu lust of niet. Als je het uitspuugde kreeg je je boterham van de lunch geserveerd in het bordje pap dat je bij het ontbijt had laten staan. Mijn moeder heeft hier zo’n trauma aan overgehouden dat wij nooit pap hebben hoeven eten. En nog steeds kan ze er niet tegen als een kind brood moet eten in combinatie met ander eten. Het is de reden geweest waarom wij nooit naar plekken gingen die “aan zee” in hun naam hadden. Want of het nu Egmond of Bergen aan zee was,de herinnering aan de kolonie is haar nog steeds te veel.

Hoewel ik er heerlijk gewandeld heb weet ik niet of ik nog snel terug zal gaan naar deze plek. Door alle enthousiaste verhalen heen voelde ik zoveel pijn die ik niet kon plaatsen. Pijn die niet bij mij hoort maar wel een onderdeel van mijn geschiedenis is. Pijn waarmee ik ben opgegroeid, onbewust. En die ik graag weg zou nemen als ik zou weten hoe.

De vraag voor nu blijft, wie wil er met mij wandelen? Mij mee nemen naar een mooie, bijzondere plek? Een goed gesprek hebben? Iets vertellen over een persoonlijke of minder persoonlijke geschiedenis die aan die plek vast zit. Of gewoon alleen maar zwijgend zijn?!?

Kinderboekenweek in Veenendaal

Sprookjesjuf ging net als vorig jaar naar Veenendaal voor de kinderboekenweek, die daar georganiseerd wordt door de Cultuurkoepel. Vorig jaar mocht ik er verhalen komen vertellen. Dit jaar werd ik gevraagd om mijn schmink kunsten te komen vertonen. Ik dacht dat het daarbij zou blijven. Maar ineens was ik onderdeel van een jury. En dat blijft toch altijd een lastige taak. Want ga je voor de mooiste, of let je op leeftijd? Aangezien er maar 1 prijs was besloten we voor de mooiste te gaan.

De kunstenares die de prijs eigenlijk zou uitreiken was verhinderd. Dus mocht ik ook hier nog een rol in vervullen. En daarmee behaalde ik ook nog het plaatselijke sufferdje de plaatselijke krant.

Klik hier voor het fotoalbum van deze leuke culturele zaterdag!!!!