schelp en parel

schelp

Op mijn altaar ligt al jaren een schelp als symbool voor de godin. Omdat de schelp hol is strooi ik er soms wat zout in als symbool voor aarde, of brand ik er wat wierrook in als symbool voor lucht. Ik heb nog 9 van deze schelpen. En hoewel ze er bijna identiek uitzien, is mijn schelp toch bijzonderder. Ook had ik een worksop, over Zoe de kleine zeemeermin die op zoek ging naar de mooiste schelp van de zee. Ik had bedacht dat ik een piepschuim balletje parelmoerkleurig  zou laten verven en in de schelp zou laten plakken. Er was alleen een probleem, er deden tien kinderen mee aan de workshop, en ik had maar 9 schelpen. En 9 schelpen is er een te weinig.

Nu was er nog geen les geweest waar ook daadwerkelijk 10 kinderen aan mee deden. Dus bedacht ik dat ik voor de vorm best mijn altaarschelp mee kon nemen. Zodat het zou lijken alsof ik wel genoeg materiaal bij me had, maar eigenlijk zou ik schelp nummer 10 gewoon weer mee naar huis nemen. Een voor een kwamen de kinderen het workshop lokaal binnen, ik telde er al, 5, 6,7,8, het ging er om spannen, 9, laat dit de laatste zijn, nee hoor, 10! Koortsachtig dacht ik na, wat te doen? Moest ik ze per twee tal een schelp laten maken? Maar dan zouden ze veel te snel klaar zijn? Kon er niet gewoon eentje ziek worden? Konden we de schelpen niet gewoon tekenen? Dat is toch ook heel leuk? Ik kwam er niet uit, dus besloot ik maar schepen uit te delen. Alleen nu de vraag aan wie moest ik mijn altaarschelp uitdelen? Ik wilde dat hij bij een bijzonder kind terecht zou komen. Iemand die hem zou bewaren ook, niet iemand die hem in de prullenbak zou gooien. Terwijl ik aan het peinzen was trok er een meisje aan mijn arm, “juf, ik wil die schelp hebben”, en ze wees mijn altaarschelp aan.

Glimlachend overhandigde ik haar mijn schelp. Nee, ik zeg het verkeerd, ik offerde haar mijn schelp. En ik voelde dat het goed zat, zij zou mijn schelp begrijpen, er moest een reden zijn dat zij perse deze wilde hebben. Ondertussen dacht ik diepe boeddhistische gedachten. Dat het maar gewoon een schelp was, maar gewoon een symbool, niet de godin zelf, dat iedere andere schelp het ook prima op mijn altaar zou doen, dat ik er niet zoveel waarde aan moest hechten en dat dit toch wel echt offeren is.

En  zo bleek deze laatste les dus vooral voor mij een les te bevatten

……

Parel

Toen ik net begon met bloggen was het meest gehoorde commentaar “je leest zo lekker weg”. Een opmerking die ik overeen vind komen met “Wat vind je van mijn nieuwe bank?” “Hij matcht wel goed bij je bloempotten”. Of “wat vind je van mijn nieuwe servies?” “Tja,(ongemakkelijke stilte) heel apart”. Ik nam me dan ook stellig voor te stoppen met bloggen als deze opmerking nog een keer gemaakt zou worden. Ik wil niet dat mijn schrijfsels bij de bloempotten matchen, of dat mensen er ongemakkelijk stil van worden als ze vinden dat het ter sprake moet komen. Het gekke is dat sinds die dag de commentaren veranderden.

Nooit meer hoor ik dat ik zo lekker weg lees. Nee, nu word ik op verjaardagen voorgesteld als Laura die altijd van die leuke stukjes schrijft. Of laten moeders van vrienden via hun zonen weten dat ze zo genieten van mijn stukjes (dank je wel mama van Aldo). Soms zeggen mensen dat ze een zin zo mooi gekozen vinden, of dat een sfeer zo duidelijk voelbaar is dat ‘ie bijna tastbaar word. Hoewel ik natuurlijk niet voor anderen schrijf, en ik het echt veel belangrijker vind dat ik zelf kan genieten van het schrijven, word ik van dat soort commentaren toch wel heel blij. Het voelt alsof ik een groei heb doorgemaakt. Alsof ik echt beter ben gaan schrijven (wat ook wel zo is).

Maar het aller mooiste compliment kreeg ik dit weekend. Een Regenboog vriendin was zo onder de indruk van mijn schelpen verhaal dat ze er door geïnspireerd raakte. Als ik een schelp die voor mij bijzondere waarde had opofferde aan een kind, dan kon zij ook wel een bijzondere schelp aan mij offeren. En dus kreeg ik een schelp die zo mooi is dat ik hem bijna niet aan durfde te nemen. Maar als Regenboog vriendin een geschenk van uit haar hart geeft dan durf je niet eens tegen te stribbelen. Dan is de enige gepaste houding een knuffel en een dank je wel. Ze vertelde over het eiland waar de schelp vandaan kwam en hoe ze hier vele jaren met veel plezier vakantie vierde. In poëtische bewoordingen beschreef ze de kleur van de zee en de structuur van het zand. Ze had er ook nog een parel in willen doen, maar had deze niet kunnen vinden. Ik glimlachte, ik heb geen parel nodig, het verhaal dat aan deze schelp zit is een parel waar geen echte parel tegen op kan.

Dank je wel Regenboogvisje!

Samhain

In de nacht van 31 oktober op 1 November was het Samhain, het keltisch nieuwjaar.
Halloween, allerheiligen, allerzielen en Dia de los Muertos (de Mexicaanse dag van de doden) worden ook rond deze periode gevierd. 

Feesten die allemaal hetzelfde thema hebben, de dood. Dat is niet zo gek. In deze periode is de sluier tussen deze wereld en de wereld van de doden namelijk het dunst. En daarmee kun je op deze dag makkelijk contact maken met de doden. Traditoneel wordt dit gedaan door een extra bord op tafel te zetten, zodat je overleden dierbaren weten dat ze welkom zijn om aan te schuiven. Je kunt natuurlijk ook iets te eten of te drinken aanbieden op een altaar of zoals ze in Mexico gewend zijn op de graven van je dierbaren.

In 2008 heb ik de rite in Mexico Mogen mee maken. Een ervaring waar ik nog steeds erg dankbaar voor ben. Als je daar bent tussen al die mensen die hun doden eren met bloemen, voedsel en de nodige alcohol kun je bijna niet anders dan geloven dat er contact mogelijk is.

Mijn schmink geinspireerd op de dag van de doden

 
Ook is dit een  periode van oogsten en slachten.

Een periode van loslaten wat je niet meer nodig hebt. Het dumpen van je ballast. Zodat je mee kunt nemen wat je nodig hebt om te groeien.

Ik realiseerde me nooit dat mensen niet alleen loslaten maar ook losgelaten kunnen worden.

Zwevend tussen iets en niets.

Volgend jaar weet ik vast wat ik moest leren




Maar eerst heb ik een feestje te vieren. De juf van de Godinnencursus organiseerd namelijk ook vieringen van dit soort jaarfeesten. Ze begint positief, al was ze wel de helft van haar spullen vergeten. Omdat we de juf al langer kennen is niemand echt verbaasd. Ze is een chaoot. Maar dat maakt haar juist zo leuk. Iemand uit de groep merkt op dat haar partner er niet bij is. En ze verteld een verhaal over een file. Uiteindelijk kan ze het niet meer voor zich houden. De file was een leugen. Ze zijn uit elkaar. Hoewel ik niet van plan was er tegen iemand over te beginnen kan ik niet anders dan ook maar vertellen dat mijn lief en ik wat afstand van elkaar hebben genomen. Als we elkaar aankijken weten we dat wij als geen ander weten wat loslaten is. Onze situatie is verglijkbaar. We houden van onze liefdes. Gitaristen, allebei. We weten dat we ze zullen blijven zien. Dat we heus nog wel naar
optredens zullen gaan. Maar dat het soms voor allebei beter is om los te laten, tijdelijk of voor altijd.

De rest van de viering is vooral heel mooi. We mogen trommelen op de powwow. We lopen een driesprong, krijgen advies voor de rest van het jaar door middel van orakelkaarten. En geven en krijgen heel veel liefde. Er zitten mensen tussen die elkaar al een eeuwigheid kennen. We zalven ons aan hun vriendschap. Maar ook ontstaan er nieuwe verbintenissen. Voor mij persoonlijk gebeurde dit nogal heftig toen ik samen met een nieuw vriendinnetje op de powwow aan het trommelen was. We hadden er zoveel plezier in alsof we iets deden dat eigenlijk niet mocht. Een moment van verbondenheid dat niet in woorden te vangen is.

Je laten adviseren door een orakel is ook iets dat in deze periode veel gebeurd. Op Facebook heb ik voor een aantal mensen een jaarkaart getrokken. Voor mezelf heb ik  natuurlijk ook een kaartje getrokken. Mijn kaart gaf verandering aan, ook op spiritueel gebied. Een verandering die reeds is begonnen. Ik moet mezelf serieuzer nemen. Op tal van gebieden, maar zeker ook op spiritueel gebied.
De huiswerkopdracht die ik 3 weken geleden al op kreeg, maar waar ik maar niet aan toe leek te komen vind vanavond spontaan doorgang. Hoe kan het ook anders? Is er een betere periode om een orakel te maken dan de periode van Samhain? Ik kon er eerder niet aan beginnen omdat de tijd er niet rijp voor was. Later zal ik meer over mijn schelpenorakel vertellen.  
Voor nu wil ik afsluiten en aanbieden een jaarkaartje te trekken voor mensen die daar behoefte aan hebben. Niet iedereen die dit blog leest is immers op Facebook te vinden. Ik wil jullie, trouwe en minder trouwe lezers graag bedanken voor jullie reacties en natuurlijk ook een heel gelukkig nieuwjaar toe wensen. En hoe kan dat nu beter dan door te doen waar ik goed in ben, door te orakelen! (ik begin maar meteen met mezelf wat serieuzer te nemen) 
Jullie kunnen hieronder een reactie geven of een mailtje sturen naar mis.laura.artemis[at]gmail.com
(ook voor mensen die het aandurven een schelpje te laten trekken uit mijn eigen orakel 🙂


Wateraltaar

Het huiswerk van de Godinnencursus van deze periode is: maak een water altaar.
En ik vind het verschrikkelijk. Liever schrijf ik een ode aan een Godin die ik niet ken. Liever ben ik een boom, of een vogel. Liever wandel ik uren en uren achter elkaar. Maar een water altaar? Nee!

Ik heb niets met zeemeerminnen, dolfijnen, zeehondjes, of andere water wezentjes. Ze zijn mij iets te zoet. En vissen vermoord ik alleen maar, omdat ik dan de kom wil schoonmaken, en dat niet kan met zeep. Als ik dieper dan tot mijn enkels in het water ben dan raak ik in paniek. En zwembaden vind ik best oké, als het er maar lekker rustig is. Zonder mensen die onverwachte bewegingen maken waardoor ik half verdrink. Ik ben geen waterrat, nooit geweest, naar mijn idee heb ik jaren over mijn A diploma gedaan. Alleen in bad vind ik water leuk. Want mijn bad is veilig. En vooruit, wandelen aan het strand met mijn voeten in het water, dat vind ik ook wel fijn. Je bent tenslotte niet echt op het strand geweest als je geen water hebt aangeraakt. Maar ik ga niet mee om gezellig een eindje te gaan zwemmen. Ik ben veel te bang dat ik nooit meer terug kom. Een regenplas kan ik net aan. Lekker stampen!

Dus zit ik maar in mijn hoofd met dat water altaar en doe ik ondertussen helemaal niets. Tot er een vriendinnetje langs komt en me vraagt of ik orakel kaarten voor haar wil trekken. Ik lees de kaarten voor haar, als dank wil ze de kaarten voor mij lezen. Ze trekt “de roep van de orka”. De stomste kaart van het hele spel. Wat moet je nu met zo’n stomme Orka! Bah! Mopper ik. Het vriendinnetje begint te lachen. Vind je water echt zo erg? Vraagt ze. En ik knik van ja. Ik voel een enorme weerstand tegen water! Geef mij maar vuur, aarde of lucht, maar nooit meer water! Ze lacht alleen maar harder. Maar waarom dan? Wat heb je tegen water?

Ik weet het niet, echt niet. Dus loop ik mijn huis rond op zoek naar waterige spulletjes. Ik vind een bak met drijfkaarsen, gekregen voor mijn verjaardag, ik had er rozen in gedaan, geen water! Maar ik haal de rozen eruit en vul hem zuchtend met water. Op de rand van mijn bad vind ik een eendje, een kikker en een nijlpaard, best waterig als je het mij vraagt. Ik sleep ze naar mijn woonkamer, ze krijgen een plekje op het altaar. Ik vind schelpen, ook die mogen erop. En dat orakel heeft nog meer water kaarten, die mogen ook naar het altaar. Uiteindelijk krijg ik er nog best plezier in. Trots plaats ik een foto oop facebook. Om als eerste commentaar te krijgen, zeg Miss, dat water altaar van jou is best wel vurig, wat zegt dat over jou?

Zucht! Ik geef het op!

Visualisatie, trance en meditatie wat is het verschil?

Op dit blog gebruik ik de termen meditatie, visualisatie en trancereis schijnbaar lukraak door elkaar heen.Maar wat is het nu eigenlijk? Zijn er verschillen? En zo ja wat zijn die verschillen dan?

Naar mijn idee zijn de grenzen tussen het een en het ander nogal dun. Vaak kun je meerdere termen gebruiken voor hetzelfde. Of zijn de verschillen zo klein dat ze bijna niet opvallen.

Meditatie zal een term zijn die de meeste mensen wel kennen. Vaak wordt er gedacht aan het totaal leeg maken van de geest. Dat kan op verschillende manieren. Je kunt je aandacht bijvoorbeeld richten op je ademhaling of een object zoals bijvoorbeeld een kaarsvlam. Ik denk dat meditatie ook een goede verzamelnaam is voor alle soorten van meditatie en de anderen termen eigenlijk overbodig maakt.

Visualisatie bij een visualisatie vul je je geest met beelden. Je kunt je ogen sluiten en proberen een theekopje voor je te zien. Of een gouden ei. Een stuiterend balletje. Het maakt eigenlijk niet uit wat je visualiseert. Hoe vaker je het doet hoe makkelijker het wordt. Ik ken mensen die visualisatie gebruiken om dingen voor elkaar te krijgen. Ze stellen zich bijvoorbeeld heel erg hard voor hoe het tafeltjes waar ze straks aan willen lunchen eruit gaat zien en houden dat plekje alvast bezet. Het komt meer dan eens voor dat dat plekje echt bestaat en die dag jouw lunchplek wordt. Je hebt het als het ware gedroomd totdat het werkelijkheid werd.

Trancereis is een meditatie op het geluid van bijvoorbeeld een drum, een ratel en of een stem. Je laat je door het geluid meevoeren je binnenwereld in. Vaak omdat je opzoek bent naar informatie voor jezelf of voor anderen. Naar mijn idee is een trance iets dieper dan een meditatie. Waar de term meditatie vooral bij boeddhisme wordt gebruikt is trance een term die meer bij sjamanisme past.

Er zijn zoveel tussenvormen te bedenken, die het onderscheid dat ik hier probeer te schetsen zo weer te niet doen. Een geleidemeditatie heeft bijvoorbeeld weer veel weg van trance. Omdat je je laat meevoeren op de stem van iemand anders.Maar er wordt nooit gesproken van een geleide trancereis.

Je kunt ook met een groepje mediteren en in die andere wereld elkaar opzoeken en met elkaar hetzelfde “visioen” beleven. Visualiseer je dan? Mediteer je? Of beleef je een gezamenlijke trancereis? Hoe je het noemt is denk ik minder belangrijk dan de ervaringen en inzichten die je tijdens je meditaties en trancereizen opdoet. Ik maak zelf niet heel veel gebruik van deze technieken, eigenlijk veel te weinig, maar als ik er gebruik van maak ervaar ik het bijna altijd als zeer krachtig. Soms herinner ik me bepaalde beelden jaren later nog heel erg scherp. Net alsof het een scene uit een boek of een film is die maar niet uit mijn hoofd wil gaan.

Misschien schrijf ik ooit nog eens een persoonlijke ervaring uit als daar vraag naar is. Voor nu laat ik het hier even bij en wens ik je veel succes met uitvinden wat bij jou past.

Roep van de Vision Quest

Toen ik over mijn medicijnwandeling schreef, vertelde ik al dat deze vaak gedaan wordt ter voorbereiding op een vision quest . Een vision quest, is zoals de naam al zegt een zoektocht naar een visioen, Je brengt 4 dagen en nachten in afzondering in de natuur door. Tijdens deze 4 dagen wordt er gevast. Vaak doe je een quest omdat je met een grote vraag zit.

Nu ik bezig ben met de Godinnencursus denk ik veel na over deze dingen. Normaal doe ik dat ook wel, maar nu komt het in een stroomversnelling lijkt wel. Iets wat logisch is, want in deze cursus ben je niet alleen met Godinnen uit verhalen, mythen en sagen bezig, maar ook de Godin in jou krijgt de nodige aandacht. En dat is hard werken. Aan jezelf, en die Godin die in jou blijkt te huizen. 
Voordat ik me voor deze cursus opgaf had ik me niet gerealiseerd dat het een inwijdingstraditie is. En dat ik dus ingewijd wordt als priesteres van de Godin. (overigens is dit een keuze, je hoeft de inwijding niet te doen). Ik ben nog nooit ingewijd in iets spiritueels Vond inwijdingen eigenlijk altijd maar overbodig. Maar nu het dan toch op mijn pad komt wil ik er helemaal voor gaan. Met mijn oudste heksenvriendje (in duur van de vriendschap, niet in leeftijd) had ik het hierover. Ook hij is plannen aan het maken voor een onvermijdelijke inwijding. Onvermijdelijk zeg ik, want of je het nu officieel doet met een feetje, en allerlei rituele handelingen of het overkomt je spontaan, ik denk dat je er uitiendelijk niet onderuitkomt en dat het vroeg of laat toch wel gebeurd. 
We bespraken manieren van inwijding. En hoewel ik weet dat een vision quest geen inwijding is leek het mij een heel mooi onderdeel van een inwijding. Een soort extreme handeling waardoor je je inwijding niet alleen in je hoofd, maar ook fysiek beleefd. klik hier voor een filmpje over een vision quest. Klaar met kijken? Mooi, dan kunnen we weer verder.

Gisteren was ik op het Sjamanistisch festival, Rob Top, de meneer uit bovenstaande filmpje gaf daar een lezing/workshop over de vision quest die hij organiseerd. Zijn advies, ‘als je voelt dat je het moet doen, doe het dan’. Een advies dat voor mij door merg een been gaat. Want ja, ik voel dat ik het moet doen  En ook dat het nu de juiste tijd is. Ik wil graag richting aan mijn leven geven maar ben zonder richtingsgevoel.

Al voordat ik wist dat het bestond verlangde ik naar zo’n alles ontregelende ervaring Het voelt alsof ik me al op het pad ernaartoe begeven heb. Dat het nu alleen nog maar een kwestie van uitvoering is. En alles wat hij vertelde was eigenlijk alleen maar een bevestiging van mijn gevoel. Toen hij ons vroeg om onze namen te noteren zodat hij ons op de hoogte kan houden was ik dan ook de eerste die mijn naam op de lijst invulde.

Gek eigenlijk, bij de gedachte aan een stilte retrait alleen al breekt het angstzweet me uit. Want dan ben je daar dus met een groep andere mensen die je niet kent en mag je geen woord met elkaar wisselen. Je kent elkaars naam niet, je kunt niet communiceren met woorden. Het lijkt me de hel op aarde. Maar alleen overgeleverd zijn aan de natuur, met helemaal niemand om me heen om mee te communiceren, dat lijkt me dan ineens weer wel heel fijn.

Als ik het financieel voor elkaar kan krijgen denk ik dat ik het maar gewoon moet gaan doen. Voorbij het denken en nog verder.

Een stadse boom

Voor de godinnencursus moest ik een stapje verder gaan met de medicijnwandeling. Dit keer was het niet alleen de bedoeling dat ik zou gaan wandelen, maar moest ik ook contact maken met een boom. Ik had weinig tijd, en het weer zat ook niet heel erg mee. Toch wil ik mijn opdracht doen. Dus ga ik iets vroeger de deur uit en probeer onderweg naar mijn werk contact te maken met een boom. Ik moet zeggen dat ik wel eventjes het gevoel had dat ik malende begon te worden toen ik de boom tot mij hoorde ‘spreken’. Want zat ik me nu niet gewoon van alles in te beelden? Het leverde in ieder geval het volgende dichtsel op.

Een stadse boom
Staat daar, eenzaam
Tussen steen, blik en beton
Zonder vriendjes om mee te spelen

Je hoort hem niet klagen
Er valt genoeg te zien
Metro’s razen voorbij, kinderen spelen
Mensen komen en gaan

Soms zou hij alleen, zo graag
Iets minder alleen willen zijn
Even willen kletsen
Met een andere boom

Terug gaan naar zijn roots
Naar wie hij hoort te zijn
Voordat er mensen kwamen
Met hun steen, en hun blik en hun beton

Hij heeft gehoord van bossen
Van beekjes en van meren
Van bladeren op je blote voeten
En wind door je takken

Van plekken zonder uitlaatgassen
Van bloemen en mossen
In plaats van plastic tassen
En verloren rommeltjes

Die stadse boom
Staat daar, krachtig en statig
Hij doet zijn ogen dicht
En droomt, eventjes weg

ode aan het zelf

Heej jij, weet je nog? Dat je vier was, en voor het eerst het podium op mocht voor een balletvoorstelling? Je was een verlegen kleuter, maar op dat podium gebeurde er iets bijzonders met je. Ze hadden je verteld dat je het hele podium moest gebruiken. Niet zomaar een beetje achteraan moest blijven hangen. En dat nam je erg serieus. Je nam je plek in, en het liefst was je over de lijn, waar je niet voorbij mocht komen gedanst, zo het publiek in. Je had niet door dat je doordat je zo je ruimte in durfde te nemen, doordat je zo goed geluisterd had naar de adviezen van de grote mensen om je heen je dat publiek daadwerkelijk in danste. Recht de harten van de mensen in, die ook wel zagen dat daar iets bijzonders gebeurde. Dus toen jij van dat podium afkwam, straalde van trots, maar ook langzaam je verlegen zelf weer werd, overdonderde dat publiek dat met jou wilde praten je een beetje. Jij had helemaal niet door dat je iets bijzonders deed. Je deed gewoon wat je moest doen. Weet je dat nog?

Dat lieve Laura, is jouw grootste kracht! Je doet omdat je ingegeven wordt dat je moet doen, en waar het vandaan komt, dat weet je zelf ook niet helemaal. Je vind het normaal, ziet niet wat anderen daar zo bijzonder aan vinden, want als jij het kan, als jij het kan bedenken, dan kan iedereen dat toch?

Het is je al vele keren overkomen dat mensen beweerden dat ze iets van je geleerd hadden, of dat jij een of ander talent had. En jij? Jij keek ze iedere keer met grote ogen aan? Jij had iemand iets geleerd? Iemand een nuttig advies gegeven? Een inzicht ingefluisterd? Een bijzonder talent laten zien? Maar wanneer dan precies? Het was toch allemaal heel gewoon geweest? Kijk nu maar niet of je het niet herkent, want het gebeurd je nog steeds. Ik weet dat.

En ja, je hebt gelijk, je had gelijk het is heel gewoon, voor mij, voor jou, maar niet voor een ander. Ik hoop dat je dat in de toekomst leert zien. Je hoeft niet zo onzeker te zijn over je eigen kunnen. Wat jij kunt is niet vager dan wat een ander kan. Voor iedereen is zijn of haar talent iets gewoons. Iedereen heeft het idee zomaar iets aan te rommelen in de marge. Gewoon te doen wat er van ze verwacht wordt. En vaak gebeuren dan hele bijzondere dingen. Jij ziet dat, van iedereen, maar niet van jezelf.

Wie je nu bent? Ik weet het niet.Nu ja, ik heb wel een vermoeden, mij maar dan ouder. Als je maar weet, dat dat meisje van 4 altijd in jou is blijven wonen en in jou heeft geloofd. Er altijd voor heeft gezorgd dat je over de lijn heen danste. Recht de harten van anderen in. Ik hoopt dat je nu op een punt bent, dat je daarna je verlegen zelf niet meer hoeft te worden. Maar dat jou zelf met opgeheven hoofd kan zeggen, ja, ik danste over de lijn, want daar vind ik het fijn, probeer het maar eens.

Weet dat er misschien wel lichtjaren van nu, iemand een ode aan jou schrijft, aan het zelf dat jij bent, dat ik ben. Omdat jij het waard bent dat gelukzalige gevoel van gewoon zijn en dat dat zijn dan op de een of andere manier ook voor anderen prettig is, steeds weer te mogen ervaren!

Ontmoeting met mijn wilde wijze vrouw

Als de priesteres/juf uitlegt dat we straks een ontmoeting gaan hebben met onze eigen wijze, wilde vrouw weet ik meteen dat ik haar al eens ontmoet heb. En dat ik iets goed te maken heb met haar. Ik zal niet lang hoeven zoeken, haar beeld staat op mijn netvlies alsof mijn ontmoeting met haar gisteren was. Maar hij was alles behalve gisteren. Veertien lange jaren geleden zette ik mijn eerste wankele stapjes op het heksenpad. En ineens was zij daar in een visualisatie of trance. Zij was mooi, sterkt en ontzettend krachtig. Mensen hadden ontzag voor haar, dat wist ik terwijl er geen andere mensen bij waren. Zij was daar, alleen, en ik bespiede haar van de achterkant. Haar haren wapperde naar achteren, de mouwen van haar jurk, haar sjaal, zelfs haar jurk danste op de wind. Toen ik haar gezicht zag schrok ik, want dat gezicht, dat was van mij. Ouder, dat wel, ouder dan ik nu ben zelfs. Maar zonder twijfel behoorde het mij toe. Ik wilde zo niet zijn, zo krachtig, zo hard, zo koud. Dus ik rende weg om nooit meer terug te keren.

Maar nu moet ik dus terug naar haar. En misschien ben ik daar na al die jaren ook wel aan toe. Op het moment dat ik die andere versie van mezelf zag wist ik dat zij/ ik tot grootse dingen in staat was. Zij straalde zoveel magie uit, zoveel power, zoveel macht. Ik geloof niet dat ze/ik die kracht verkeerd gebruikte.

Maar ik kon mezelf gewoon niet voorstellen dat ik ooit op dat punt zou komen. Om heel eerlijk te zijn ben ik daar na al die jaren nog steeds onzeker over. Van alle mensen waarmee ik heb samengewerkt op dit pad kan ik zo vertellen waar hun krachten liggen. Maar die van mij? Wat kan ik nu helemaal? Mensen vinden mijn woorden mooi. Ik weet de essentie te vangen van waar het echt om gaat en dat in mooie woorden te gieten. Maar als het om rituele handelingen gaat ben ik een kluns. Ik vergeet altijd waar de windrichtingen zijn, of waar ze voor staan. En welk magisch attribuut hoort nu ook alweer waar? Welke aanroep moet op welk moment? Ik haal het allemaal door elkaar. Oost voor ochtend, lente, een nieuw begin, een nieuwe belofte. Zuid voor het middaguur, energie, zon, zomer. West voor de avond, herfst, napraten over de dag, nieuwe ideeën makend voor morgen,  voorbereiden op de nacht. Noord voor de nacht, reflectie, terugkijken, winter. Zo klinkt het logisch, als een verhaal dat je van a tot z verteld. Maar welk element moet ik inzetten bij dat oosten? Of welke kleur. Er zijn regels voor, maar ik ken ze niet van buiten. Een heks van niets dus. Toch zijn er mensen die in mij van alles zien wat ik niet zie, die mij er graag bij willen hebben. Zeggen dat ze dingen van mij geleerd hebben. Van mij? Ja hoor! Wat dan?

De stem van de priesteres/juf verteld, haar trommel klinkt, ik lig in een zaaltje met mijn ogen dicht en ik zie haar, ik zie mij. Ik zie mij die haar omhelst, ik zie hoe wij een en dezelfde zijn. “Daar ben je eindelijk zegt ze”. En nu pas zie ik hoe zacht ze is. En hoe vriendelijk. Krachtig, dat wel ja. Ze weet wat ze wil, beter dan dat ik dat weet. Maar ineens is dat helemaal zo eng niet meer. Eigenlijk stelt het me wel gerust. Dat er ergens een versie van mij is die weet wat ze wil. Die in haar kracht durft te staan. En even voel ik dat haar kracht mijn kracht is. Dat mijn zachtheid haar zachtheid is. Dat onze vriendelijkheid uit dezelfde bron komt. Dat we elkaar vast ergens in het midden tegen zullen komen. “Kun je me nu dan wel accepteren”, vraagt ze. En ik knik. Ja, dat kan ik. Ik accepteer jou, ik accepteer mij, ik accepteer dat wij dezelfde zijn.

Als we uit onze trans worden gehaald vertel ik hoe ik haar al kende. Van vele jaren terug. Maar dat ik niet overweg kon met haar kracht, dat ik haar arrogant had gevonden. En veel te veel van alles. Dat ik haar van me afgeduwd had. Maar over hoe ik haar nu omhels kon ik niet vertellen. Ik had de woorden niet. Ik zie de beelden, heel helder en duidelijk. Ik voel het gevoel. Maar ik, die zo van de woorden is, kan dit niet in woorden vangen.

Medicijnwandeling

Vandaag deed ik een medicijnwandeling. Want dat was het huiswerk van de godinnencursus die ik op het moment volg. Mijn ode aan Aurora was ook een van de opdrachten. Evenals het bouwen van een altaar ter ere van mezelf. Mijn eigen godinnenplek zo gezegd.

Dat klinkt allemaal heel leuk en makkelijk, maar vergis je niet. Een ode aan Aurora bijvoorbeeld, leuk, maar over deze godin valt vrijwel niets te vinden in mijn boeken of op internet. En zoveel weet ik nu ook weer niet van haar. Het altaar was een stuk makkelijker. Mede omdat ik in de tussentijd jarig ben geweest en ik een heleboel cadeautjes kreeg die zo het altaar op konden. Gekregen spulletjes, met een verhaal erachter, doen het naar mijn idee beter dan zelf gekochte spulletjes.

Maar goed, ik dwaal af, de medicijnwandeling dus. Ik heb ook even moeten googelen wat dat nu precies was. Mijn bevindingen waren dat het uit de Sjamanistische hoek komt en dat het vooral gedaan wordt vlak voor een Vision quest of een zweethut ceremonie. Het is de bedoeling dat je de wandeling in eenzaamheid maakt en dat tijdens de wandeling duidelijk wordt waarom je de quest of de ceremonie in gaat. De wandelingen hebben zo’n duur van een uurtje of twee. Tijdens de wandeling wordt je geacht je helemaal open te stellen en daardoor als het ware een te worden met de natuur.

Ik ga helemaal op in de natuur

Nog even een note, tijdens een vision quest zonder je je 4 dagen en nachten af in een natuurgebied. In deze periode vast je en ga je letterlijk opzoek naar een visioen dat een antwoord kan geven op een levensvraag. Het is dus niet iets dat je zomaar even doet omdat je je verveelt. Wat een zweethut ceremonie precies is en inhoud weet ik ook niet. Maar jullie weten zelf vast ook hoe Google werkt.Bovendien wilde ik het eigenlijk alleen maar over mijn eigen medicijnwandeling hebben.

 het Park bij de Euromast

Ik deed mijn wandeling dus niet omdat ik een quest of een ceremonie ga doen, hoewel dat eerste me zeker wel lonkt. Het lijkt mij wel wat zo teruggeworpen te worden op jezelf en de natuur. Maar vandaag dus een light variant van terug de natuur in. En wel in het museumpark, park Schoonoord en het Park bij de Euromast. Mijn wandeling begon in Schoonoord. Een tuin die ooit van een particulier was, daarna van de gemeente en nu van een stichting als ik het goed begrijp. Ooit was het een tuin die vrij wiskundig was ingericht, maar tegenwoordig overheerst de romantiek. De tuin is een van de weinige plaatsen die de bombardementen van de tweede wereld oorlog hebben overleefd. En dat is merkbaar en voelbaar aan de sfeer die er hangt. De tuin is oud, veilig en intiem. Als ik er nu zo rond loop snap ik niet dat ik er al zo’n tien jaar niet meer geweest ben. Want toen had ik het ook al een heerlijke plek gevonden.

Veel veren gevonden, nog even kijken wat ik daarmee ga doen

Hier liep ik dus rond, keek ik naar de kippen, kroop ik achter een konijntje aan, keek ik naar de vissen in het water en ben ik even heerlijk in het gras gaan liggen om naar de wolken te kijken. En natuurlijk heel erg een met de natuur te worden. Bij iedere stap die ik zette was ik er van bewust dat dit niet zomaar een wandeling was. Dat ik een doel had. Uiteindelijk probeerde ik dat naar de achtergrond te verplaatsen zodat er meer ruimte zou ontstaan om dat een worden met de natuur gewoon te laten gebeuren.

 Moet ik mijn ballast liefdevol loslaten?

Ik verhuisde naar het Park. Ik liep, en liep en liep. Ik zag ganzen, een vrijend stelletje, stiekem in de bosjes, moeders met kinderwagens, opaatjes achter rollators, zwervers op bankjes en heel veel herfst blaadjes. “Je moet je ballast op tijd loslaten” dacht ik toen ik die blaadjes langzaam door de lucht zag dwarrelen, “anders overleef je het niet”. Ik schrok een beetje van die gedachten. Zou dat voor mij ook op gaan? Moet ik loslaten waar ik van hou? Ga ik er anders aan onderdoor? Kennelijk is dat het thema waar ik komende tijd mee aan de slag moet gaan. Ik wist dat ik het doel van mijn wandeling bereikt had, maar liep nog even door naar het water. Om te kijken naar de boten, en de brug, en dat wat Rotterdam Rotterdam maakt. 

Ode aan Aurora

Aurora, mijn opdracht was duidelijk en helder. Een ode schrijven aan jou.
Maar hoe kan ik iemand een ode brengen die ik niet ken?
Ik wil je leren kennen, maar jij laat je niet makkelijk vangen. Even snel als de dageraad verdwijnt, even snel als het nieuwe van een nieuw begin af is, even snel als een bloem verwelkt ontglip jij mij steeds.

Ik zie je met je vinger een deur in de lucht tekenen. Maar als ik me wil focussen ben je weg, breekt de zon door. En zie ik alleen jouw rode lokken nog om hoekje glippen,
Ben jij een transformerende vlinder? Een nieuwe dag? Een nieuw idee? Inspiratie? Een schaterlach? Een pad dat nog niet belopen is? Verse voetafdrukken in de sneeuw? Of op het strand? De wind die vluchtig in mijn oor fluistert? Het idee dat ik zojuist had? De sensatie van steeds opnieuw begin, iedere dag weer, met een schone lei en nieuwe kansen? Ben jij de lei? Ben jij de kans? Ben jij de sensatie?

En ik? Wie ben ik? Hoe verhoud ik me tot jou? Je zei me dat dit het begin is, hier en nu. Iedere dag weer. Steeds opnieuw, begint het begin  hier, bij jou. Bij het ochtendgloren. Rode strepen in de lucht. Een teken aan de wand. We mogen weer opstaan, weer een avontuur te gemoed gaan. Van het leven genieten met volle teugen. Maar nu nog niet. Nu blijven we nog even liggen, draaien we ons nog een keer om, de zon is nog niet doorgebroken. Jouw poort nog niet geopend. Je hebt hem getekend in de lucht en wacht af wat wij ermee doen.

Grijpen wij onze kansen? Of laten we het leven aan ons voorbij gaan als een film waarvan we ons achteraf nauwelijks voor kunnen stellen dat wij er een rol in speelden? Dat wij er invloed op uit konden oefenen. Het zijn vragen die jij ons iedere dag stelt, maar die maar zelden gehoord worden. Jij weet dat, en bent geduldig. Want het begin is hier, bij jou, en alles wat wij hoeven te doen is onze ogen te openen en te zien!