Lievelingsdingen
Ik ben een voorstander van lievelingsdingen.Omdat ze je instant blij maken, of omdat ze je helpen focussen. Hoewel dit soms wenkbrauwen doet optrekken. Toen ik een foto maakte van een Artemisbeeld in Rome vond een van mijn reisgenoten dat maar raar. “Maar het is mijn lievelingsgodin”, riep ik uit. Dit maakte het alleen nog maar raarder. Want wie heeft er nu een lievelingsgodin? Nu ja, ik dus! Daarom een lijstje met mijn lievelingsdingen.
Mijn lievelingsgodinnen zijn Artemis, Nehalenia en Hekate.
Mijn lievelingssteen is Amathyst
Mijn lievelingskleuren zijn rood, groen, zwart en paars
Mijn lievelingsgetal is 8 al vind ik 888 nog mooier
Mijn lievelings zangeres is An Pierle
Mijn lievelingsscrijfsters is Jeanette Winterson
Mijn lievelingsbloemen zijn rozen en madeliefjes
Mijn lievelingssprookjes zijn koning lijsterbaard, duimelijntje en 12 wilde zwanen
Mijn lievelingstoneel actrice is Linda van Dijck
Mijn lievelinsschrijver is Ernst van der Kwast (of Tommy Wieringa, een lastige keuze)
Mijn lievelingsdrankje is thee
Mijn lieveling alcohol houdende drankje is mede
Mijn lievelingsbeddengoed is van PIP
Mijn lievelingsservies is van BLOND Amsterdam
Mijn lievelingsfestivals zijn Lowlands en WGT
Mijn lievelingspennen zijn mijn vulpen, mijn kroontjespen en mijn stabilo’s
Mijn lievelingskunstenaars zijn Van Gogh, Frida Kahlo, Escher, Hundertwasser en een of andere chinese vrouw waarvan ik niet meer weet hoe ze heet maar die wel hele coole roze boos kijkende poppetjes in hele vrolijke werelden vingerverft
Mijn lievelingsyoga houding is de boom
Mijn liefelingskledingstukken zijn jurkjes en rokken
Mijn lievelingsgroente is spinazie
Mijn lievelingssnelkaar recept is pasta, maar ik vind Grieks koken ook erg leuk als ik wat meer tijd heb.
eigenlijk heb ik best veel lievelingsdingen
Contacteren
Als ik de telefoon ophang kijkt hij me uitdagend aan en zegt “Ik ben benieuwd wat Paulien Cornelisse daarvan vind”. Onthutst zeg ik “waarvan?”, want ik heb echt geen idee waarom Paulien iets zou vinden van wat ik doe of zeg, zo intressant ben ik nu ook weer niet. ‘Contacteren’, zegt hij nu, en zijn blik heeft iets fanatieks. Mijn blik is meer verbaasd, waarom zou Paulien iets vinden van het woord contacteren, dat is toch gewoon correct? “Nee hoor”, zegt hij, je moet zeggen “contact opnemen met”. “Bovendien”, gaat hij verder, “heeft Paulien een hekel aan verkeerd taal gebruik, ze kan zich daar echt aan irriteren, dat zei ze laatst in een interview”.
Ik besluit dat het verstandig is mijn mond te houden, ook al weet ik bijna zeker dat je ook contacteren mag zeggen. Eigenlijk doet het er ook niet meer zoveel toe of je dat nu wel of niet mag zeggen. Waar het echt om gaat is dat mensen die zichzelf irriteren aan iets dat kennelijk verkeerd taalgebruik is dat ineens in de mond van Paulien Cornelisse leggen. Alsof het dan meer gewicht heeft. Paulien zou het vast verschrikkelijk vinden, dus pas op, straks staat ze met de taalpolitie voor de deur.
Overigens niet echt een drijging. Het lijkt me wel gezellig als Paulien hier op de stoep staat. Kunnen we gezellig thee drinken, praten over circusles voor volwassenen en bellenblazen. En uhhhh volgens het woordenboek bestaat contacteren gewoon, oke in Nederland is het niet de standaardtaal waar het dit in Belgie wel is, maar fout is het zeker niet!
Opruimen
Het leek me een goed idee om solidair met de mensen die vasten mijn eigen 40 dagen projectje te beginnen. Dus maakte ik een lijstje van mogelijke projecten.
* weer beginnen met sporten
* meer mediteren
* iedere dag iets opruimen (al is het maar een kastje, doos, la of tafeltje)
* minder computeren
* meer breien
* meer spelen op mijn bassgitaar
Ergens had ik het idee in mijn achterhoofd dat het me allemaal wel zou lukken, maar uiteindelijk heb ik me gefocust op minder computeren en iedere dag iets opruimen.
Woensdag ruimde ik dus mijn salonstafel op. Ik heb zo’n model met een plank eronder die steeds voller gepropt word met spullen. Die spullen moesten weg, gewoon verdwijnen. De ruimte die ik daarmee overhield kon ik gebruiken om de tijschriften die ik ergens in de hoek van de woonkamer op de grond had liggen neer te leggen. Veel verder kwam ik vandaag niet want dit bleek ook de plek te zijn waar ik mijn dagboekjes neer gelegd had. Dus las ik stukjes tekst over het grote verdriet dat ik 4 jaar geleden had toen mijn lief en ik besloten niet meer met elkaar verder te gaan en ik hierheen verhuisde.
Donderdag was mijn gang aan de beurt. Ik ruimde de schoenen berg die onder het tafeltje dat daar voor de sier staat netjes op. Ook staat hier een kastje met badkamer spulletjes dat ik niet kwijt kan in mijn badkamer. Ik ging door een heel verleden van haardrachten heen. Potjes wet hair look, van toen mijn haar nog korter was en ik vooral rommelig haar wilde hebben. Flesjes spul dat mijn slag netjes strak moest trekken van kort daarna, toen het vooral netjes moest zijn. En heel veel potjes, spuitbusjes en mouse om van mijn matige slag weelderige krullen te maken, een periode waar ik nog steeds in zit. Alles waar ik geen krullen van krijg moet het veld ruimen. Evenals het overgrote deel van mijn body lotion collectie, een pakje haarverf in een saaie kleur dat ik ooit van iemand kreeg en een verzameling zonnebrandcreme van twee jaar geleden. Ik vond een potje dagcreme waarvan ik niet meer wist dat ik het op voorraad had en voelde me intens gelukkig met deze vondst. Net wat ik nodig had.
Op vrijdag was mijn slaapkamer aan de beurt. Een van de weinige kamers die ik af kan sluiten. Dus meer dan eens gooi ik hier een tasje spulletjes uit de woonkamer neer omdat er bezoek komt en ik geen tijd heb echt op te ruimen. Bovendien ruim ik de helft van mijn bed vaak in als een soort van kantoor. Hele stapels boeken, tijdschriften en notitie boekjes liggen er. Shopvriendin die op bezoek kwam storte zich ondertussen op mijn wasgoed. Hele stapels had ik verzameld, klaar om opgevouwen te worden en in mijn kast te verdwijnen. Ondertussen vond Shopvriendin dat mijn kapstok beter achter mijn bed konden staan. Nu stonden daar de dozen met spullen die ik voor mijn sprookjesjuf workshops gebruik, die volgens haar beter naar de berging konden verhuizen. Met het laatste was ik het niet eens, maar die kapstok was misschien wel een idee. Het is nogal een sta in de weg. Dus werd de kapstok leeggehaald. In een van de tassen die eraan hingen vond ik mijn amethysten ring tegen, gekocht in Mexico en lang geleden al verloren beschouwd, ik had zelfs al een vervanging gekocht. In een ander tasje vond ik mijn Yoga kaarten terug, ook deze was ik al weken kwijt. Voor de rest vond ik vooral veel troep, huppakee, weg ermee! Mijn bed is nu weer gewoon een bed, en er bleek een vloer in mijn slaapkamer te liggen. *SHOCK* Als ik op deze manier door ga heb ik niet eens genoeg spullen om 40 dagen op te ruimen. Kom ik misschien toch nog aan een van mijn andere doelen toe 😛
Feit WOT # 8
Ik hou niet van feiten, ze zijn zo statisch, zo niet meer te veranderen, zo wiskundig. Ze laten zo weinig aan de verbeelding over. En echt, ik snap wel dat het fijn is om feiten te hebben, omdat ze het fundament zijn waar we op voort bouwen. A kwadraat + B kwadraat = C kwadraat. Dat is een feit, een veiligheid ook wel. Niemand zal het hier met me over oneens zijn. Niet dat iedereen weet wat je ermee moet, niet dat ik weet wat je er mee moet (iets met een evenwijdige driehoek meen ik me te herinneren) maar dat doet er niet toe, we hebben met zijn allen aangenomen dat het waar is. Zoals we hebben aangenomen dat niets sneller dan het licht kan gaan en de wereld rond is. Daar valt geen discussie over te voeren. Je kunt het hooguit mededelen.
“De wereld is rond”.
“Ja dat weet ik, en hij draait ook”.
“Klopt”.
Einde discussie.
Leuker is het als het over dingen kan gaan die niet universeel waar zijn.
“Dingen met stippen zijn leuker”.
“Weet je dat wel zeker Laura? Ik heb een hekel aan dingen met stippen, ruitjes, die zijn pas hip”
“He getsie, ruitjes? dat meen je niet”.
“Ja, vooral de Schotse ruit vind ik erg leuk”.
“Oh ja, Schotse ruiten zijn ook wel leuk, maar niet zo leuk als dingen met stippen”.
Het geeft meer spanning, meer mogelijkheden tot het verbreden van je horizon. Geef mij maar meningen en laat de feiten aan de wetenschappers die weten veel beter wat ze ermee aan moeten dan ik!
Bekentenis
“Ik moet je iets bekennen”, fluisterd hij, terwijl hij een wit kopje ophoud.
Alert door zijn serieuze toon kijk ik naar hem op, ik ben een en al aandacht als ik het kopje aanpak.
“Ik heb geen koffie”, zegt hij tenslotte.
Opgelucht schiet ik in de lach, de alarmbellen gingen voor niets af, hij lust, net als ik, geen koffie. Weer iets voor op ons lijstje van gemeenschappelijkheden.
Sleutel
Zodra ik een voet over de drempel heen steek roept mijn collega van de peuterspeelzaal “heb je je sleutel bij je”. Een vraag die door het automatisme waarmee hij gesteld word eigenlijk geen waarde heeft.
“Ja natuurlijk” roepen we dan geiriteerd. Waarna we grapjes met elkaar maken over dat we echt geen baby’s meer zijn en dat we allemaal volwassen zijn en op ons zelf wonen. Nooit zei ik er iets van, tot ze het voor elkaar kreeg om zelfs toen ze me afzette voor mijn eigen huis te vragen of ik mijn sleutels bij me had.
De maat was vol, natuurlijk had ik die bij me, wat dacht ze wel niet.
De collega had nooit geweten dat ik ik me hier zo aan geiriteerd had. Het was gewoon een vraag die ze thuis ook aan man en kinderen stelde. Ze had er geen kwaad ingezien.
Mee opgehouden is ze er niet. Maar nu vraagt ze het plagerig, vlak voordat ik verbaasd de deur dicht wil doen omdat ik deze toevoeging miste. Zeg uhhhh Lau, ik durf het bijna niet te vragen, maar uhhhhh heb je je sleutel bij je. Het gekke is dat ik nu het een dolletje geworden is ik een glimlach op mijn gezicht het gebouw verlaat, ja hoor mama, ik heb mijn sleutel bij me. Lekker puh!
Beeldbellen met Oma
Mijn Oma was haar tijd ver vooruit, nog voordat mobile telefoons en internet algemeen goed waren droomde zij van beeldbellen. Want dat kon in Amerika meende mijn Oma. Ik weet niet of ik toen der tijd geloofde dat zoiets echt kon.Maar het sprak wel tot de verbeelding. Je moet weten dat mijn Oma overleed toen ik tien was een tijd waarin je met een beetje geluk een comendor 64 achter in de klas had staan en pacman uber cool was.
Vandaag heb ik mijn eerste hangout videochat op google+. Hoe het me gelukt is erin te komen is me nog steeds een raadsel. Maar volgens Elja (miss #blogpraat herself) is dit over een paar jaar vast heel normaal en weet iedereen hoe het werkt. Nu klungelen we maar wat aan, en giebelen een beetje om onze eigen klungeligheid. Onwillekeurig moet ik aan mijn Oma denken, eigenlijk zou ik haar op willen bellen, en willen vertellen dat ik beeldbelde met iemand die helemaal in Amerika woont en dat dat nu ook gewoon in Nederland kan, maar ik vrees dat beeldbellen met het hiernamaals nog niet tot de mogelijkheden behoord.
Kop of munt
Pfffff, zucht Robin terwijl ze uit het raam kijkt., Ik wist niet dat kiezen zo moeilijk kon zijn.
Was ik nog maar zes, toen was mijn grootste zorg of ik de volgende dag met Lotte of met Petra zou gaan spelen. Niets van levensbelang, keuzes die ik net zo goed zou kunnen maken door het opgooien van een muntje. Kop ik speel met Lotte, munt ik speel met Petra. Hoewel dat toen ook hele delicate keuzes leken te zijn. Want stel je voor dat ik twee dagen achter elkaar met Lotte gespeeld had, dan kon dat echt niet nog een derde dag zonder Petra te kwetsen. Maar op de een of andere manier leek het altijd wel weer goed te komen. Nu is het nog maar de vraag of het ooit weer goed komt. Dit keer heb ik er zo’n zooitje van gemaakt, is alles zo krom dat ik niet weet of het ooit weer mogelijk is het recht te maken denkt Robin. In haar hand houd ze een muntje. Zou ze het proberen? Kop het blijft aan, munt ik maak het uit. Zou het zo simpel kunnen zijn? Ze gooit het muntje op, gewoon zomaar, om te kijken wat er gebeurd. Munt, shit, ik wil het helemaal niet uit maken. Ik hou van hem. Maar stel nu dat iedereen gelijk heeft. Dat het een klootzak is, dat hij met mij hetzelfde doet als wat hij toen met Lisa deed? Was dat niet Lisa haar eigen schuld geweest? Was Lisa niet gewoon een stomme trut geweest? Ik probeer het gewoon nog een keertje, voor de zekerheid, je weet maar nooit. En weer gooit Robin het muntje op. Kut! Munt!
Dit blog kwam tot stand met behulp van mijn facebook vriendjes die mij woorden gaven waar ik dit verhaaltje omheen heb verzonnen. Bedankt jongens.
Keuze WOT # 7
Ik ben 10 en ik weet al precies hoe de wereld eruit gaat zien, later als ik groot ben. Als ik nu goed mijn best doe op school dan ga ik strakjes net als Elise studeren voor recreatie medewerkster in Utrecht. Want dat lijkt me zo’n leuk beroep. Ik kan er alles in kwijt wat ik leuk vind. Theater, creativiteit, werken met kinderen, ja dat wil ik! En dan ga ik daarna trouwen en kinderen krijgen.