November geefmaand #dag13

Vandaag hadden we een heerlijk loom dagje.  Beetje tutten in en om huis.  Niet echt goed voor een Geefmaand.  We moeten de paden op de lanen in.

Mijn lief had echter een Little Free Libary gespot.  En ik had bij hem nog wat tijdschriften liggen waar ik eigenlijk moeilijk afstand van kon doen.  Want nog niet helemaal uit.  Ik stelde mezelf de kritische vraag of ik dacht dat ik ze ooit nog wel helemaal uit zou lezen.  Of dat ze hun nut al bewezen hadden.  (ze waren gekocht om lange treinreizen iets aangenamer te maken)

Ik besloot het laatste en nam met pijn in mijn hart afscheid van ze. Want ook voor knutsels zijn ze oh zo handig en, en. Soms mag geven kennelijk best een beetje pijn doen.

Ik hoop dat iemand ze vind die er gelukkig van wordt.  En ze wel helemaal uit leest.  Misschien raken ze wel geïnspireerd ook wat meer te geven,  want er staat een interview met Marije in een van de exemplaren. En als iemand weet te inspireren tot geven is zei dat wel.

Ook kreeg de lief nog eetstokjes als Sinterklaas cadeautje.  Want liefjes kun je natuurlijk nooit genoeg verwennen.  🙂

img_20161113_181007

 

 

 

November geefmaand #dag 1

29-geschenken

Het is weer November,  en dus doe ik weer mee met de Geemaand.  Die op Facebook door een aantal enthousiaste dames wordt georganiseerd.  Eigenlijk doe ik al een paar jaar mee, zonder echt te weten wat de oorsprong van deze maand was.

Totdat ik vorig jaar het boek 29 geschenken kreeg.  (en natuurlijk ook weer door gaf aan een andere gulle gever).

De schrijfster van het boek leefde in schaarste.  Ze was erg afhankelijk van een zorgmedewerk. En er waren dagen dat ze het niet eens voor elkaar kreeg uit bed te komen. Ze was ernstig ziek (me), en raakte daardoor steeds depressiever. Toen ging het ook financieel nog eens begafwaarts,  zij kon haar werkzaamheden vaak niet meer uitvoeren, en haar man verdiende eigenlijk niet genoeg om hen beide te kunnen onderhouden.  Waar ze zich als klap op de vuurpijl ook nog eens heel erg schuldig over voelde.

Je kunt je voorstellen dat ze niet meteen enthousiast was toen ze het vreemde verzoek kreeg om een maand lang iedere dag bewust iets te geven aan een ander. of dat nu iets materiëls is,  een helpend handje of bewuste aandacht.En daar een dagboek van bij te houden.  Maar ze deed het wel.  En het veranderde haar leven.

Ze stond weer op,  deed weer klussen waarmee ze een inkomen naar binnen hengelde, en kon uiteindelijk weer hele stukken lopen.

Kortom lekker Amerikaans. Van wonder naar wonder. Op mijn eigen leven heeft het nooit zo’n grote impact gehad.  Maar de geef sfeer,  waarin ik met 200 andere vrouwen en een enkele man terecht kwam doet zeker wel iets met je.  Ik ben heel benieuwd of ik er,  nu ik met kennis over de oorsprong heb,  meer uit haal dan voorgaande jaren.  Vandaag was het de eerste dag van de Geemaand. Eigenlijk was ik een beetje in paniek,  want ik had helemaal niets voorbereid.  In de Supermarkt waar ik een broodje koop bedacht ik me dat ik de collega die gisteren ziek is komen werken een opkikkertje wil geven,  maar wat?  Dan valt mijn oog op het verse jus ‘d Orange persapparaat. En weet ik, dit moet het worden.  Een flesje vitamine!  Ik plak er nog even een briefje aan met een lief tekstje, en zet het op haar bureau.

Opgelucht haal ik adem,  zo is het toch nog goedgekomen met mijn geef actie.

dsc_0229

 

 

 

Boek “Een zoon van het circus”

Vorig jaar ergens begon in aan `Een zoon van het Circus´ door John Irving. Maar ik kwam er niet doorheen, legde het weg, las dan weer eens een ander boek, probeerde weer een bladzijde en ging dan weer door met het andere boek.

Op Twitter werd mij verteld dat het niet raar is dat het me niet lukte om erin te komen, maar dat als je er eenmaal inzit het even moeilijk is om er weer uit te komen. Dus gaf ik het nog een kans. (die er veel mee te maken heeft dat ik heel erg nieuwsgierig ben naar zijn roman ‘In een mens’, en die van mezelf pas mag gaan lezen als ik geen ongelezen boeken van deze schrijver meer in mijn kast heb staan)

Vorige week pakte ik het boek weer op. En heb ik in een ruk doorgelezen. De twitterende lezer had gelijk, nu ik erin zit is het heel moeilijk om er weer uit te komen. Je gaat zo van de personages houden dat je ze hun stomste fouten nog zou vergeven. Hoewel je toch opgelucht adem haalt als die stomme fouten vooral gedacht worden en niet uitgevoerd. Nog drie hoofdstukken. Dan ben ik klaar.

Ik ga dus even lezen, en me nog een maal mee laten voeren met het leven in India dat ik eigenlijk alleen uit boeken ken. Op de een of andere manier zie ik vooral veel vrouwen met deegrollers voor me in de straten van Bombay, maar dat is weer een heel ander verhaal.

Gewoon Single

Gewoon Single
vooroordeleln, misvattingen en andere ongemakken
Karin Ramaker www.met-k.com
uitgeverij scriptum
ISBN 9789055947935

Nadat het recensie exemplaar van “Gewoon Single” bij mij in de brievenbus viel nam ik de houding aan van kritische lezer. Want dat had de lezer van mijn blog toch zeker verdiend? Een oprecht kritische blik op dit boekje? Maar al snel veranderde die kritische blik. Want oké, toegegeven, het is geen boekje dat je leest om de mooie zinnen of formuleringen. Arthur Japin schreef in zijn dagboek dat hij een zin had geformuleerd die zo mooi, zo lang en zo ingewikkeld was dat zijn computer er iedere keer op vast liep. Zo’n boekje is dit dus niet. Nou en!

Wat het wel is? Een heel praktisch en herkenbaar boekje. Voor de singles onder ons zal het een feest van herkenning zijn. Terwijl het de niet singles onder ons aanmoedigt een beetje begripvoller  om te gaan met de singles in hun omgeving. En daarmee zou ik het vooral willen laten lezen aan al die mensen die al jaren gesteld zijn, of net verliefd en totaal op gaan in de ander, die vergeten zijn hoe het ook alweer was om single te zijn. Of die dat misschien wel nooit geweten hebben omdat ze van huis uit direct zijn gaan samen wonen en dus echt niet weten hoe het is om alles zelf te moeten regelen.

In de regel zal ik misschien niet gezien worden als single. Maar ik leef wel al een hele poos alleen. De relaties die ik had in die jaren waren ook niet van het soort waarbij het vanzelfsprekend is dat je de feestdagen gezellig met elkaar doorbrengt of leuk samen op vakantie gaat. In die zin weet ik dus wat het is om te moeten leuren of iemand met je mee wil gaan iedere keer dat je iets wilt ondernemen. Karin weet dat op een fijne manier te omschrijven waarbij de single nooit als sneufiguur wordt weggezet. En dat vind ik knap. Ze slaagt erin de kracht die er in de single zit steeds weer naar voren te brengen. Daarmee is dit dus ook een ideaal boekje voor mensen die net weer single zijn of zij die het single zijn even niet meer zien zitten. Het zal ze geen dingen vertellen die ze nog niet wisten. Maar het zal ze wel wijzen op de dingen die ze toch maar even voor elkaar weten te boksen. Alleen! Het laat ze zien hoe moedig en dapper ze eigenlijk zijn.

Buiten de Twitter bekende van mij die in dit boekje hun zegje doen was ik ook aangenaam verrast door het interview met Lenie de Zwaan. Zij geeft dit boekje ook nog een beetje politiek mee. Want politiek gezien is er nog een heleboel waar de single (en in mijn ogen zeker de single vrouw) mee te kampen heeft. In de wet is iedereen gelijk, maar gehuwde personen worden wel een beetje voorgetrokken. Want de wet is niet gewend aan singles. Iedereen betaald bijvoorbeeld nabestaanden pensioen, maar je mag niet zelf weten aan wie je dat wilt nalaten. Als single mag je dus niet een goede vriend, vriendin, broer of zus aanwijzen als jouw nabestaande. Iets waar ik me al jaren boos over maak. (meestal heel stil en in mijn eentje, want je wilt natuurlijk niet zeuren, of overkomen als verbitterde single, maar krom is het wel)

Buiten de liefdevolle adviezen en politiek staan er ook persoonlijke verhalen over bijvoorbeeld rampzalige dates in het boekje omschreven. Iets dat volgens mij ook iedere single wel herkent. Ik zou er in ieder geval ook een klein boekje mee kunnen vullen. Ik had het niet verwacht, maar dit boekje is een feest van herkenning dat zo vol liefde is geschreven dat ik het iedereen kan aanraden.

Ik ben benieuwd naar het volgende project van Karin, want ongetwijfeld woont er in haar hoofd alweer een nieuw boek dat wacht om geschreven te worden.

Sleutel naar geluk

Als ik in de metro stap zie ik een wat ouder stelletje, allebei slapend een beetje tegen elkaar aan hangen. Even sla ik ze vertederd gade. Maar dan ga ik over tot de orde van de dag. Er zit nog een boek in mijn tas dat heel graag uitgelezen wil worden. Het bevat tenslotte de 7 sleutels naar geluk. En zeg nu zelf, wie wil die nu niet hebben?

Na een paar bladzijdes, en dus ook een paar haltes schrikken ze wakker.
Verbaasd kijken ze om zich heen. Hier kwamen ze normaal nooit, dat wisten ze zeker. Het kwam vast en zeker door de metro die op een ander spoor was gaan rijden. Want was er niet iets omgeroepen over omleidingen?

Na het gesprekje even aangehoord te hebben vertel ik ze dat de metro precies rijd waar hij hoort te rijden en dat er niet op magische wijze een anders spoor is gekomen. Verward kijken ze mij aan. Ze noemen de halte waar ze eruit gemoeten hadden, wat toevallig de halte was waar ik instapte.

“Dan bent u te ver doorgereden”, zeg ik.
“Oh, zijn we een halte blijven zitten?”, vraagt de mevrouw.
Snel tel ik in mijn hoofd het aantal gepasseerde stations, “nee mevrouw, u moet zeker 5 halter terug”.
Wantrouwend kijkt ze me aan, 5 haltes? weet ik het zeker? Als een andere passagier zich in het gesprek mengt en bevestigd wat ik zojuist beweerde besluit ze me toch maar te geloven. Met een hoop gegiechel tot gevolg. Want oh hemeltje dit was haar nog nooit overkomen. Ik leg nog even uit hoe ze aan de andere kant van het perron kunnen komen, en dan zijn ze weg.

De passagier die zich in het gesprek mengde en ik kletsen nog even na over oude mensen en dingen die voorbij gaan. Toch mooi die oudjes die het allemaal nog zo zelfstandig doen, en dat er dan weleens iets mis gaat, ach dat heeft dan wel weer zijn charme.

Tot wij uiteindelijk ook afscheid van elkaar moeten nemen. Maar een ding weet ik zeker, we hadden ons geen mooier begin van de dag voor kunnen stellen. Alle vermoeidheid en chagrijn verdwijnt als sneeuw voor de zon bij zoveel vertedering.

Als ik de metro uitstap en naar mijn werk loop voel ik me een stukje meer verlicht en zeker heel erg gelukkig. En dat terwijl ik bijna niet meer in mijn boek gelezen had. Misschien heb ik de sleutel naar geluk al gewoon in mezelf zitten.  

50 books vraag 14

Welk boek heeft jou verliefd laten worden op een stad of land?

Bij mij werkt het meestal andersom. Vooral met kookboeken. Dat is ontstaan toen ik in Griekenland werkte en ik het jaar daarna Griekse kookboeken voor mijn verjaardag kreeg. Ik had er niet om gevraagd maar vond het een heel erg leuk cadeautje! Vanaf toen is er iets gaan kriebelen en koop ik kookboeken over het land waar ik heen geweest ben op vakantie. (Mijn moeder had die hobby overigens al jaren eerder)

De hobby is niet helemaal gelukt, want ik vergeet weleens dat je aandacht moet besteden aan een hobby. Zweden, Tjechie, Engeland en Wales,België ik ben er wel geweest, maar in mijn (kook)boekenkast vind je er geen bewijs van terug. Italië is dan weer extra vertegenwoordigd, daar heb ik een paar kookboeken van.

Maar mijn meest bijzondere exemplaar gaat over Mexico. Rode rozen en Tortilla’s is niet zomaar een kookboek. Het is een roman met recepten erin. (en ook erg mooie foto’s trouwens). Als ik niet al verliefd was op Mexico zou ik het door dat boek alsnog geworden zijn. Het schijnt ook verfilmd te zijn, vertelde mijn moeder toen ik haar het boek liet lezen. Want van kookboeken die geschreven zijn als een roman houd mijn moeder dan ook weer heel erg veel. Gek genoeg wilde ze mij net over de film vertellen toen ik haar het boek wilde geven. Want ze wist dat ik verliefd wat geworden op Mexico en vond de film helemaal bij mij passen.

Dus nee, ik ben niet verliefd geworden op een land, maar de liefde is zeker wel sterker geworden!

50 books 14

Welk boek heeft jou verliefd doen worden op een stad of land?

Ik ben nog nooit verliefd geworden op een stad of land door een boek, meestal gebeurd het andersom, ik ben in een stad of land en vind daarna toevallig boeken over dat land, of die stad. Zoals ik bijvoorbeeld Rode rozen en tortilla’s vond toen ik net terug kwam uit Mexico.

Wel heeft “Het geheim van Rotterdam” van Thea Beckman me nog verliefder gemaakt op de stad waar ik vandaan kom, de stad waar ik nu woon, Rotterdam! Want wat anders dan alchemie kan de oorzaak zijn van de werkstad die Rotterdam is? En verklaard daarmee de bijzondere sfeer van deze stad. Ja, ik kom ook graag in andere steden. Ik hou van de mogelijkheden van vegetarisch/veganistisch uit eten kunnen gaan en de alternatieve uitgaansscene van Amsterdam. Ik hou van pannenkoeken eten bij dat enne leuke pannenkoekenhuisje in Utrecht, en van Tivoli hou ik ook natuurlijk. Ik hou van Den Haag en zijn musea en stranden. Ik hou van Tilburg voor de Malle Heks, de roze kermis en voor de 013. Maar dat alles weegt niet op tegen Rotterdam, waar ik iedere keer weer thuis kom. (ook als ik er niet woon voel ik me er thuis).

Ik denk dat iedereen die dit boek leest een heel klein beetje Rotterdam in zijn of haar hart sluit, en als vanzelf daarmee een beetje verliefd.

50 books vraag 13

In hoeverre mag je rekening houden met de persoon van de auteur bij het lezen van zijn/haar fictie?

Mijn eerste impuls is om te zeggen dat we geen rekening dienen te houden met de persoon van de auteur bij het lezen van zij/haar fictie. Wij dienen zo weinig mogelijk van de schrijver te weten. De schrijver dient in afzondering te leven en op een zolderkamertje zijn boeken te schrijven, des nachts bij kaarslicht. Overdag heeft de schrijver namelijk een baan als docent, of als receptionist in een hotel zo je wilt. Ik heb begrepen dat nachtreceptionist ook prima te combineren valt met het werk van de schrijver. Dan kun je schrijven en receptionistje spelen op hetzelfde moment! Ideaal.

Maar dit is een hopeloos ouderwets beeld van de schrijver. Tegenwoordig ben je niet alleen schrijver maar slash artist. Hoe meer /////// je achter je naam kunt schrijven hoe beter. Je bent schrijver/entertainer/theatermaker/danser/kunstschilder/zanger/van alles en nog wat//////.

En een slash artist is publiek domein, die snabelt, die signeert tieten, geeft lezingen, is te zien in programma’s als wie is de mol, heeft een eigen cabaretvoorstelling en zit op circusles, voor je weet maar nooit. Dus weten we van alles over het leven van de schrijver. We weten dat dat leven zich niet afspeelt op een zolderkamertje. Omdat we biertjes drinken die de schrijvers voor ons halen. Want nu de schrijvers mensen zijn moeten ze de gunsten van de lezer kopen. Dus lachen ze vriendelijk en doen ze alsof ze je kennen.

En als je (net doet alsof) je iemand kent, dan is het wel heel lastig om geen rekening te houden met het aanzien des persoon als je zijn of haar fictie leest. Want die moeder van Ernest van der Kwast is echt zo als beschreven in Mama Tandoori, ik heb haar zelf ontmoet. Als ik zo’n vriendinnetje had als Arnon Grunberg zou  ik haar ook in mijn fictie op die manier beschrijven. En hoe toevallig is het dat de hoofdpersoon uit het boek dat ik nu aan het lezen ben van Jeanette Winterson homoseksueel is, zich afzet tegen religie en geadopteerd is? Zijn dit niet allemaal dingen die over haar gaan?!? Die haar in het echte leven zijn overkomen? Om nog maar te zwijgen van de verhalen die in zowel de boeken van Ischa Meijer als Conny Palmen te lezen zijn. Een van beide of beide hebben ze geromantiseerd, want in haar verhaal is zij de held en in zijn stukje was zij er helemaal niet bij, dus nam hij automatisch de rol van de held in. Maar als je de boeken van beide uit dezelfde periode leest zie je toch duidelijk terug dat ze intensief samen waren in die tijd. Dezelfde dingen mee maakte die ze wel moesten verwerken tot fictie.

Hoewel mijn impuls dus is NEE! weet ik dat het antwoord is JA! Want wie de schrijver is beïnvloed zijn of haar kijk op de wereld. En je kijk op de wereld beïnvloed je werk, beïnvloed je schrijven. De fictie die ik zelf schrijf komt veelal ook uit mezelf en mijn directe omgeving. Natuurlijk heb ik het fictief gemaakt, heb ik van 4 personen 1 gemaakt, laat ik een gebeurtenis die bij de een gebeurde bij de ander gebeuren, verzin ik er hier en daar wat bij. Maak ik dingen mooier, of juist lelijker. Haal ik een grappige wending uit de krant. Maar de inspiratie komt vanuit mij en hoe ik me tot de wereld verhoud. Ik ga er vanuit dat dat voor andere, echte schrijvers ook op gaat. Schrijvers zijn net mensen, niets menselijks is hen vreemd.  

50 books 12

Welk dierenboek is je altijd bijgebleven?
Bij een verhaal met dieren erin moet ik direct denken aan dat sprookje met die tondeldoos en die drie honden. Een hond met ogen zo groot als schoteltjes, een hond met ogen zo groot als borden en een hond met ogen zo groot als molenstenen. Maar ja, een enkel sprookje kun je nu niet direct een boek noemen. Bovendien werd het voorgelezen door de meester van groep 6 toen ik het voor het eerst hoorde. 
Alice in Wonderland heeft natuurlijk ook de nodige dieren, maar het boek ben ik nooit doorheen gekomen, wel zag ik de tekenfilm een stuk of 500 keer, en later natuurlijk ook de Tim Burton versie waar beduidend minder dieren in voor kwamen. 
Maar de aller bijzonderste reeks met dierenverhalen zijn denk ik van de hand van de vorig jaar overleden Hanna Kraan. Haar verhalen van de Boze Heks zijn een lust om voor te lezen. Ik blijf er eindeloos van genieten. 

50 books 11

Welk boek las je onlangs dat je aan iedereen wil aanraden?

Ik moet dan meteen denken aan een citaat van Marc-Marie Huibregts dat prijkt op zo’n beetje alle in het Nederlands vertaalde boeken van David Sedaris. “Ik zeg niet snel : ” dit moet je lezen”, sterker nog, ik zeg nooit: “dit moet je lezen”, maar dit moet je lezen”

Waarmee ik u overigens niet aan wil sporen om David Sedaris te gaan lezen, hoewel hij bij vlagen behoorlijk hilarisch is en het zeker fijne kost is als u eens licht leesvoer tussendoor wilt. Het gaat mij er meer om dat ik ook nooit zeg dat je iets moet lezen. Er is eigenlijk maar een persoon in mijn leven die ik aan- of afraad bepaalde boeken te lezen. Maar dat is dan ook iemand waarmee ik gesprekken kan voeren als:

“Weet je nog dat ik je vertelde over die roman van Chuck Palahniuk die nu bij de ramsj ligt? Koop hem toch maar niet, want hij is echt veel minder goed dan Rant, het verhaal is wel interessant, maar de dialogen zijn niet zo treffend, en het lijkt minder goed uitgewerkt.”

“Is het verschil net zo groot als tussen Tommy Wieringa’s Joe Speedboot en Caeserion?”

“Ja, precies dat verschil!”

“Dan hoef ik het niet te lezen!”

Als je zulke gesprekken kunt voeren, en allebei precies snapt waar je het over hebt, dan ken je elkaar lees patronen, en dan mag je elkaar altijd ongevraagd leesadvies geven. Maar de meesten van jullie ken ik  (daar) niet (goed genoeg voor). En over smaak valt oneindig te twisten. Dus zou het arrogant zijn om jullie zomaar random lezersadvies geven. Dus zal ik jullie drie boeken geven die mij de afgelopen tijd (jaren) het meest verrast hebben.

Rant door Chuck Palahniuk

Een fractie van het geheel door Steve Toltz

De dood van Bunny Munro door Nick Cave

 Bij interesse vertel ik u graag waarom ik deze boeken zo mooi vond, of waarom ik denk dat ze zeer lezenswaardig zijn. Maar tot die tijd kijkt u maar lekker zelf wat u ermee doet!

p.s Het is opvallend te noemen dat het allemaal mannelijke auteurs zijn, omdat ik over het algemeen fan ben van vrouwelijke auteurs, geeft weer stof tot nadenken.